Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Súdwest-Fryslân 2019 |
Citeertitel | nadere regels Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Súdwest-Fryslân 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | maatschappelijke ondersteuning |
Externe bijlagen | Nadere regels Wmo 2019; toelichting Nadere regels Wmo; bijlage 1 Nadere regels Wmo 2019 |
Geen
hoofdstuk 2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2018 | nieuwe regeling | 11-12-2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Súdwest-Fryslân 2018;
vast te stellen de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Súdwest-Fryslân 2019.
Deze nadere regels bestaan uit:
Hoofdstuk 1 Vormen van ondersteuning
Hoofdstuk 2 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Hoofdstuk 3 Bijdrage voor een algemene voorziening
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Hoofdstuk 5 Toegang tot voorzieningen
Hoofdstuk 6 Eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening
Hoofdstuk 7 Bepalen van de kostprijs van een maatwerkvoorziening
Hoofdstuk 8 Stallingsvoorzieningen scootmobielen
Hoofdstuk 9 Tegemoetkoming in diverse kosten
Hoofdstuk 10 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Hoofdstuk 11 Gebruikelijke hulp
Hoofdstuk 13 Het betrekken van ingezetenen bij het beleid
In deze nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Hoofdstuk 1 Vormen van ondersteuning
Artikel 1 Informatie en advies
Ondersteuning geboden door het gebiedsteam in de vorm van informatie, advies en algemene ondersteuning. Dit draagt bij aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het krijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening. Hierbij wordt waar mogelijk verwezen naar voorliggende en algemene voorzieningen. Het betreft een vrij toegankelijke ondersteuningsvorm.
Artikel 2 Mantelzorgondersteuning
Ondersteuning ten behoeve van de mantelzorger met als doel het blijvend kunnen bieden van de mantelzorg en het voorkomen van overbelasting van de mantelzorger.
Artikel 3 Individuele maatwerkvoorziening
In het Productenboek Maatwerkvoorzieningen worden de verschillende maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 beschreven. Gebiedsteammedewerkers kunnen op basis daarvan een keuze maken uit de best passende ondersteuningsvorm en maatwerk voor de cliënt toepassen.
Het betreft de volgende voorzieningen, waarbij voor een uitgebreide toelichting en de van toepassing zijnde tarieven wordt verwezen naar het Productenboek:
Beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding. Gericht op: het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen. Beschermd wonen is bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De centrumgemeente Leeuwarden verstuurt de beschikking voor de gemeente Súdwest-Fryslân; de toegang gaat via de gebiedsteams. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Beleidsregels Wmo 2018 van de centrumgemeente. Dit geldt ook voor de vormen van ondersteuning ThuisPLUS en Opvang.
Opvang: het bieden van een tijdelijk en veilig onderdak, begeleiding, informatie en advies aan een cliënt die, door één of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie heeft verlaten. Opvang betreft deels een algemene voorziening en deels een individuele maatwerkvoorziening. De centrumgemeente Leeuwarden voert dit uit voor de gemeente Súdwest-Fryslân.
Hoofdstuk 2 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Artikel 4 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Het college kan een uitvoeringsplan kwaliteit vaststellen waarin verdere eisen worden gesteld aan de kwaliteit van de voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen.
Hoofdstuk 3 Toegang tot voorzieningen
Het college verstrekt geen woonvoorziening:
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Het college onderzoekt in een gesprek van deskundigen van het gebiedsteam met de cliënt, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger(s) en desgewenst andere betrokkenen, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning van cliënt;
Voor elke aanvraag voor ondersteuning anders dan enkelvoudige advisering wordt samen met de cliënt en eventueel het netwerk een ondersteuningsplan gemaakt, dat volgt uit de brede vraagverheldering (gesprek) waarin ook het eventuele persoonlijk plan wordt verwerkt. Desgewenst kan er ook een advies van een deskundige worden opgenomen. Het college draagt zorg voor het opstellen van het ondersteuningsplan.
Uiterlijk binnen twintig werkdagen na het gesprek verstrekt het college aan cliënt een ondersteuningsplan waarin de uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt. Het college kan van deze termijn afwijken, indien voor het verstrekken van een maatwerkvoorziening advies van een extern gekwalificeerd persoon nodig is, of dat zij dit nodig acht in verband met een zorgvuldig tot stand gekomen ondersteuningsplan. Cliënt wordt van een dergelijk uitstel tijdig in kennis gesteld.
