Organisatie | Losser |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser houdende regels omtrent de financiering van maatschappelijke ondersteuning Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2019. |
Citeertitel | Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning 2018.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 18-12-2018 |
De eigen bijdrage wordt berekend, opgelegd en geïnd (art.5.1.3 Wmo) door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het CAK vraagt hiervoor de inkomensgegevens op bij de Belastingdienst en berekent de maximale periodebijdrage voor de cliënt. Het CAK werkt met verzamelinkomens vanuit een peiljaar, Het peiljaar ligt twee jaar voor het lopende jaar. Dit is noodzakelijk om over de verzamelinkomens, die afkomstig zijn van de Belastingdienst, te kunnen beschikken.
De gemeente bepaalt aan de hand van de factuur de kostprijs. Indien de maximale periodebijdrage van een cliënt de totale kostprijs overschrijdt, dan betaalt de cliënt de totale kostprijs.
Eén van de taken van het CAK bestaat eruit om het eigen bijdrage plafond in de gaten te houden. Door het eigen bijdrage plafond kan de eigen bijdrage nooit meer bedragen dan dat het voor die persoon geldende maximum aan verschuldigde eigen bijdragen.
2. Huishoudelijke ondersteuning
Artikel 2.1 Keuze zorg in natura.
De aanvrager kan, bij de voorziening huishoudelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen tien aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van zorg heeft geselecteerd.
Het uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 26,04.
Het uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 28,65.
Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dienstverlening wordt onderscheidt gemaakt tussen:
Artikel 2.3 Omvang persoonsgebonden budget.
Het persoonsgebonden budget voor professionals en zelfstandigen zonder personeel bedraagt maximaal 85% van de kostprijs.
De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de modules huishoudelijke ondersteuning waarvoor de indicatie is gesteld.
Het maximale uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 22,13.
Het maximale uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 24,35.
Het persoonsgebonden budget voor personen van het informeel netwerk bedraagt maximaal 60% van de kostprijs.
Artikel 4.1 Hoogte onkostenvergoeding voor het verhuizen.
Het bedrag voor de onkostenvergoeding voor het verhuizen, genoemd in hoofdstuk 9.4 van de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, bedraagt maximaal € 2.108,00.
Als de kostenraming van de woonvoorziening het bedrag van € 4.738,00 te boven gaat zal afgewogen worden of het verhuisprimaat kan worden toegepast.
Artikel 4.3 Maximum bedrag “ bezoekbaar maken”.
Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 3690,00.
Artikel 5.1 Hoogte persoonsgebonden budget bij vervoersvoorziening.
Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de bruikleenvergoeding voor de goedkoopst adequate voorziening.
Artikel 5.2 Hoogte kosten regiotaxi
De hoogte van de kosten die inwoners betalen bij het gebruik van de regiotaxi is:
Artikel 6.1 Keuze zorg in natura.
De aanvrager kan, bij de voorziening maatschappelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen diverse aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van zorg heeft geselecteerd. De tarieven zijn:
Artikel 6.2 Persoonsgebonden budget
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor dienstverlening wordt onderscheidt gemaakt tussen:
Artikel 6.3 Omvang persoonsgebonden budget.
Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van de ondersteuning wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 85% van de kosten in natura. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de vorm van ondersteuning waar de indicatie voor is gesteld.
Alleen voor kortdurend verblijf en vervoer wordt hierop een uitzondering op gemaakt.
Voor het kortdurend verblijf wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 100% van de kosten in natura, omdat er anders geen passende oplossing gevonden kan worden. Voor vervoer is een vast bedrag gekozen per km, overeenkomstig met de onbelaste vergoeding voor reizen van de woning of verblijfplaats naar een vaste plek.
Artikel 7.1 Afwijking van de Verordening.
In situaties waarin de Verordening maatschappelijke ondersteuning, het Besluit maatschappelijke ondersteuning en de Beleidsregels individuele voorzieningen niet voorzien, kan het college met in acht name van de uitgangspunten en doelstellingen van de regels een aangepaste voorziening toekennen of de vorm van voorziening nader vaststellen.