Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amstelveen

Algemene subsidieverordening Amstelveen 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmstelveen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening Amstelveen 2006
CiteertitelAlgemene subsidieverordening Amstelveen 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Algemene subsidie verordening Amstelveen 2002.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 147 en 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Beleidsregels gemeentelijke koopsubsidie

Beleidsregel subsidie energiebesparende maatregelen gemeente Amstelveen 2011 of ook wel genoemd Amstelveen bespaart energie 2011

Beleidsregel incidentele subsidies promotie professionele Kunstenaars Amstelveen

Beleidsregels incidentele subsidies internationale activiteiten Amstelveen

Beleidsregel kleine veiligheidsprojecten 2011

Beleidsregel kleine veiligheidsprojecten voor bedrijven en instellingen 2011

(zie www.amstelveen.nl - Gemeentelijke Wet- en regelgeving - Beleidsregels)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-200601-01-20121e wijziging i.v.m. de Wet dualisering gemeentebestuur

31-05-2006

Amstelveens Weekblad d.d. 14-06-2006

06-49
01-06-2006Nieuwe regeling

21-12-2005

Onbekend

05-95

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene subsidieverordening Amstelveen 2006

 

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    periodieke subsidie: de subsidie die van jaar tot jaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt ten behoeve van voortdurende activiteiten;

  • c.

    incidentele subsidie: de in beginsel eenmalige subsidie voor een bepaald bijzonder project;

  • d.

    subsidieverlening: de beschikking tot de verlening van een subsidie waarbij een omschrijving van de uit te voeren activiteiten, de maximale hoogte en eventuele subsidievoorwaarden en -verplichtingen wordt meegedeeld;

  • e.

    subsidievaststelling: de beschikking tot de vaststelling van een subsidie waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en die aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag;

  • f.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van (een) subsidie(s);

  • g.

    bijzondere subsidieverordening: de door de raad vastgestelde verordening voor een subsidie of een groep van subsidies;

  • h.

    bestemmingsreserve: de reserve van de gesubsidieerde rechtspersoon waaraan een concrete bestemming is verbonden;

  • i.

    egalisatiereserve: de reserve van de gesubsidieerde rechtspersoon bestemd voor het dekken van exploitatierisico’s;

  • j.

    werkplan: het schriftelijk overzicht van de aanvrager, waarin voor het komende jaar een beschrijving en motivering wordt gegeven van de aard en de omvang van de door de aanvrager te ondernemen activiteiten en de daarmee beoogde doelstellingen;

  • k.

    jaarrekening: de jaarrekening bestaat uit de balans, exploitatierekening en toelichting balans en exploitatierekening;

  • l.

    boekjaar: kalenderjaar, tenzij met de subsidie-ontvanger een andere periode is overeengekomen.

Artikel 2 Subsidiebasis

  • 1.

    Subsidiëring door de gemeente Amstelveen geschiedt op grond van een bijzondere subsidieverordening, tenzij het een subsidie op grond van een begrotingspost, een incidentele subsidie of één van de overige subsidies betreft, zoals genoemd in artikel 4:23, lid 3 van de wet.

  • 2.

    Subsidiëring door de gemeente Amstelveen geschiedt met inachtneming van de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Amstelveen 2006.

Artikel 3 Subsidieterreinen

Voor zover subsidie niet verstrekt wordt op grond van een begrotingspost kan het college subsidie verstrekken aan natuurlijke personen en/of rechtspersonen voor het verrichten van activiteiten op het gebied van milieu, sport en recreatie, welzijn, zorg, cultuur, onderwijs, volkshuisvesting, verkeer, veiligheid, internationale contacten en mondiale bewustwording, wijk- en buurtbeheer, welke passen in het gemeentelijk beleid.

Artikel 4 Bevoegdheden

  • 1.

    De besluiten betreffende verlening en/of vaststelling van subsidie worden genomen door het college, alsmede de besluiten tot weigering.

  • 2.

    Het college is eveneens bevoegd ter zake van het verlenen van voorschotten, de betaling van voorschotten en subsidiebedragen in gedeelten en alle overige ter zake van subsidiëring te nemen besluiten.

  • 3.

    Het college is voorts bevoegd ter zake van wijziging, intrekking, opschorting en terugvordering van verleende, vastgestelde en betaalde subsidies en voorschotten.

Artikel 5 Begrotingsvoorbehouden

In de beschikking tot subsidieverlening maakt het college in de gevallen als bedoeld in artikel 4:34, eerste lid van de wet het begrotingsvoorbehoud.

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1.

    De raad is bevoegd een subsidieplafond vast te stellen in (een) bijzondere subsidieverordening(en).

  • 2.

