Organisatie | Utrechtse Heuvelrug |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2019 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | hondenbelasting, hondebelasting |
Geen
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 20-12-2018 |
Behoort bij raadsvoorstel 2018-086
titel: c. Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2019
De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;
Gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2019 (Verordening hondenbelasting 2019)
Hoofdstuk 1 Inhoudelijke bepalingen
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een of meer honden binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
In afwijking van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in een kennel zoals deze is geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 457,78 per kennel. Indien geen erkende registratie bij de Raad van beheer op kynologisch gebied kan worden overhandigd, gelden de tarieven zoals vermeld onder lid 1.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering
Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Bij de invordering van hondenbelasting kan alleen kwijtschelding worden verleend voor de eerste twee honden.
Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2018’ vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 20 december 2018.