Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent de heffing en invordering van ligplaatsen Verordening ligplaatsgeld 2019 |
Citeertitel | Verordening ligplaatsgeld 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening ligplaatsgeld 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2018 | Z-18-23711/ADV-18-05465 |
De Raad van de gemeente Maassluis;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 december 2018 tot het vaststellen van de tarieven belastingen en heffingen 2019, zaaknummer Z-18-23711, registratienummer ADV-18-05465
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van ligplaatsen 2019.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
vaartuigen: alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen; onder vaartuigen worden mede begrepen hout-, werk- en aanlegvlotten, pontons, al dan niet dienende tot het dragen van daarop geplaatste werktuigen;
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het recht wordt geheven per belastingjaar per strekkende meter van de ligplaats:
De hiervoor genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting (BTW).
Artikel 5. Bepalingen betreffende de maatstaf en het tarief
Telkens wanneer een ligplaats waarvoor een vergunning is verleend in de lengte wordt overschreden, waaronder wordt verstaan dat een op die ligplaats liggend vaartuig buiten de ligplaats uitsteekt langs een gedeelte van de gemeentelijke openbare kade waarlangs een recht van vaste ligplaats niet is verleend, is de houder van de vergunning verplicht hiervan kennis te geven aan de havenmeester en wel binnen zes uur nadat het vaartuig begonnen is van de ligplaats gebruik te maken. Ter zake van deze overschrijding is telkens een bijbetaling op het recht verschuldigd, welke, berekend naar de lengte van de overschrijding, per strekkende meter een tiende gedeelte van het recht bedraagt, dat ingevolge artikel 4 per jaar en per strekkende meter verschuldigd zou zijn.
De rechten bedoeld in artikel 4 en artikel 5, lid 2, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van ligplaatsgelden.
De ‘Verordening ligplaatsgeld 2018’ van 19 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.