Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2019 |
Citeertitel | Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 35 van de Participatiewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-01-2024 | artikel 1, 8, 11 | 28-11-2023 | D2023-11-010765 | ||
10-01-2023 | 01-11-2022 | 16-01-2024 | artikel 6 | 20-12-2022 | |
29-12-2018 | 10-01-2023 | Nieuwe regeling | 06-11-2018 |
Onderstaande artikelen dienen als een richtlijn voor het toepassen van bijzondere bijstand. Maatwerk is leidend.
Artikel 3 Bijzonder noodzakelijke kosten
Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien aard en doel, wordt geacht voor de aanvrager toereikend en passend te zijn. Het recht op bijzondere bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.
Het eerste lid is niet van toepassing indien verlenging van bijzondere bijstand wordt verleend in de vorm van een collectieve zorgverzekering of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering als bedoeld in artikel 35 lid 3 Participatiewet. Het college stelt voor deze doelgroep het recht op bijzondere bijstand jaarlijks ambtshalve vast.
De draagkracht wordt berekend over een periode van in beginsel maximaal 12 maanden vanaf de eerste dag van de maand waarin het recht op bijzondere bijstand ontstaat. Eventuele stijgingen in het inkomen lopende het draagkrachtjaar leiden niet tot een nieuwe vaststelling. Pas na afloop van het draagkrachtjaar vindt een nieuwe vaststelling plaats.
Bij belanghebbenden ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (Wsnp) is uitgesproken of die tot een minnelijk schuldregelingstraject (MSNP) op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is toegelaten, wordt de draagkracht op nihil vastgesteld.
De zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) gelden als passende en toereikende voorliggende voorzieningen voor medische kosten. Kosten die onder de werkingssfeer van deze regelingen vallen, maar waarvoor geen (volledige) vergoeding wordt gegeven, komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking.
Voor reiskosten is in de volgende gevallen bijzondere bijstand voor een belanghebbende mogelijk:
reiskosten in verband met een bezoek aan een tijdelijk maar langer dan 6 weken elders verblijvende partner en/of minderjarige kinderen in detentie of inrichting, waarbij de partner en/of minderjarige kinderen vóór de detentie of verblijf in de inrichting woonachtig moet zijn geweest op het adres waar de belanghebbende woont;
Voor het bezoek, zoals bedoeld in het voorgaande lid, geldt een vergoeding op basis van een frequentie van maximaal één keer per week voor de partner in detentie en maximaal één per dag voor de partner in een inrichting en voor het bezoek aan een minderjarig kind maximaal één keer per dag. De frequentie wordt op basis van noodzaak individueel bepaald.
Artikel 14 Rechtsbijstand en griffierechten
Indien sprake is van een toevoeging op grond van de Wet op de rechtsbijstand komen door de Raad voor de Rechtsbijstand opgelegde eigen bijdrage voor rechtsbijstand, alsmede de verschuldigde griffierechten voor vergoeding in aanmerking voor zover deze kosten betrekking hebben op de aanvrager zelf dan wel zijn in Nederland verblijvende kinderen jonger dan 18 jaar.
Indien bijzondere bijstand wordt verleend voor eigen bijdrage rechtsbijstand, wordt op de door de Raad voor Rechtsbijstand opgelegde bijdrage (toevoeging), een bedrag in mindering gebracht als de belanghebbende geen diagnosedocument van het Juridisch Loket kan overleggen of anderszins aantoont over een dergelijk diagnosedocument te beschikken. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 2 lid 6 van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand.
Voor extra stookkosten kan, voor zover de noodzaak blijkt uit medische advisering, bijzondere bijstand worden verleend ter hoogte van de meerkosten. Vaststelling van de bijzondere bijstand en de jaarlijkse indexatie vindt plaats aan de hand van de door de VNG vastgestelde “GMD-lijst inkomensondersteunende voorzieningen”.
Artikel 17 Bewassingskosten/slijtage
Voor extra bewassingskosten of kosten als gevolg van slijtage kan, voor zover de noodzaak blijkt uit medische advisering, bijzondere bijstand worden verleend ter hoogte van de meerkosten. Vaststelling van de bijzondere bijstand en de jaarlijkse indexatie vindt plaats aan de hand van de door de VNG vastgestelde “GMD-lijst inkomensondersteunende voorzieningen”.
