Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer houdende regels omtrent plaatsen en tijdstippen van betaald parkeren Aanwijsbesluit plaatsen en tijdstippen betaald parkeren en voorschriften voor het in werking stellen van parkeerapparatuur 2019

Artikel 1 Wijze waarop tegen betaling van belasting mag worden geparkeerd

Als voldoening op aangifte van de parkeerbelasting aan te merken het inwerkingstellen van parkeermeter of parkeerautomaat met inachtneming van de volgendevoorschriften:

• a.

  Voor zover betaling door middel van munten mogelijk is dient deze deinwerkingstelling te geschieden door inworp van euromunten, met uitzondering van € 0,05, € 0,10 en € 0,20, zoals staat aangegeven in de kennisgeving op de parkeermeters of parkeerautomaten;

• b.

  Voor zover het betalen per pinpas mogelijk is bij een parkeerautomaat,  dient de inwerkingstelling te geschieden door de pinpasaan te bieden volgens de aanwijzingen op de parkeerautomaat;

• c.

  In afwijking van het bepaalde onder1 a en b kan het in werking stellenvan de parkeerapparatuur ook plaatsvinden door het inloggen op het centrale register van het ServiceHuis Parkeer- en Verblijfsrechten. De aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door de gebiedscode door te geven aan zijn of haar provider welke is aangesloten bij het ServiceHuis parkeer- en verblijfrechten (belparkeren). Wanneer niet aan voornoemde voorwaarden is voldaan, wordt de belasting geheven op de wijze zoals bepaald in het eerste lid onder a of b;

• d.

  Indien via betaling bij een parkeerautomaat wordt voldaan aan de parkeerbelasting, dient de uit die automaat verkregen kaart, met daarop afgedrukt de nog niet verstreken dag en het tijdstip, te worden aangebracht of neergelegd achter de voorruit van het motorvoertuig. De kaart dient duidelijk vanaf de buitenzijde van het voertuigleesbaar te zijn zodanig dat de geldigheid hiervan gecontroleerd kan worden;

• e.

  Indien via betaling bij een parkeermeter wordt voldaan aan de parkeerbelasting, dient de parkeermeter behorende bij de parkeerplaats waarop wordt geparkeerd inwerking te worden gesteld

• f.

  Er vindt geen teruggaafplaats van het via een parkeermeter of parkeerautomaat betaaldparkeergeld.

• g.

  Indien de parkeerder tijdens het in werking stellen van de parkeerautomaat verzocht wordt om het kenteken van het geparkeerde voertuig in te geven, dient deze instructie te worden opgevolgd;

• h.

  Indien er wordt geparkeerd met een jaarkaart betaaldparkeren dient de jaarkaart met het daarop afgedrukte nummer duidelijk zichtbaar te worden aangebracht achter de voorruit van het motorvoertuig. De kaart dient duidelijk vanaf de buitenzijde van het voertuig leesbaar te zijn zodanig dat de geldigheid hiervan kan worden gecontroleerd.

Het parkerenmet een parkeervergunning wordt als voldoening op aangifte van de parkeerbelasting op parkeerapparatuurplaatsen aangemerkt indien er gebruikwordt gemaakt van een parkeervergunning en bijbehorende parkeerpas waarmee dit volgens het “Aanwijsbesluit belanghebbendenplaatsen” is toegestaan.

Artikel 2 Aanwijzen van de plaatsen en tijdstippen waar tegen betaling van belasting mag worden geparkeerd bij parkeerapparatuurplaatsen.

* De locaties zijn aangegeven op de bij dit aanwijsbesluit behorende kaart met nummer 109.19.01.A.D.03

Artikel 3 Inwerkingtreding

• a.

  Het derde gewijzigd aanwijsbesluit parkeerapparatuurplaatsen 2018 wordt ingetrokken op het moment dat onderhavig besluit in werking treedt en vervangen wordt door dit nieuwe besluit;

• b.

  Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019;

• c.

  Dit besluit wordt aangehaald als “Aanwijsbesluit plaatsen en tijdstippen betaald parkeren en voorschriften voor het in werking stellen van parkeerapparatuur 2019”.