Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wassenaar

Mandaatbesluit werkgeverscommissie Wassenaar

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWassenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMandaatbesluit werkgeverscommissie Wassenaar
CiteertitelMandaatbesluit werkgeverscommissie Wassenaar
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmandaat voor de griffier om namens de werkgeverscommissie Wassenaar bepaalde personele besluiten te nemen ten aanzien van het griffiepersoneel.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Dit mandaatbesluit vervangt het Mandaatbesluit werkgeverscommissie (vastgesteld op 2 februari 2015).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Wassenaar/CVDR609406/CVDR609406_2.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2018nieuwe regeling

28-06-2018

gmb-2018-282590

Tekst van de regeling

Intitulé

Mandaatbesluit werkgeverscommissie Wassenaar

De werkgeverscommissie Wassenaar;

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, derde lid van de verordening werkgeverscommissie van de gemeente Wassenaar;

 

b e s l u i t :

 

Artikel 1  

De bevoegdheid tot het nemen van personele besluiten ten aanzien van de op de griffie werkzame ambtenaren te mandateren aan de griffier, met uitzondering van besluiten zoals genoemd in artikel 2 en besluiten ten aanzien van de griffier. Tot het mandaat behoort mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de toegekende bevoegdheden, alsmede het (doen) treffen van voorbereidings- en uitvoeringshandelingen.

 

Artikel 2  

Besluiten die voorbehouden blijven aan de werkgeverscommissie:

  • 1.

    Het nemen van besluiten over de formele arbeidsduur.

  • 2.

    Het jaarlijks aanwijzen van verplichte brugdagen (hierbij wordt de aanwijzing van de verplichte brugdagen voor gemeenteambtenaren gevolgd).

  • 3.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek als strafontslag wordt overwogen.

  • 4.

    Het aanhouden van een ontslagverzoek totdat er een uitspraak is van de strafrechter of het besluit tot disciplinaire bestraffing onherroepelijk is geworden.

  • 5.

    Het verlenen van ontslag wegens reorganisatie of verminderde behoefte aan arbeidskrachten.

  • 6.

    Het verlenen van ontslag op andere gronden dan genoemd in de CAR/UWO, inclusief het treffen van een ontslagregeling.

  • 7.

    Het verlenen van strafontslag.

  • 8.

    Het opleggen van een schorsing als ordemaatregel.

  • 9.

    Het opleggen van de volgende disciplinaire straffen:

    • a.

      overplaatsing

    • b.

      schorsing zonder of gedeeltelijk behoud van salaris.

  • 10.

    Het inzetten van ambtenaren in geval van een staking bij een particulier bedrijf.

  • 11.

    Het opleggen van de verplichting tot het betrekken van een dienstwoning.

  • 12.

    Het toekennen van het genot van woning, energie en water en het korten van het salaris hiervoor.

Artikel 3  

  • 1.

    De in mandaat te nemen besluiten dienen in overeenstemming te zijn met alle ter zake geldende regelingen, het door de raad en de werkgeverscommissie gevoerde beleid en mogen niet leiden tot budgetoverschrijding.

  • 2.

    Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de mandaatgever in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de gemandateerde, naar voren te brengen.

     

Artikel 4  

Bij afwezigheid van de griffier oefent de plaatsvervangend griffier de in dit mandaatbesluit verleende bevoegdheden uit.

 

Artikel 5  

Alle stukken verband houdende met de uitvoering van dit mandaat worden als volgt ondertekend:

De werkgeverscommissie van de gemeente Wassenaar,

namens deze,

 

griffier.

 

Artikel 6  

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing ervan beslist de werkgeverscommissie op voorstel van de voorzitter.

 

Artikel 7  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking.

  • 2.

    Op de dag van inwerkingtreding wordt het 'Mandaatbesluit werkgeverscommissie' zoals vastgesteld bij besluit van 2 februari 2015 ingetrokken.

     

Artikel 8  

Dit besluit kan worden aangehaald als 'Mandaatbesluit werkgeverscommissie Wassenaar'.

Aldus vastgesteld in de vergadering

van de werkgeverscommissie Wassenaar

gehouden op 28 juni 2018.

de secretaris,

drs. G. de Schipper-Tinga

de voorzitter, wnd.

J.F. Koen

Toelichting

Toelichting mandaatbesluit griffiepersoneel

 

De invulling van het werkgeverschap is door de raad gedelegeerd aan de werkgeverscommissie die is ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. De werkgeverscommissie kan ervoor kiezen om de te nemen personele besluiten ten aanzien van het griffiepersoneel te mandateren aan de griffier. Dit ligt voor de hand nu de griffier de eindverantwoordelijke functionaris is van de griffie en dus hieraan leiding geeft. Om zijn organisatie efficiënt en doelmatig te kunnen aansturen moet hij naar bevinden kunnen handelen en moet hij niet afhankelijk worden gemaakt van de werkgeverscommissie.

 

De verantwoordelijkheid voor de formele beslissingsbevoegdheid blijft overigens bij de werkgeverscommissie en dus kan deze commissie besluiten om de uitoefening van deze bevoegdheid aan zich te houden. De griffier is over de uitoefening van het mandaat en dus over de besluiten die hij namens deze commissie neemt ten aanzien van het griffiepersoneel verantwoording schuldig aan de werkgeverscommissie.

 

Daarnaast is in dit mandaatbesluit geregeld dat indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, de werkgeverscommissie in de gelegenheid wordt gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de griffier, naar voren te brengen.

 

De griffier is heeft het mandaat om besluiten te nemen die rechtstreeks voortvloeien uit de CAR-UWO.

 

Daarbij gaat het om onder meer de volgende besluiten:

  • 1.

    het verlenen van tijdelijke aanstellingen;

  • 2.

    het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

  • 3.

    het aangaan van stageovereenkomsten;

  • 4.

    het aangaan van detacheringsovereenkomsten;

  • 5.

    het verlenen van waarnemingsvergoedingen;

  • 6.

    het verlenen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging;

  • 7.

    het verlenen van studiefaciliteiten;

  • 8.

    het verlenen van betaald ouderschapsverlof;

  • 9.

    het verlenen van zwangerschap- en bevallingsverlof;

  • 10.

    het verlenen van eervol ontslag wegens eigen verzoek;

  • 11.

    het verlenen van verlof;

  • 12.

    het verlenen van overwerkvergoeding;

  • 13.

    ouderdomspensioen;

  • 14.

    arbeidsongeschiktheid;

  • 15.

    generatiepact;

  • 16.

    individueel keuzebudget;

  • 17.

    afloop van de aanstelling van rechtswege;

  • 18.

    het bevoorschotten/berekenen/betaalbaar stellen van salarissen;

  • 19.

    wedden, wachtgelden, uitkeringen presentiegelden, suppleties;

  • 20.

    toelagen, reis-, verblijf-, verplaatsingskosten, dan wel bijzondere vergoedingsregelingen.

Daarnaast zijn er personele besluiten die voortvloeien uit andere lokale rechtspositieregelingen.

 

Uitgezonderd zijn de personele besluiten die voorbehouden blijven aan de werkgeverscommissie. Deze zijn opgesomd in artikel 2.