Organisatie | Ameland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2019 |
Citeertitel | Verordening forensenbelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening forensenbelasting 2019 |
Geen
artikel 223 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2018 | 6 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
1. Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een woning beschikbaar houden.
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
Als de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 Wet WOZ en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die wet een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject geldt voor het tijdvak waarover de forensenbelasting wordt geheven.
In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel d alsmede onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, die voor de eerste maal een woning in de zin van artikel 1 beschikbaar houdt, is verplicht om dat onmiddellijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, sub b en d, van de gemeentewet.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
1 De “Verordening forensenbelasting 2018” , wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2019”.