Voor de extra kosten die verbonden zijn aan het volgen van een dieet, niet zijnde een dieetpreperaat en voor zover de noodzaak blijkt uit een advies van een diëtist of medische advisering, kan bijzondere bijstand worden verleend ter hoogte van deze meerkosten. Vaststelling van de bijzondere bijstand en de jaarlijkse aanpassing van de meerkosten vindt plaats aan de hand van de prijzengids Nibud.
Artikel 19 Kosten curatele, bewindvoering
De belanghebbende die door de rechtbank onder curatele, mentorschap of onder bewind is gesteld, voor zover niet vallende onder de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, kan in aanmerking komen voor bijzondere bijstand voor de betreffende kosten voor zover deze kosten niet uit de eigen draagkracht en/of vermogen kunnen worden betaald.
Artikel 21 Overbruggingsuitkering statushouders
Aan statushouders die zich voor het eerst vestigen in De Ronde Venen in verband met de taakstelling huisvesting vergunninghouders wordt een overbruggingsuitkering toegekend van een maand. Deze is gelijk aan de hoogte van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief vakantiegeld. Op deze overbruggingsuitkering wordt verplicht, conform artikel 55 PW, de eerste maand huur met bijkomende administratiekosten ingehouden en doorbetaalt aan de verhuurder.
Het college kan, onverminderd artikel 18 lid 1 van de wet, in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.
Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2019”.
Belanghebbenden die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels bijzondere bijstand op grond van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimabeleid De Ronde Venen 2014 ontvangen, behouden – bij ongewijzigde omstandigheden bij belanghebbende – hun aanspraken overeenkomstig de bepalingen van die beleidsregels en, voor zover van toepassing, tot de einddatum van de in het toekenningsbesluit genoemde periode.
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,
de secretaris,
LilianSchreurs
de burgemeester,
MaartenDivendal
Lid 2 sub c: de voor de belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm houdt in dat er rekening wordt gehouden met de kostendelersnorm.
In het kader van de Maatschappelijke Agenda is het noodzakelijk dat we kijken naar wat de belanghebbende nodig heeft, om zo iedere inwoner de hulp te bieden die hij/zij nodig heeft. Belangrijk is daarom dat er maatwerk wordt geleverd. Onderstaande artikelen zijn richtlijnen om tot oplossingen te komen, maar indien noodzakelijk kan hiervan worden afgeweken.
Lid 1: Bij het in aanmerking te nemen inkomen moet rekening worden gehouden met een eventuele beslaglegging en ook met heffingskortingen wanneer mensen hier wel recht op hebben, maar deze niet hebben aangevraagd.
Lid 2: In artikel 31 lid 2, waarnaar in dit lid verwezen wordt, staat beschreven wat niet tot de middelen (inkomen en vermogen) van de belanghebbende worden gerekend, zoals onder andere een vrijwilligersvergoeding, premie ter bevordering van de arbeidsinschakeling en inkomsten van zijn/haar inwonende kinderen.
Woonplaats zoals bedoeld in de artikel 10, lid 1 en artikel 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 7 Terugwerkende kracht
Lid 1: Het tijdstip waarop de kosten zijn gemaakt wordt niet bepaald door de facturatiedatum, maar door het tijdstip waarop de kosten zijn opgekomen (CRvB 20 november 2012, LJN BY3781).
Lid 2: De meldingsdatum voor deze aanvragen moet dus sowieso liggen voordat de kosten zijn gemaakt. Dit zijn namelijk geen kosten die plotseling komen opzetten. De enkele omstandigheid dat vooraf niet bekend is hoe hoog de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zullen uitvallen, vormt geen beletsel om een aanvraag bijzondere bijstand in te dienen en vormt daarom geen bijzondere omstandigheid die noopt tot bijstandsverlening met terugwerkende kracht (CRvB 01 mei 2013, LJN BZ9177).
Met het verbod om toekenning met terugwerkende kracht moet echter niet te streng worden omgegaan bij de bijzondere bijstand. Het kan immers gebeuren dat het indienen van een aanvraag voordat de kosten zich voordoen onmogelijk is. Vasthouden aan het verbod op bijstandsverlening met terugwerkende kracht zou in die gevallen betekenen dat de functie van de bijzondere bijstand wordt uitgehold.