Op de aanvraag voor een individuele maatwerkvoorziening ontvangt de cliënt binnen 40 werkdagen na ontvangst van de melding een beschikking van het college. Het college kan van deze termijn afwijken, indien voor het verstrekken van een maatwerkvoorziening advies van een extern gekwalificeerd persoon nodig is, of dat zij dit nodig acht in verband met een zorgvuldig tot stand gekomen ondersteuningsplan. De cliënt wordt van een dergelijk uitstel tijdig in kennis gesteld.
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 13 Voorwaarden voor een pgb
Om te bepalen of een persoonsgebonden budget (pgb) voor de cliënt toegankelijk en passend is en conform de daarvoor opgestelde regels wordt besteed, worden de volgende aspecten getoetst en/of gewogen:
Om in aanmerking te komen voor een pgb dient te zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het ondersteuningsaanbod dat met een pgb zal worden ingekocht is veilig, doeltreffend en cliëntgericht en voldoet aan algemeen geldende kwaliteitseisen zoals genoemd in hoofdstuk 2, artikel 4. Voor zorgaanbieders die vanuit het pgb formele ondersteuning bieden, gelden dezelfde (wettelijke) eisen als bij zorgaanbieders die vanuit Zorg in natura ondersteuning bieden. Voor informele ondersteuning vanuit het pgb zal ook worden gekeken naar de algemeen geldende kwaliteitseisen zoals genoemd in hoofdstuk 2, artikel 4.
Met een pgb kan de cliënt zelf individuele maatwerkvoorzieningen inkopen. De zelfgekozen zorgaanbieder/leverancier/aanbieder kan in bepaalde gevallen meer passend en/of goedkoper zijn. De cliënt voert met een pgb zelf regie over zijn eigen ondersteuning. De cliënt kan met een pgb kiezen voor formele ondersteuning, en/of informele ondersteuning. Inzet van het sociaal netwerk met een vergoeding vanuit een pgb kan alleen in situaties waarin het de gebruikelijke hulp overstijgt en dit aantoonbaar tot een beter resultaat leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan formele ondersteuning of zorg in natura.
De zorgaanbieder die de formele ondersteuning vanuit een pgb biedt mag niet ook de rol van budgetbeheerder op zich nemen. De zorgaanbieder die de informele ondersteuning vanuit een pgb biedt mag niet ook de rol van budgetbeheerder op zich nemen, tenzij het een ouder van een jeugdige betreft of er geen alternatief is.
PGB-houders die langer dan 6 weken naar het buitenland gaan en hun ondersteuning in het buitenland willen inkopen, moeten toestemming vragen aan het college. Het inkopen van ondersteuning in het buitenland is maximaal 13 weken per kalenderjaar toegestaan. Het pgb wordt dan aangepast aan de tarief dat gehanteerd wordt in het land waar men gedurende deze periode verblijft, met een maximum van het binnen de gemeente Súdwest-Fryslân vastgestelde pgb tarief.
De cliënt mag, naar zijn of haar behoefte, de ene periode meer ondersteuning inkopen dan de andere periode, zolang het totaal beschikte budget (per kalenderjaar) niet wordt overschreden. De cliënt is in dit geval wel verplicht om per periode een factuur in te dienen over de werkelijk ontvangen uren ondersteuning. Het afspreken van een vast maandbedrag is in dit geval niet toegestaan.
Het pgb wordt niet rechtstreeks overgemaakt op de rekening van de cliënt, maar aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit is wettelijk geregeld om misbruik en oneigenlijk gebruik van PGB tegen te gaan. De SVB doet de betalingen rechtstreeks aan de zorgaanbieder. Deze regeling, trekkingsrecht geheten, geldt voor alle gemeenten.
Artikel 14 Terugbetaling bij verkoop
De belanghebbende die een woonvoorziening in eigendom heeft ontvangen, dient de meerwaarde van de woning die het gevolg is van de getroffen woonvoorziening bij verkoop van de woning terug te betalen, waarbij rekening wordt gehouden met een afschrijvingspercentage van 10% per jaar.
