Organisatie | Texel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | toeristenbelasting |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 19-12-2018 | 1675504 |
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000 die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten met dien verstande dat er niet meer dan 7 aaneengesloten overnachtingen per persoon per verblijfsperiode worden berekend.
Indien een standplaats gedurende een of meerdere verhuurperiode(n) binnen het kalenderjaar gedurende minimaal 28 aaneengesloten dagen aan dezelfde persoon of personen wordt verhuurd, wordt de belasting voor die verhuurperiode(n) forfaitair geheven naar rato van de duur van de door belastingplichtige overeengekomen afzonderlijke verhuurperiode(n).
Hierbij worden de volgende verhuurperioden onderscheiden:
Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
De belastingplichtige kan bij het doen van aangifte voor een standplaats in afwijking van artikel 4 lid 2 opteren voor een niet-forfaitaire maatstaf van heffing. De belasting wordt in dat geval geheven conform artikel 4 lid 1.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
De ‘Verordening toeristenbelasting 2018’ van 9 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.