Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019
CiteertitelVerordening precariobelasting 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVolkshuisvesting en woningbouw

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201801-01-2020Nieuwe regeling

13-12-2018

gmb-2018-277678

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019

De raad van de gemeente Drimmelen;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018;

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

 

vast te stellen: Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    een jaar: een kalenderjaar;

  • b.

    een half jaar: een periode van 6 achtereenvolgende maanden;

  • c.

    een kwartaal: een periode van 3 achtereenvolgende maanden;

  • d.

    een maand: een kalendermaand;

  • e.

    een week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen;

  • f.

    een dag: een periode van 24 achtereenvolgende uren;

  • g.

    een dagdeel: een periode van 6 achtereenvolgende uren;

  • h.

    een uur: een periode van 60 achtereenvolgende minuten;

  • i.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De in deze verordening genoemde belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1.

    Behoudens het bepaalde in de leden 4 en 5, wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt;

  • 2.

    Voor de berekening van het aantal m² wordt uitgegaan van de buitenste maten van het voorwerp dat zich onder, op, of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond bevindt;

  • 3.

    Bij toepassing van een per tijdseenheid vastgesteld tarief wordt de totale belastingschuld niet hoger vastgesteld dan het bedrag dat verschuldigd zou zijn bij toepassing van het tarief voor een opvolgende tijdseenheid;

  • 4.

    Indien voor een belastbaar feit in de tarieventabel uitsluitend een jaartarief is opgenomen en de belastingplicht vangt aan in de loop van het belastingtijdvak, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven;

  • 5.

    Indien voor een belastbaar feit in de tarieventabel uitsluitend een jaartarief is opgenomen en de belastingplicht eindigt in de loop van het belastingtijdvak, dan is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als het aantal volle maanden dat de belastingplicht heeft bestaan;

  • 6.

    Belastingbedragen van in totaal minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2.

    In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Tijdstip van betaling

De belasting moet worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de in artikel 8 bedoelde aanslag.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De precariobelasting als bedoeld in deze verordening, is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 11 Overgangsrecht standplaatsen

Het gestelde in deze verordening is slechts van toepassing op het innemen van een standplaats op basis van een vergunning die op 1 januari 1998 niet eerder is verleend. Standplaatshouders die reeds voor 1 januari 1998 een vergunning hadden voor het plaatsen en geplaatst houden van een voorwerp op een bepaalde plaats, behouden de rechten die zij daaraan ontlenen. In de bijlage bij deze verordening is een overzicht van verworven rechten opgenomen. De daarin opgenomen tarieven voor deze rechten kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening precariobelasting 2018", vastgesteld op 14 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2019".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 13 december 2018

F.M.C.Ronde

griffier

drs. G.L.C.M. deKok

voorzitter

Bijlage behorende bij de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting gemeente Drimmelen 2019

 

De rechten als bedoeld in artikel 10 van de verordening precariobelasting 2019

 

Standplaats

Dagdelen

Tarieven 2019

Hoek Marktstraat/ Schoolstraat te Made

Vrijdagavond,

Zaterdag en Zondag

€ 3.593,50 per jaar

Hoek Dorpsstraat/ Biesboschweg te Drimmelen

Vrijdag, Zaterdag en Zondag.

Gehele week in juli en augustus additioneel

€ 1.908,25 per jaar

 

€ 333,00

Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2019

1 Bouwmaterialen en bouwmaterieel

Het tarief voor bouwmaterialen en/of bouwmaterieel bedraagt:

 

oppervlakte bouwmaterialen

week

< 10 m²

€ 12,50

11 – 25 m²

€ 25,00

26 – 50 m²

€ 37,50

voor iedere volgende 50 m² of een gedeelte daarvan

 

€ 50,00

2 Leidingen, kabels en buizen

Het tarief voor leidingen, kabels en buizen bedraagt per m¹ per jaar € 2,59

3 Terrassen

Het tarief voor banken, stoelen, tafels, tochtschermen e.d. bedraagt:

 

oppervlakte terras

< week >

week - jaar

< 10 m²

€ 25,70

€ 184,20

11 – 25 m²

€ 38,70

€ 264,00

26 – 50 m²

€ 51,50

€ 395,30

> 50 m²

€ 64,40

€ 528,00

4 Standplaatsen

Het tarief voor het innemen van een standplaats in de kernen Made, Drimmelen en Terheijden, bedraagt per dagdeel per jaar € 528,00.

 

Het tarief voor het innemen van een standplaats in de kernen Wagenberg en Lage Zwaluwe bedraagt per dagdeel per jaar € 395,30.

 

Het tarief voor het innemen van een standplaats in de kern Hooge Zwaluwe bedraagt per dagdeel per jaar € 198,25.