Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijnwaarden

Verordening op de Wmo-raad gemeente Rijnwaarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijnwaarden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Wmo-raad gemeente Rijnwaarden
CiteertitelVerordening op de Wmo-raad gemeente Rijnwaarden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 84 en 149 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2010Nieuwe regeling

02-11-2010

Rijnwaarden Post, 22-12-2010

2010.5771

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Wmo-raad gemeente Rijnwaarden

Verordening op de Wmo-Raad Gemeente Rijnwaarden

De raad van de gemeente Rijnwaarden,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28-9-2010,

gelet op de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet,

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en het daaruit voortkomende Beleidsplan ‘Wet maatschappelijke ondersteuning 2008-2011’,

BESLUIT :

vast te stellen de Verordening op de Wmo-raad gemeente Rijnwaarden

Artikel 1. Algemene Bepalingen

  • a.

    Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b.

    Cliënt: de persoon die een beroep kan doen op en/of belang heeft bij de Wmo.

  • c.

    Wmo-raad: de raad die met en tegenover de gemeente Rijnwaarden de algemene belangenbehartigt van cliënten, belanghebbenden en belangengroeperingen van de Wmo.

  • d.

    De gemeente: de gemeente Rijnwaarden.

  • e.

    De gemeenteraad: de raad van de gemeente Rijnwaarden.

  • f.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwaarden.

  • g.

    Prestatievelden: in de Wmo worden 9 prestatievelden onderscheiden waarop gemeentelijk beleid moet zijn ontwikkeld:

  • 1.

    sociale samenhang en leefbaarheid

  • 2.

    jeugdbeleid en opvoedingsondersteuning

  • 3.

    informatie, advies en cliëntondersteuning

  • 4.

    mantelzorgondersteuning en vrijwilligersbeleid

  • 5.

    bevorderen van deelname aan het maatschappelijke verkeer en zelfstandig functioneren met een beperking

  • 6.

    verlenen van voorzieningen ten behoeve van het behouden en bevorderen van zelfstandig functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer

  • 7.

    maatschappelijke opvang (waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld)

  • 8.

    bevorderen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ)

  • 9.

    verslavingsbeleid

Artikel 2. Taken en bevoegdheden Wmo-raad

  • 1.

    Met de instelling van de Wmo-raad als advies- en overlegorgaan van het college wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de burgerparticipatie en de dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo in het belang van cliënten en burgers, andere belanghebbenden en belangengroeperingen opdat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden, rechten en voorzieningen die de Wmo heeft.

  • 2.

    De Wmo-raad heeft tot taak het tijdig, als onafhankelijk orgaan, gevraagd en ongevraagd adviseren van en overleggen met het college over alle onderwerpen betreffende de vorming, de uitvoering, de controle, de evaluatie en de verbetering van het beleid ten aanzien van cliënten en burgers, andere belanghebbenden en belangengroeperingen daaronder begrepen de wijze waarop de rijkswetgeving wordt uitgevoerd.

  • 3.

    Het college vraagt de Wmo-raad in ieder geval advies over:

    • a.

      het vierjaarlijks op te stellen beleidsplan Wmo;

    • b.

      vaststelling, verbetering en wijziging van de uitvoeringsplannen die ter uitvoering van het beleidsplan worden opgesteld;

    • c.

      vaststelling, verbetering en wijziging van verordeningen die ter uitvoering van dit plan worden opgesteld;

    • d.

      de wijze waarop de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning gewaarborgd blijft;

    • e.

      de wijze waarop cliënten keuzevrijheid wordt geboden;

    • f.

      het inkoopbeleid van de gemeente in het kader van de Wmo;

    • g.

      de invulling van de prestatievelden van de Wmo.

  • 4.

    Door het college wordt een termijn van minimaal vier weken aangehouden voor het door de Wmo-raad uit te brengen advies, zodat het uit te brengen advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in dat:

    • a.

      de Wmo-raad wordt betrokken bij de ontwikkeling en vaststelling van nieuw beleid;

    • b.

      de Wmo-raad wordt betrokken bij het formuleren en vaststellen van de vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie en de verantwoording van het gevoerde beleid en bij de bespreking van de evaluatie.