Hoofdstuk 6 Eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening
Artikel 17 Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De gemeente hanteert de maximale bedragen van artikel 3.1, eerste lid, van het Besluit, uitgezonderd de maatwerkvoorzieningen waar de gemeente op basis van de wet geen eigen bijdragen mag heffen. De bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Besluit. Tijdens het keukentafelgesprek informeert de medewerker van het gebiedsteam de cliënt actief over de eigen bijdrage en doet desgewenst een proefberekening. Indien geen proefberekening wordt gedaan informeert de medewerker over de mogelijkheid hiervan via www.hetcak.nl, al dan niet met behulp van het eigen netwerk. Op basis van het van besluit van 6 december 2017 (481) heeft de gemeente de mogelijkheid om in 2 specifiek omschreven situaties de eigen bijdrage voor een bepaalde tijd op nihil te stellen, mits dit goed gemotiveerd wordt door het college.
Artikel 18 Duur eigen bijdrage
De duur van de betaling van de eigen bijdrage is gekoppeld aan het gebruik van de voorziening en aan de maximale kostprijs voor de gemeente.
Hoofdstuk 9 Tegemoetkoming in diverse kosten
Artikel 23 Tegemoetkomingen in diverse kosten
De gemeente kan in bepaalde situaties een financiële tegemoetkoming toekennen. Het betreft hier in iedere situatie maatwerk, op basis daarvan wordt de hoogte van de tegemoetkoming bepaald. De gemeente kan in alle gevallen aanvrager vragen om de aanvraag te baseren op twee of drie offertes. Het kan hier gaan om:
De bedragen die genoemd zijn in de leden 1 tot en met 4 kunnen jaarlijks worden geïndexeerd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, waarbij het voorlopige cijfer wordt gebruikt van de maand oktober van het lopende jaar, gerekend over een periode van de 12 voorafgaande maanden. De bedragen worden afgerond op hele Euro’s.
Hoofdstuk 10 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Artikel 24 Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
Voor personen met een beperking of chronische problemen die een inkomen hebben lager dan 120% van de bijstandsnorm, kent de gemeente een uitgebreide collectieve zorgverzekering of een tegemoetkoming voor de premie aanvullende zorgverzekering. Via bijzondere bijstand kunnen personen met een beperking of chronische problemen een tegemoetkoming ontvangen voor het volledig verbruikte verplichte eigen risico.
Hoofdstuk 11 Gebruikelijke hulp en informele hulp
Artikel 25 Algemene opvatting gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is hulp die verwacht wordt van huisgenoten, die “normaal” wordt geacht in de relatie tussen huisgenoten en/of niet structureel meer is dan wanneer de huisgenoot geen beperking zou hebben. Het is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders, inwonende kinderen of andere volwassen huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Dit omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden en voor elkaar.
Gebruikelijke hulp is alleen aan de orde als er een leefeenheid is die een gezamenlijk huishouden voert. Uitwonende kinderen vallen hier dus buiten. Bij gebruikelijke hulp wordt het protocol ‘Gebruikelijke Zorg’ (CIZ, 2005) gehanteerd.
Artikel 26 Gebruikelijke hulp door inwonende kinderen
Voor gebruikelijke hulp door inwonende kinderen geldt dat van hen dezelfde bijdrage aan het huishouden wordt verwacht als de “normale” bijdrage van kinderen van desbetreffende leeftijd. Hierbij wordt aangemerkt dat er oog moet zijn voor de grenzen van gebruikelijke hulp door kinderen en waar nodig de intensiteit te begrenzen, er is sprake van maatwerk. Meer dan het normale wordt niet meegenomen bij de Wmo-indicatiestelling van ouders. Bij gebruikelijke hulp door inwonende kinderen wordt het protocol ‘Gebruikelijke Zorg’ (CIZ, 2005) gehanteerd, zoals vastgesteld onder artikel 25, lid 1.
Inwonende kinderen beneden 18 jaar die mantelzorg verlenen aan hun ouders worden niet meegenomen bij de Wmo-indicatiestelling van de ouders en juist zoveel mogelijk ontlast..
Artikel 27 Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Artikel 28 Blijk van waardering voor mantelzorgers
Mantelzorgers van cliënten in de gemeente komen in aanmerking voor een jaarlijkse blijk van waardering. Het college heeft bij nadere regels bepaald op welke wijze inhoud wordt gegeven aan de mantelzorgwaardering, hiervoor wordt verwezen naar de Nadere regels mantelzorgwaardering gemeente Súdwest-Fryslân 2018.