Lid 1, sub b: In deze situatie gaat het om inwoners die een minimuminkomen hebben boven de 120%, maar waarbij na de draagkrachtberekening, zoals in dit artikel is beschreven, zij kosten hebben die de draagkracht te boven gaan.
Lid 3: We spreken hier van netto bedragen.
Lid 8: Van deze mensen kunnen we aannemen dat zij geen draagkracht hebben, ook al ligt hun inkomen hoger dat het minimuminkomen van 120%.
Lid 11: Het college heeft op basis van artikel 35 lid 2 van de wet de bevoegdheid om aanvragen bijzondere bijstand die minder bedragen dan € 132,- (bedrag zoals bepaald in 2018) te weigeren. Het college heeft besloten van deze bevoegdheid geen gebruik te maken.
Artikel 9 Draagkracht verrekening
Lid 2: De draagkracht bij periodieke bijzondere bijstand wordt verdeeld over het aantal maanden waarop de bijzondere bijstand betrekking heeft of tot einde draagkrachtperiode. Bij een nieuwe aanvraag voor niet-periodieke bijzondere bijstand kan rekening worden gehouden met de nog resterende draagkracht van dat jaar. Dit zorgt ervoor dat er geen situaties ontstaan waarbij er de eerste maanden helemaal niks wordt uitbetaald en de betaling pas na (enkele) maanden kan worden gedaan. Vooral in gevallen dat er beslag ligt op het inkomen is dit een betere oplossing.
Artikel 10 Vorm bijzondere bijstand
Lid 2, sub b: het college bepaalt of er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid op basis van de omstandigheden van de situatie.
Artikel 11 Collectieve zorgverzekering
Lid 3: een reeds bij de zorgverzekering, die voor de gemeente de collectiviteit verzorgt, verzekerde kan gedurende het jaar worden toegelaten tot de collectieve zorgverzekering. De collectiviteit zal per de eerste van de volgende maand ingaan. Voor statushouders geldt de ingangsdatum van de uitkering.
Kosten die onder de werkingssfeer van deze regelingen vallen, maar waarvoor geen (volledige) vergoeding wordt gegeven, komen niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Een aanvullende verzekering wordt ook gezien als een voorliggende voorziening, belanghebbende had namelijk de mogelijkheid om deze te nemen. Een aanvullende verzekering valt ook onder de werkingssfeer van de Zvw.
Lid 5: Het bedrag van € 0,19 is gelijk aan de onbelaste reiskostenvergoeding voor zakelijke kilometers op grond van de Wet op de inkomstenbelasting.
Artikel 14 Rechtsbijstand en griffierechten
De Wet op de Rechtsbijstand (Wrb) geldt als voorliggende voorziening voor de kosten van rechtsbijstand, maar niet voor de eigen bijdrage en de kosten griffierechten.
Lid 2: Indien op grond van een toevoeging krachtens de Wrb rechtsbijstand wordt verleend, dient in beginsel de noodzaak voor het verlenen van rechtshulp te worden aangenomen. Het is daarbij niet meer van belang waarover geprocedeerd wordt.
Lid 1: Dit lid is ook van toepassing wanneer belanghebbende een huurwoning krijgt toegewezen in een gebroken maand, hij/zij heeft pas recht op huurtoeslag op de eerste van de volgende maand. Vb: wanneer de woning wordt betrokken op 15 september bestaat er pas recht op huurtoeslag vanaf 1 oktober. Over de periode van 15 september tot en met 30 september bestaat recht op woonkostentoeslag ter hoogte van de huurtoeslag. Dit geldt ook voor statushouders.
Lid 2: Aan belanghebbende is de verplichting verbonden dat belanghebbende alles in het werk stelt om goedkopere woonruimte te verkrijgen die passend is bij de eigen financiële omstandigheid.
Lid 3: Een verlenging zoals bedoeld in dit lid kan enkel worden gegeven als belanghebbende aantoonbaar alles in het werk heeft gesteld om andere woonruimte te vinden.
Lid 4: Het volledige inkomen boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm geldt als draagkracht en wordt in mindering gebracht op de berekende toeslag. Dit is in afwijking op artikel 8 lid 2 van de beleidsregels.
Volgens vaste rechtspraak moet de Wet op de huurtoeslag (Wht) met betrekking tot woonkosten als een aan de bijstand voorliggende, passende en toereikend te achten voorliggende voorziening worden beschouwd (CRvB 13 september 2011, LJN: BT1740). Dit betreft ook de situatie dat geen huurtoeslag wordt verleend omdat de rekenhuur te hoog is.
