Organisatie | Schouwen-Duiveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2019 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening 2019 |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Gemeentewet artikel 229
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Verordening 2019 | 20-12-2018 |
De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2018;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gelet op de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Schouwen-Duiveland 2016;
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2019
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. aanvrager: degene die, al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer,
opdracht geeft voor een begrafenis, en die de uitgifte van een graf of urnennis verzoekt
respectievelijk na crematie een bestemming aan de as geeft;
b. administrateur: de ambtenaar die belast is met de administratie van de begraafplaats.
c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden
tot het doen begraven van lijken voor de duur van vijftien jaren.
d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
e. begraafplaatsen: alle gemeentelijke begraafplaatsen, die zijn
bestemd voor de uitgifte van graven of ruimten ter bijzetting van asbussen, het verstrooien van as en de kennelijk daarbij
behorende gronden en voorzieningen.
f. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en)
g. college: het college van burgemeester en wethouders;
h. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of van een urnennis is verleend;
i. graf: een zandgraf of keldergraf;
j. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;
k. grafrecht: het recht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een
urnenruimte; hetzij het uitsluitend recht op een particulier graf.
l. kindergraf: voor een particulier of algemeen graf voor het begraven van een lijk van een
persoon jonger dan twaalf jaar alsmede het onderhoud worden andere tarieven geheven volgens
de tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland.
m. onderhoudsrecht: een verplichte bijdrage in de kosten van het onderhoud van de begraafplaats voor rechthebbenden en gebruikers;
n. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
1. het doen begraven en begraven houden van lijken;
2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
o. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particuliere urnenruimte;
p. strooiveld: een plaats waarop as wordt verstrooid;
q. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
r. urnengraf: een particulier graf bestemd voor het bijzetten van asbussen met of zonder urn.
s. urnennis: een ruimte in een urnenmuur bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt
gegeven voor het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten worden niet geheven voor:
a. het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;
b. het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
2. Andere rechten als die bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.
De “Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2018” van 21 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De verordening wordt aangehaald als “Verordening lijkbezorgingsrechten Schouwen-Duiveland 2019”.