Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen verordening Toeristenbelasting 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen verordening Toeristenbelasting 2019
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-01-2020Vervangende regeling

19-12-2018

gmb-2018-278760

Raadsbesluit d.d. 19 december 2018, nr. 97/2018

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijmegen houdende heffingen verordening Toeristenbelasting 2019

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 19 december 2018;

 

Gelezen het voorstel van

burgemeester en wethouders van 13 november 2018;

 

Gelet op: artikel 224 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2019 (Verordening Toeristenbelasting 2019).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    kwartaal: kalenderkwartaal;

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per overnachting: € 2,31.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor het houden van verblijf met overnachten op campings binnen de gemeente op vaste standplaatsen, in mobiele kampeeronderkomens en vakantieonderkomens per persoon per overnachting: € 0,61.

  • 3.

    Indien het totaal van de aanslag(en) toeristenbelasting verenigd op één aanslagbiljet minder dan € 10,- bedraagt, wordt geen aanslag opgelegd.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Betalingstermijn

De aanslag dient te worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

Artikel 10 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht/Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren van de gemeentelijke belastingen;

  • 2.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister;

  • 3.

    Het college van Burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar;

  • 4.

    Het college van Burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister;

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Overgangsbepaling, inwerkingtreding, ingang van heffing en citeertitel

De ‘Verordening op de heffing en de invordering van Toeristenbelasting 2018’ zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2017 en gepubliceerd onder nr. Gmb-2017-230797, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 14 genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2019’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2018.

 

De raadsgriffier,

Drs. S.J. Ruta

De voorzitter,

Drs. H.M.F. Bruls

TOELICHTING OP DE VERORDENING TOERISTENBELASTING

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 begripsomschrijvingen

Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen is daarvan een omschrijving opgenomen in artikel 1.

Met vakantieonderkomens (onderdeel a) wordt gedoeld op zomerhuisjes, recreatiebungalows en dergelijke. Ook bepaalde vaartuigen zijn onder dit begrip te rangschikken.

Bij niet-beroepsmatig verhuurde ruimten (onderdeel c) kan worden gedacht aan situaties waarin, niet in het kader van onderneming of beroep, met een zekere regelmaat of gedurende een langere periode kamers of een (eigen) woning worden verhuurd. Door de woorden "niet in hoofdzaak bestemd zijn" wordt aangegeven dat het verhuren van kamers of de woning niet gedurende het gehele jaar wordt beoogd maar alleen gedurende bijvoorbeeld het hoogseizoen. Bij vaste standplaatsen (onderdeel d) kan worden gedacht aan een terrein(gedeelte) dat door één of meerdere personen wordt gehuurd voor een jaar of een seizoen en waar men gedurende deze periode een stacaravan, tent, toercaravan etc. mag plaatsen. Dit terrein(gedeelte) staat deze persoon volledig ter beschikking voor het plaatsen van een door hem gewenst mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

De woorden "bestemd voor" geven aan dat een incidenteel gebruik van dit terrein(gedeelte) niet van invloed is op het zijn van vaste standplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ingevolge artikel 224 van de Gemeentewet kan slechts toeristenbelasting geheven worden indien is voldaan aan de volgende eisen:

a. er moet binnen de gemeente verblijf gehouden worden door;

b. personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisregistratie personen van de gemeente zijn ingeschreven.

Het begrip "verblijf houden" is ruim. Het kan ieder soort verblijf houden betreffen, zoals het verblijven in een ontspanningscentrum, in een museum, op het strand, in een hotel, pension of op een kampeerterrein.

Om praktische redenen is het belastbare feit beperkt tot het "houden van verblijf met overnachten".

Voorts zijn de woorden "tegen betaling van een vergoeding" opgenomen ten einde te voorkomen dat bijvoorbeeld het logeren bij familie of bekenden ook belast zou worden. Het belasten van overnachtingen bij familie of kennissen zou tegen de geest van de wet ingaan. De woorden "in welke vorm dan ook" zijn opgenomen ten einde ook die gevallen in de belastingheffing te betrekken, waarin de vergoeding in natura wordt voldaan of een woningruil met gesloten beurzen wordt overeengekomen.

In de verordening is afgezien van het belastbaar stellen van overnachtingen door uitsluitend toeristen, aangezien het praktisch ondoenlijk is toeristen te scheiden van hen die uit andere overwegingen binnen de gemeente tegen vergoeding overnachten.

Artikel 3 Belastingplicht

Eerste lid

De belasting wordt geheven van een ieder die gelegenheid tot overnachting biedt en dit doet tegen de ontvangst van een vergoeding.