    Tenzij de raad gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid in lid 1, is het college bevoegd tot het vaststellen van een subsidieplafond in (een) beleidsregel(s).

  • 3.

    Verdelingsregels met betrekking tot de gelden waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld, worden bij de bekendmaking van het subsidieplafond vermeld.

Artikel 7 Verdelingscriteria

Voor zover bij wettelijk voorschrift niet is voorzien in verdelingscriteria van de beschikbare subsidiegelden kan het college omtrent die verdeling nadere beleidsregels vaststellen.

Artikel 8 Eigen bijdrage

Bij wettelijk voorschrift of beleidsregel(s) als bedoeld in artikel 31 kan de verplichting worden opgelegd, dat de subsidieontvanger zelf in een eigen bijdrage of aanvullende inkomsten voorziet.

HOOFDSTUK 2 VERLENING, VASTSTELLING EN BETALING

TITEL 1 DE SUBSIDIEVERLENING

Artikel 9 Gegevens bij de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag van de beschikking tot subsidieverlening omvat in ieder geval:

    • a.

      de persoonsgegevens van de aanvrager;

    • b.

      de motivering van de aanvraag;

    • c.

      het werkplan, het college kan de begroting met toelichting tevens als werkplan beschouwen;

    • d.

      de begroting betrekking hebbende op de te subsidiëren activiteit(en) en/of investering(en), de begroting van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft en een jaarrekening van het voorgaande jaar die, tenzij het college anders bepaalt, dient te worden gecontroleerd door een registeraccountant.

  • 2.

    De eerste aanvraag van een rechtspersoon bevat tevens:

    • a.

      een exemplaar van de statuten en/of de stichtingsakte;

    • b.

      een actuele opgave van de bestuurssamenstelling met de namen en adressen van de bestuurders;

    • c.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 10 Te laat ingediende en onvolledige aanvragen

  • 1.

    Een te laat ingediende of onvolledige aanvraag kan door het college buiten behandeling worden gesteld.

  • 2.

    Het college geeft de aanvrager een termijn van vier weken om een onvolledige aanvraag aan te vullen, alvorens de aanvraag definitief niet te behandelen.

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidieverlening kan, naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen, worden geweigerd indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt, activiteiten ontplooit of zal ontplooien of een werkwijze heeft die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de gelden niet doelmatig en doeltreffend zullen worden besteed.

Artikel 12 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, de in het eerste lid gestelde termijn met vier weken verlengen. De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld.

TITEL 2 DE SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 13 Gegevens bij de aanvraag

De aanvraag van de beschikking tot subsidievaststelling omvat in ieder geval:

  • a.

    de jaarrekening die, tenzij het college anders bepaalt, is gecontroleerd door een registeraccountant;

  • b.

    een overzichtelijk verslag van de verrichte gesubsidieerde activiteiten en/of investeringen dat in ieder geval inzicht geeft in het bereik daarvan onder de doelgroepen, dan wel aantallen deelnemers, de prioriteiten die zijn gesteld, de openingstijden, de gehanteerde tarieven, de behandeling en afhandeling van klachten en de bezettingsgraad van accommodaties.

Artikel 14 Te laat ingediende en onvolledige aanvragen

  • 1.

    Een te laat ingediende of onvolledige aanvraag kan door het college buiten behandeling worden gesteld.

  • 2.

    Het college geeft de aanvrager een termijn van vier weken om een onvolledige aanvraag aan te vullen, alvorens de aanvraag definitief niet te behandelen.

Artikel 15 De vaststelling

Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het college de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening vast behoudens de gevallen zoals genoemd in artikel 4:46 van de wet.

Artikel 16 Beslistermijn

  • 1.

    Uiterlijk binnen vier maanden na afloop van het boekjaar of uiterlijk binnen drie maanden na de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidie-ontvanger bij het college een aanvraag in tot vaststelling van het subsidie.

  • 2.

    Het college kan in voorkomende gevallen bepalen dat van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken.

  • 3.

    Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, de in het derde lid gestelde termijn met vier weken verlengen. De aanvrager wordt hiervan in kennis gesteld.

Artikel 17 Betalingstermijn

Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling, onder verrekening van betaalde voorschotten, betaald binnen vier weken na de datum van subsidievaststelling.

HOOFDSTUK 3 PERIODIEKE SUBSIDIES

Artikel 18 De eerste aanvraag

  • 1.

    De eerste aanvraag voor de verlening van een periodieke subsidie dient ten minste twaalf maanden voor het boekjaar waarin de te subsidiëren activiteit plaatsvindt schriftelijk bij het college te worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag kan door het college buiten behandeling worden gesteld, indien deze niet binnen de in lid 1 gestelde termijn wordt ontvangen. Zij stelt de aanvrager hiervan zo spoedig mogelijk in kennis.

