Organisatie | Son en Breugel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariorechten 2019 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening precariobelasting 2019 |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 08-11-2018 | Corsanummer 18.0012173 |
De raad van de gemeente Son en Breugel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018, bijlage nr.: 63 – 2018;
gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019.
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen op, boven of onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen op, boven of onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen op, boven of onder voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Het belastingtijdvak is de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderoverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Het tarief per m2 als genoemd in artikel 5, lid 2, geldt éénmalig en is onafhankelijk het aantal evenementen en de tijdsduur hiervan dat uitbreiding van het terras plaatsvindt. Berekening van de verschuldigde belasting vindt plaats naar het hoogste aantal m2 waarop het terras op enig moment als bedoeld in artikel 5, lid 2 is uitgebreid.
De belasting wordt niet geheven ter zake van gebruik van gemeentegrond indien uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet plaatsvinden.
De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de belasting als bedoeld in artikel 5, lid 1 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor de belasting als bedoeld in artikel 5, lid 1 voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De “Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018” van 9 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.