Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting |
Citeertitel | Verordening precariobelasting |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Wijziging | 13-11-2018 |
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
1. Voor de toepassing van de tarieventabel wordt verstaan onder:
a. een jaar: een kalenderjaar;
b. een maand: een kalendermaand;
c. een week: een kalenderweek;
e. een niet-commerciële activiteit: een voor iedereen toegankelijk gebeuren, georganiseerd zonder winstoogmerk.
f. voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) objecten;
2. Gedeelten van de genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend.
1. Onder de naam 'precariobelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
2. Ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is niet de onderhavige verordening maar de Verordening precariobelasting kabels en leidingen van toepassing.
De belasting wordt geheven van degene, van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 2, lid 1 bedoelde voorwerpen aanwezig zijn.
Artikel 4 - Heffingsgrondslag en tarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 5 - Berekening van de precariobelasting
1. Bij voorwerpen op of boven gemeentegrond wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte welke door de voorwerpen wordt overdekt, tenzij anders bepaald.
2. Bij voorwerpen onder gemeentegrond wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.
Het belastingtijdvak is de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
De belasting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet geheven ter zake van:
a. voorwerpen of werken ten behoeve van eigendommen, welke bij de gemeente of haar instellingen in gebruik zijn, tenzij deze zijn verhuurd of in exploitatie zijn gegeven aan derden;
b. ten behoeve van het publiek aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingen;
c. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB en van andere vergelijkbare instellingen;
d. voorzieningen, aangebracht ten behoeve van mindervaliden, tot het toegankelijk maken van een eigendom;
e. voorwerpen of werken, welke noodzakelijk zijn ter uitoefening van de publiekrechtelijke taak door het rijk of door lagere overheden aangebracht of geplaatst;
f. borden boven openbare gemeentegrond aangebracht tot verhuur of verkoop van onroerende zaken, in het geval deze borden aan het te verhuren/verkopen object zijn bevestigd;
g. leidingen, masten en schotels c.a., welke dienen voor de doorgifte of versterking van antenne-signalen;
h. goten, bloembakken, regenpijpen, balkons, spionnen en dergelijke;
i. voorwerpen, uitsluitend gebezigd ten dienste van niet-commerciële doeleinden, gedurende een periode van maximaal twee weken;
j. halteborden, abri's, rijwielstallingen en dergelijke ten dienste van openbare vervoersdiensten;
k. feestverlichting of dergelijke voorwerpen, uitsluitend gebezigd in verband met evenementen ter opluistering van plaatselijke feesten of nationale feestdagen;
l. verwijzingsborden door de winkeliers in de Hoogstraatpromenade.
1. De jaarlijkse belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
2. De niet-jaarlijkse belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of een ander schriftelijk stuk, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Het verschuldigde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de nota of ander schriftelijk stuk aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 9 - Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang
1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.
1. De aanslag of nota c.a. dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt 6 weken na de dagtekening van het aanslagbiljet of de nota.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 11 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 - Inwerkingtreding en citeertitel
1. De Verordening precariobelasting 2018 van 6 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening precariobelasting 2019.