Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | |
| | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | Aanlegkosten: | | |
| de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
2.1.1.2 | Bouwkosten: | | |
| de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
| | | |
Hoofdstuk 2 Principeverzoek/welstandsaanvraag | | |
2.2.1 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een principeverzoek bedraagt | | |
| | € | 100,60 |
2.2.1.1 | vermeerderd met | € | 41,10 |
| indien dit verzoek aan de welstandscommissie wordt voorgelegd. | | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, is het tarief: | | |
| | | |
| | € | 167,80 |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.500,00 is het tarief vermeerderd met | € | 167,80 |
| | | 2,45% |
| van de bouwkosten die de € 2.500,00 te boven gaan; | | |
| | | |
| Overschrijven omgevingsvergunning: | | |
2.3.1.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning | € | 71,05 |
| | | |
| Welstandstoets omgevingsvergunning: | | |
2.3.1.3 | Indien een omgevingsvergunning ter advisering wordt voorgelegd aan de welstandscommissie, wordt in rekening gebracht | € | 100,60 |
| | | |
| Welstandstoets: | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.3 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € | 41,10 |
| Achteraf ingediende aanvraag: | | |
2.3.1.5. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | | |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | 25% |
| | | |
| Aanlegactiviteiten: | | |
2.3.2. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | € | 234,80 |
| | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit: | | |
2.3.3. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | | |
| | | |
2.3.3.1.1 | Indien de omgevingsvergunning uitsluitend betrekking heeft op deze binnenplanse wijziging | € | 167,80 |
2.3.3.1.2 | In de overige gevallen | € | 70,70 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | | |
| | | |
2.3.3.2.1 | Indien de omgevingsvergunning uitsluitend betrekking heeft op deze buitenplanse wijziging | € | 167,80 |
2.3.3.2.2 | In de overige gevallen | € | 70,70 |
| | | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
| | € | 3.680,10 |
| | | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | | |
| | € | 601,40 |
| | | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | | |
| | € | 601,40 |
| | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 601,40 |
| | | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 601,40 |
| | | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | | |
| | € | 601,40 |
| | | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | | |
| | € | 70,70 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | | |
| | € | 70,70 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | | |
| | € | 3.680,10 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | | |
| | € | 601,40 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | | |
| | € | 601,40 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | | |
| | | |
| | € | 601,40 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 601,40 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | | |
| | € | 601,40 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | € | 220,10 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de vigerende monumentenverordening van de gemeente Landgraaf aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | | |
| | € | 141,25 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | | |
| | € | 141,25 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 141,25 |
2.3.6.3 | Mocht voor een project als bedoeld in artikel 2.3 juncto Bijlage II, hoofdstuk II artikel 2 lid 6 (een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking) van het Besluit omgevingsrecht (BOR) een omgevingsvergunning voor deze bouwactiviteit vereist zijn enkel vanwege het feit dat het een rijksmonument betreft of dat het betreffende bouwwerk is gelegen in een beschermd Stads- of Dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988, dan is het tarief voor het in behandeling nemen nihil. | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht (alternatief voor vast bedrag) | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 121,05 |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: | | |
| | | |
| | € | 41,10 |
| | | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel2.1.5.4 van de Algemene plaatselijke verordeningeen vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 40,35 |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.5van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 40,35 |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de vigerende bomenverordening van de gemeente Landgraaf een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | |
| | € | 26,45 |
| | | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente,waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.3.1 van de Algemene plaatselijke verordeningeen vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | | |
| | € | 40,35 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | | |
| | | |
| | | |
| | € | 40,35 |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied). | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 200-activiteit) bedraagt het tarief: | € | 601,40 |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten). | | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in art. 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora en fauna-activiteit) bedraagt het tarief | € | 601,40 |
2.3.13.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied als bedoeld in artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt het tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg. | | |
| Dit tarief bedraagt: | | |
| a. Landbouw en overige | € | 2.541,65 |
| b. Industrie | € | 12.625,,90 |
| c. Infrastructuur | € | 18.930,45 |
| Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht. | | |
2.3.13.3 | Restitutiebepaling: | | |
2.3.13.3.1 | Bij weigeren omgevingsvergunning | | |
| Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager. | | |
2.3.13.3.2 | Restitutie bij intrekking aanvraag | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats: indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van van de geheven leges van de aanvrager. indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van van de geheven leges van de aanvrager. | | 50% 25% |
2.3.13.4 | Leges worden niet geheven voor: | | |
| het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura 2000-gebied. | | |
| | | |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| | | |
| | | |
| | € | 40,35 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € | 40,35 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | € | 40,35 |
| | | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport: | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 41,10 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 41,10 |
| | | |
2.3.17 | Advies: | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen: | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | | |
| | € | 601,40 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | | |
| | € | 601,40 |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Vervallen | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 25% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 30% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | | 35% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.5.1.1. | Indien de gevraagde omgevingsvergunning wegens onvolledigheid niet verder wordt behandeld | | 80% |
2.5.1.2. | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 8 weken na het in behandeling nemen ervan | | 80% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
2.5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
| | | |
| Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg- of sloop-activiteiten: | | |
2.5.2. | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3. | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | | |
| van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | |
Hoofdstuk 6 Vervallen | | |
| | | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: | | |
| | | |
| | € | 167,80 |
2.7.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, omvangrijke wijziging in het project: | | |
| | | |
| | € | 601,40 |
| | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | | |
| | | |
| | € | 3.680,10 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | | |
| | | |
| | € | 3.680,10 |
| | |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding (Vervallen) | | |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | | |
| | € | 40,35 |