Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | marktgelden, marktgeld |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 20-12-2018 |
Behoort bij raadsvoorstel 201-086 titel: f. Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019
De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018
Gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2019 (Verordening marktgelden 2019)
Onder de naam “marktgelden” wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op een markt binnen de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
Belastingplichtig voor het marktgeld is degene aan wie de vergunning tot het innemen van een standplaats op de markt is verleend.
Het marktgeld bedraagt per dag of gedeelte daarvan voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, voertuigen en andere soortgelijke inrichtingen per iedere langs de frontzijde gemeten strekkende meter of gedeelte daarvan op de weekmarkt in: a. Driebergen-Rijsenburg € 3,37 met een minimum per standplaats van € 13,45; b. Doorn € 3,04 met een minimum per standplaats van € 12,32; c. Amerongen € 2,94 met een minimum per standplaats van € 11,76; d. Leersum € 3,04 met een minimum per standplaats van € 12,32; e. Maarn € 2,94 met een minimum per standplaats van € 11,76;
Artikel 5 Termijnen van betaling
In afwijking van het tweede lid moeten de aanslagen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, letter a tot en met e, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang
1 De marktgelden, bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt voor zover de rechten bedoeld in artikel 3, lid 1 en 2 op aanvraag ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien een belastingplichtige door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil geen gebruik meer kan maken van een standplaats, waarvoor marktgeld voor tenminste een kalenderhalfjaar is voldaan, wordt het betaalde marktgeld naar tijdsduur gerestitueerd, indien binnen 2 maanden na afloop van het gebruik dit schriftelijk wordt aangevraagd, zulks met dien verstande, dat alleen rekening wordt gehouden met het aantal volle kalendermaanden dat nog in de termijn over is.
Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering
Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht en het college
van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van de leges, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft.
Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
1. De verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2018 vastgesteld door de gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug op 18 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2019’.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 december 2018.