In het vervolg van de verordening wordt deze persoon steeds aangeduid als: "de belastingplichtige".

De belastingplichtige kan zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon zijn. Degene die tegen vergoeding gelegenheid tot overnachten biedt, doch die, omdat zijn eigen bedrijf geheel volgeboekt is, zijn gasten elders onderbrengt en hiervoor een vergoeding ontvangt, wordt eveneens als de belastingplichtige aangemerkt. Uit de tekst blijkt dat iemand die meerdere verblijfsaccommodaties beheert voor het totaal aantal overnachtingen belastingplichtig is.

Onder "hem ter beschikking staande ruimten of terreinen" vallen ook ruimten of terreinen bij derden waarover hij op afroep de beschikking kan krijgen. Ook deze staan hem ter beschikking.

Tweede lid

Ingevolge artikel 224, tweede lid, van de Gemeentewet mag de belastingplichtige de belasting als zodanig doorberekenen aan zijn gasten en wel als een extra bedrag dat boven de normale verblijfskosten in rekening wordt gebracht.

Derde lid

Het derde lid bepaalt dat degene die verblijf houdt zelf belastingplichtig is, indien er geen belastingplichtige is aan te wijzen als bedoeld in artikel 3, derde lid. Primair is echter degene die gelegenheid biedt tot verblijf belastingplichtig.

Artikel 4 Vrijstellingen

Eerste lid

De in het eerste lid, onderdeel a, vermelde vrijstelling is nagenoeg gelijk aan de vrijstelling in artikel 223 van de Gemeentewet bij de forensenbelasting.

Tweede lid

De in het tweede lid opgenomen vrijstelling heeft tot doel verblijf in de gemeente van asielzoekers die niet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie personen onbelast te laten.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Gezien de aard van de toeristenbelasting als verblijfsbelasting, ligt het voor de hand dat de te betalen toeristenbelasting zich richt naar de duur van het verblijf en het aantal personen dat verblijf houdt.

Artikel 6 Belastingtarief

De toeristenbelasting kan worden gezien als een algemene belasting waarvan de opbrengst ten goede komt aan de algemene middelen, uit welke middelen mede voorzieningen in het belang van het toerisme kunnen worden bekostigd. Voor de hoogte van de tarieven gelden geen beperkingen.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Per jaar wordt toeristenbelasting geheven.

Artikel 8 Wijze van heffing

Gekozen is voor een heffing bij wege van aanslag

Artikel 9 Betalingstermijn

Dit artikel regelt de betalingstermijn

Artikel 10 Kwijtschelding

Behoeft geen toelichting

Artikel 11 Aanmeldingsplicht/Registratieplicht

Teneinde tot registratie van de belastingplichtigen te komen - zulks mede ten dienste van de uitreiking van aangiftebiljetten en nachtverblijfregisters, alsmede het opleggen van voorlopige aanslagen - is in de verordening een bepaling opgenomen waarbij iedereen die belastingplichtig is of wordt, verplicht wordt hiervan aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen melding te doen.

Hij behoeft dit slechts éénmaal te doen en wel voordat hij voor de eerste maal daadwerkelijk gelegenheid tot overnachten biedt. Ook degenen die onder de oude verordening reeds belastingplichtig waren op het moment van inwerkingtreding van deze toeristenbelastingverordening, zijn gehouden zich aan te melden. Dit vloeit voort uit de bewoordingen "voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening".

De belastingplichtigen zijn verplicht de verblijfhoudenden te registreren in het door de gemeente kosteloos beschikbaar gestelde nachtverblijfregister.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

In de modelregeling zijn regels gesteld m.b.t.:

-de verplichting te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet;

-de mogelijkheid een voorlopige aanslag op te leggen;

-berekenen van invorderingsrente;

Het college van burgemeester en wethouders heeft in een regeling gemeentelijke belastingen de formele bepalingen over de heffing en invordering vermeld.

Artikel 13 Overgangsbepaling,

Artikel 13 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding en ingang van heffing

Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet de gemeente het besluit tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Bekendmaking geschiedt door middel van publicatie in het Gemeenteblad. Het Gemeenteblad moet elektronisch worden uitgegeven. Dit gebeurt op www.Overheid.nl. De dag van bekendmaking is de dag van publicatie op www.Overheid.nl. Dit is de datum waarop de tekst van de verordening daadwerkelijk beschikbaar is voor de burger. De datum van inwerkingtreding van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 16.

Artikel 15 Citeertitel

In artikel 15 is in de citeertitel een jaartal genoemd