Organisatie | Ommen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING RECLAMEBELASTING 2019 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 227 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-12-2018 | 31-12-2019 | nieuwe regeling | 29-11-2018 | 2330429 |
De raad van de gemeente Ommen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018, kenmerk 2330431;
Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van Ommen zoals aangegeven op de bij deze verordening en daarvan deel uitmakende kaart.
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de onroerende zaak, die gelegen is binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het jaar. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Het tarief van de reclamebelasting bedraagt 0,26% van de heffingsmaatstaf met een minimumbedrag van € 300,00 en een maximumbedrag van € 800,00.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor een aanslag die wordt opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking heeft, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,-- doch minder dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later, met dien verstande dat, indien na de kalendermaand, waarin de aanslag wordt opgelegd, minder dan tien kalendermaanden in het belastingjaar overblijven, de aanslag moeten worden betaald in zoveel bedoelde termijnen als er nog kalendermaanden in het jaar overblijven, met een minimum van vier.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor een aanslag die wordt opgelegd na afloop van het belastingjaar waarop zij betrekking heeft, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,-- doch minder dan € 2.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Bijlage 1. Kaart gebied reclamebelasting
Het blauw gearceerde deelgebied van Ommen betreft het centrumgebied als bedoeld in artikel 2 van de ‘verordening reclamebelasting 2019’
Gewaarmerkt door de griffier van de gemeente Ommen als behorende bij het raadsbesluit van 29 november 2018.