Artikel 19 De vervolgaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag tot verlening van een jaarlijkse subsidie wordt schriftelijk bij het college ingediend, uiterlijk dertien weken voor het boekjaar waarin de te subsidiëren activiteit plaatsvindt.

  • 2.

    Artikel 18, lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Beslistermijn subsidieverlening

In afwijking van artikel 12 beslist het college voor 1 februari van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is aangevraagd op de aanvraag tot subsidieverlening.

Artikel 21 Egalisatiereserve

Bij wettelijk voorschrift of in de beschikking tot subsidieverlening kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger een egalisatiereserve vormt.

Artikel 22 Bestemmingsreserve

Het college kan op verzoek van de subsidie-ontvanger het aanhouden van een bestemmingsreserve toestaan, onder nader te bepalen voorwaarden en tot een bepaald maximum bedrag.

Artikel 23 Afdeling 4.2.8 van de wet van toepassing

Voor zover niet anders bepaald in deze verordening is afdeling 4.2.8 van de wet van toepassing op periodieke subsidies.

HOOFDSTUK 4 VERPLICHTINGEN SUBSIDIE-ONTVANGER

Artikel 24 Wijzigingen en faillissementen

  • 1.

    Een subsidie-ontvanger deelt een wijziging van zijn statuten en/of stichtingsakte, werk- en beleidsplannen en gegevens van zijn bestuursleden terstond schriftelijk aan het college mee.

  • 2.

    Een subsidie-ontvanger deelt zijn voornemen tot opheffing alsmede het faillissement c.q. de surséance van betaling terstond schriftelijk aan het college mee.

Artikel 25 Gebruik accommodatie

De subsidie-ontvanger die een accommodatie in gebruik heeft die ten behoeve van zijn werkzaamheden is gebouwd, verbouwd of aangepast met gebruik van gemeentelijke middelen, mag de werkzaamheden niet verplaatsen dan met toestemming van het college.

Artikel 26 Administratie

De subsidie-ontvanger voert een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en plichten, alsmede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden gecontroleerd. Deze administratie behoort gedurende vijf jaren te worden bewaard.

Artikel 27 Overige verplichtingen

De gesubsidieerde rechtspersoon kent aan zijn bestuursleden geen financiële vergoeding of andere emolumenten voor verrichtte bestuurswerkzaamheden toe.

HOOFDSTUK 5 INTREKKEN EN WIJZIGEN

Artikel 28 Intrekken en wijzigen

  • 1.

    Het college kan besluiten een subsidieverlening in te trekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen in de gevallen zoals genoemd in de artikelen 4:48, lid 1 en 4:50, lid 1 van de wet.

  • 2.

    Het college kan besluiten een subsidievaststelling in te trekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger te wijzigen in de gevallen zoals genoemd in artikel 4:49, lid 1 van de wet.

  • 3.

    Alvorens een besluit zoals bedoeld in de leden 1 en 2 wordt genomen, treedt het college in overleg met de subsidie-ontvanger.

  • 4.

    De subsidie-ontvanger wordt in staat gesteld zijn op grond van reeds verleende subsidies aangegane redelijk verplichtingen behoorlijk na te komen.

Artikel 29 Terugvordering

Subsidiebedragen en voorschotten welke onverschuldigd zijn betaald, kunnen worden teruggevorderd op grond van artikel 4:57 van de wet.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Evaluatieplicht

De bijzondere subsidieverordening regelt het tijdsstip en de wijze waarop het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk wordt gepubliceerd. Deze evaluatie dient minimaal eenmaal in de vijf jaar plaats te vinden.

Artikel 31 Nadere beleidskaders

  • 1.

    Het college kan nadere beleidsregels vaststellen inzake activiteiten waarvoor subsidie kan worden verleend, alsmede andere criteria voor die verlening en regels met betrekking tot aan de subsidieverlening te verbinden voorwaarden en verplichtingen, behoudens de wet.

  • 2.

    Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen en voorwaarden opnemen, behoudens de wet.

Artikel 32 Afwijkingsbevoegdheid

Indien vanwege bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college tot een onaanvaardbare gehele of gedeeltelijke afwijzing zou leiden van de subsidie, kan het college, niettemin een subsidie verstrekken, mits de aard en de strekking van deze verordening niet wordt aangetast.

Artikel 33 Overgangsrecht

Voor subsidies welke reeds zijn verleend en/of vastgesteld op de dag van inwerkingtreding van deze verordening geldt een overgangstermijn van vijf jaar.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

  • 2.

    Met ingang van 1 januari 2006 vervalt de Algemene subsidieverordening Amstelveen 2002.

Artikel 35 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene subsidieverordening Amstelveen 2006”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2005.