Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent hondenbelasting Verordening hondenbelasting Lelystad 2019 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting Lelystad 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening hondenbelasting Lelystad 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2018 | 180013482-5 |
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Indien in de loop van het belastingjaar de belastingplicht ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden een wijziging ondergaat, dient de belastingplichtige binnen 4 weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, aangifte hiervan te doen.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar gelang van tijd
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van minder dan € 50,00 en een belastingaanslag van € 5.000,00 of meer worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 worden betaald in vier gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het tweede lid van dit artikel geldt dat, zolang een belastingaanslag van € 50,00 of meer doch minder dan € 5.000,00 door middel van automatische betalingsincasso kan worden afgeschreven, deze aanslag moet worden betaald in elf gelijke termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 12 Geen kwijtschelding
Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.