Slechts wanneer er sprake is van een uit bijzondere omstandigheden voortkomende noodzaak om een huurwoning te bewonen met een te hoge rekenhuur kan er tijdelijk een woonkostentoeslag worden verstrekt. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een plotselinge inkomensachteruitgang. De hoogte van de toeslag wordt berekend aan de hand van de Wht systematiek. Het meerdere boven de maximale huurgrens wordt geheel in aanmerking genomen bij de bepaling van de hoogte van de toeslag. Stel de huurtoeslag grens ligt op € 710,- en de huur is € 800,-, dan wordt de € 90,- geheel meegenomen in de woonkostentoeslag.
Woonkostentoeslag eigen woning
Bij een aanvraag om woonkostentoeslag eigen woning wordt de waarde gebonden in de eigen woning vastgesteld en wordt beoordeeld of tegeldemaking, bezwaring of verdere bezwaring aan de orde is.
Slechts wanneer sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten kan tijdelijk woonkostentoeslag worden verstrekt.
Bij een eigen woning worden de volgende kosten als woonkosten in aanmerking genomen:
Artikel 19 Kosten curatele, bewindvoering
Als de kosten door de rechter zijn vastgesteld dan betekent dit dat deze kosten noodzakelijk zijn en voortvloeien uit de bijzondere individuele omstandigheden van belanghebbende. Voor de salariskosten van een door de rechtbank benoemde bewindvoerder in het kader van de Wsnp is geen bijzondere bijstand mogelijk. Deze kosten dienen uit de boedel te worden voldaan. Als de boedel geen ruimte biedt voor de betaling van het voorschot op het salaris, doen de kosten zich niet voor en zijn deze, indien deze zijn voldaan, zonder noodzaak betaald (CRvB 29 maart 2011, LJN BP9870).
Artikel 20 Verhuis- en inrichtingskosten, duurzame gebruiksgoederen
Lid 1: verhuis- en inrichtingskosten gelden als algemene kosten van bestaan, waardoor er in beginsel geen bijzondere bijstand voor mogelijk is. Doorgaans is een verhuizing gepland en te voorzien en wordt men geacht hiervoor te reserveren. Als reservering en een lening niet mogelijk is dan kan als er sprake is van bijzondere omstandigheden bijzondere bijstand worden verleend.
Lid 3: Voor de hoogte van de bijzondere bijstand wordt in beginsel aangesloten bij de Nibud-normen. Het college kan hiervan afwijken als kan worden volstaan met goederen van de kringloopwinkel of marktplaats.
De noodzaak om te verhuizen staat in elk geval vast als er sprake is van een verhuizing in verband met woonkosten die door tijdsverloop dusdanig hoog zijn geworden dat er geen recht op huurtoeslag meer bestaat. Indien er sprake is van een verhuizing ter bevordering van het langer zelfstandig wonen of om andere medische redenen wordt de Wet maatschappelijke voorziening (Wmo) als een toereikende voorliggende voorziening beschouwd.
Kosten die in aanmerking komen zijn de transportkosten en de kosten van de dubbele huur gedurende één maand.
De noodzakelijke kosten van inrichting van een woning komen voor bijstandsverlening in aanmerking als belanghebbende behoort tot de doelgroep en feitelijk geen goederen en/of middelen bezit om een woning in te richten. De volgende mensen behoren tot bovengenoemde doelgroep:
Onder duurzame gebruiksgoederen wordt onder andere een wasmachine, koelkast, gasfornuis, ledikant en matras verstaan.
Artikel 21 Overbruggingsuitkering statushouders
Dit artikel is er om er voor te zorgen dat statushouders niet met een schuld hoeven te beginnen. Voor andere inwoners van De Ronde Venen dit artikel in principe niet, omdat zij niet blanco beginnen in de gemeente. Voor hen wordt het voorschot als bedoeld in artikel 52 van de wet als afdoende oplossing beschouwd.
Bijzondere bijstand wordt primair op grond van de wettelijke bepalingen en deze beleidsregels vastgesteld, maar bij zeer bijzondere individuele omstandigheden die de persoon, zijn sociale omgeving of zijn gezin raken, kan de bijstand afwijkend worden vastgesteld.