Organisatie | Bergen op Zoom |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de Gemeenteraad van Bergen op Zoom inhoudende Verordening hondenbelasting Bergen op Zoom 2019 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting Bergen op Zoom 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financien en Gemeentelijke Belastingen |
Geen
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 02-01-2020 | Nieuwe regeling | 19-12-2018 | RVB18-0071 |
De raad van de gemeente Bergen op Zoom;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, nr. RVB18-0071;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2019
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder een hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder kennel verstaan een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren, bestemd en gebruikt voor het fokken van honden voor de verkoop of aflevering van nakomelingen.
3. Het tweede lid blijft buiten toepassing wanneer de belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00, dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnbedragen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het vierde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.
Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding
De ‘Verordening hondenbelasting Bergen op Zoom 2018’, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2017, nr. RVB17-0070, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.