Organisatie | Duiven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Duiven houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2019 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2018 | Z/18/043502 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting als bedoeld in onderdeel 5. van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt niet geheven als er in een woning geen containers en/of afvalpas aanwezig zijn en dit door de nieuwe bewoners, binnen drie maanden na datum van de inschrijving in Basisregistratie Personen van die bewoners, wordt gemeld.
De belasting als bedoeld in onderdeel 5.1.1. van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt niet geheven als de nieuwe bewoners een ander formaat container voor restafval willen en dit door de nieuwe bewoners, binnen drie maanden na datum van de inschrijving in Basisregistratie Personen van die bewoners, wordt gemeld.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief.
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in de onderdelen 3, 4 en 5 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting bedoeld in onderdeel 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8. Termijnen van betaling.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De “Verordening afvalstoffenheffing 2018” van 20 december 2017, nr. 17RB071, (nadien gewijzigd), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 18 december 2018.
De raad van de gemeente Duiven,
griffier,
G.J. (Josien) van Buren-
van den Berg
voorzitter,
drs. H.B.I. (Rik) de Lange
Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de “Verordening afvalstoffenheffing 2019”.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Duiven van 18 december 2018.