Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Jeugdhulp Gemeente Beesel |
Citeertitel | Verordening jeugdhulp gemeente Beesel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Jeugdhulp |
Deze regeling vervangt de Verordening jeugdhulp gemeente Beesel, vastgesteld op 20 juni 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 26-10-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2018 |
De raad van de gemeente Beesel,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2018;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1 derde lid van de Jeugdwet;
overwegende dat de Jeugdwet de verantwoordelijkheid voor het organiseren van goede en toegankelijke jeugdhulp bij de gemeente heeft belegd, waarbij het uitgangspunt is dat de verantwoordelijkheid voor het gezond en veilig opgroeien van jeugdigen allereerst bij de ouders en de jeugdige zelf ligt;
overwegende dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen:
overwegende dat het wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een pgb wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot diens sociale netwerk;
besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Beesel.
HOOFDSTUK 2: Toegang tot jeugdhulp
Een of meerdere gesprekken kunnen deel uitmaken van het onderzoek. Het gesprek wordt gevoerd met de jeugdige en zijn ouders en voor zover mogelijk met hun familie of overige personen uit hun sociale omgeving. Jeugdigen onder de 12 jaar worden door het college in ieder geval gezien. Met jeugdigen boven de 12 jaar voert het college, indien mogelijk, een gesprek.
Het college informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure. Het college wijst hen op de mogelijkheid een of meerdere personen uit het eigen netwerk bij de gesprekken aan te laten sluiten of gebruik te maken onafhankelijke cliëntondersteuning.
Artikel 4. Toegang tot jeugdhulp niet via de gemeente
Het college draagt zorg voor de inzet van jeugdhulp die de gecertificeerde instelling nodig acht ter uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, of die de rechter, het openbaar ministerie, de directeur of de selectiefunctionaris van de justitiële jeugdinrichting of de gecertificeerde instelling nodig achten ter uitvoering van jeugdreclassering.
De jeugdhulpaanbieder waar de in het eerste en het tweede lid van dit artikel genoemde instellingen en functionarissen naar verwijzen, stellen het college in kennis van de aanvang van de individuele voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid. Tevens stelt hij het college in kennis van de naar zijn professionele oordeel benodigde vorm, omvang en duur van de jeugdhulp, evenals het oordeel dat de inzet van jeugdhulp niet nodig is.
HOOFDSTUK 3: Individuele voorzieningen
Artikel 7. Persoonsgebonden budget (pgb)
De hoogte van het tarief is gebaseerd op het daadwerkelijke uurtarief van de uitvoerder met een maximum van het uurtarief dat door de gemeente voor de voorziening in natura wordt gehanteerd. Indien het tarief van de door de cliënt gewenste uitvoerder hoger is dan dit tarief dan komt het deel dat de prijs overstijgt voor rekening van de aanvrager.
Het college verstrekt geen pgb voor de inzet van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk, van de jeugdige, tenzij dit naar het oordeel van het college, gezien alle relevante omstandigheden, de voorkeur verdient. Als het college besluit een pgb toe te kennen, gelden de volgende voorwaarden:
HOOFDSTUK 4: Herziening, intrekking, terugvordering en bestrijding misbruik
Artikel 8. Herziening, intrekking en terugvordering
Degene aan wie volgens deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing over een individuele voorziening.
HOOFDSTUK 5: Afstemming met andere voorzieningen
Artikel 12. Afstemming over huisvesting
Afstemming over huisvesting loopt via het lokaal zorgnetwerk van gemeente Beesel, waarin de woningbouwvereniging vertegenwoordigd is. Eventuele ontruiming in geval van gezinnen met kinderen wordt zoveel mogelijk voorkomen.
Artikel 13. Afstemming met voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het gezinscoachteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen –zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen - te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Artikel 14. Afstemming met Veilig Thuis
Het college maakt samenwerkingsafspraken met Veilig Thuis over de werkwijze en afstemming.
Artikel 16 Afstemming met het justitiedomein
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de wet.
Artikel 17. Afstemming bij overgang naar volwassenheid
Wanneer de jeugdige die gebruik maakt van een individuele voorziening de leeftijd van 18 jaar bereikt en voortzetting van de voorziening van belang is voor zijn/ haar ontwikkeling, verandert mogelijk de partij die verantwoordelijk is voor inzet van deze voorziening. Het college draagt zorg voor afstemming met deze partij; de gemeente (Wmo), het zorgkantoor (Wet langdurige zorg) of de zorgverzekeraar (Zorgverzekeringswet).
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Nadat de jeugdige de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt, draagt het college in afstemming met alle betrokken partijen, zorg voor het opstellen van een plan voor de toekomst waarin helder omschreven staat wat de jeugdige na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar nodig heeft om zich goed te kunnen blijven ontwikkelen.
HOOFDSTUK 6: Waarborgen verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 18. Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
HOOFDSTUK 7: Klachten en medezeggenschap
Het college behandelt klachten van de jeugdige of zijn ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van aanvragen als bedoeld in deze verordening volgens de bepalingen van de klachtenverordening gemeente Beesel.
Artikel 20. Betrekken van inwoners bij het beleid
Het college stelt de adviescommissie sociaal domein vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid over jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen over jeugdhulp, en voorziet de commissie van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.