  • 5.

    Van een besluit tot het wel of niet overnemen door het college van een advies van de Wmo-raad wordt de Wmo-raad schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte gesteld.

  • 6.

    In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad wordt dit met redenen omkleed bij het voorstel vermeld.

  • 7.

    Het advies van de Wmo-raad wordt samen met het voorstel van het college meegestuurd aan de gemeenteraad.

  • 8.

    De adviezen van de Wmo-raad zijn openbaar.

  • 9.

    Teneinde haar adviserende taak goed te kunnen uitvoeren voorziet het college de Wmo-raad van relevante informatie.

  • 10.

    De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voorzover die betrekking hebben op individuele cliënten, met uitzondering van de hierbij gehanteerde regels en procedures.

Artikel 3. Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De Wmo-raad heeft naast de onafhankelijke voorzitter maximaal 14 leden.

  • 2.

    De leden van de Wmo-raad vertegenwoordigen een achterban. De leden van de Wmo-raad zitten niet op persoonlijke titel in de raad maar op voordracht van hun achterban.

  • 3.

    De achterban maakt zelf met elkaar afspraken over het komen tot een voordracht voor hun vertegenwoordiger in de Wmo-raad en over de onderlinge communicatie alsook over de communicatie tussen hen en de vertegenwoordiger in de Wmo-raad.

  • 4.

    Uit alle 9 prestatievelden zijn belangenbehartigers vertegenwoordigd die ieder optreden voor een eigen achterban.

  • a.

    sociale samenhang en leefbaarheid (prestatieveld 1). Een vertegenwoordiger namens alle dorpsbelangenverenigingen.

  • b.

    jeugdbeleid en opvoedingsondersteuning (prestatieveld 2). Een vertegenwoordiger namens alle jeugd- en jongerenverenigingen (incl. scouting e.d.).

  • c.

    Informatie, advies en cliëntondersteuning (prestatieveld 3). Een vertegenwoordiger namens alle vrouwenverenigingen. Een vertegenwoordiger namens alle kerken en charitatieve instellingen (zoals bijvoorbeeld het Rode Kruis, Zonnebloem en EHBO).

  • d.

    mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk (prestatieveld 4). Een vertegenwoordiger namens vrijwilligers uit het verenigingsleven . Een vertegenwoordiger namens de mantelzorgers.

  • e.

    bevordering deelname maatschappelijk verkeer en verlening voorzieningen ten behoeve van functioneren of deelname aan het maatschappelijk verkeer(prestatieveld 5 en 6); Een vertegenwoordiger namens de ouderenorganisaties. Een vertegenwoordiger namens de lokale gehandicaptenorganisaties en patiëntenverenigingen. Een vertegenwoordiger namens de cliëntenraden van de aanbieders van Hulp bij het Huishouden.

  • f.

    maatschappelijke opvang, bevorderen OGGZ en verslavingsbeleid (prestatieveld 7,8 en 9). Een vertegenwoordiger namens cliënten in de gemeente Rijnwaarden.

  • 5.

    Bij de onderwerpen waarbij het herhaaldelijk niet lukt om te werken met een vertegenwoordiger die namens het betreffende prestatieveld zitting wil nemen, zoals genoemd in lid 2 van dit artikel, is het mogelijk om een persoon zitting te laten nemen met interesse voor het betreffende aandachtsgebied.

  • 6.

    De leden van de Wmo-raad worden door het college benoemd op voordracht van de Wmo-raad.

  • 7.

    De leden van de Wmo-raad zijn inwoners van de gemeente Rijnwaarden of komen voort uit een organisatie die in Rijnwaarden werkzaam is.

  • 8.

    De leden van de Wmo-raad hebben één stem per prestatieveld of per combinatie van

    prestatievelden dat zij vertegenwoordigen.

  • 9.

    Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de

    gemeenteraad, raadscommissies en het college.

  • 10.

    De zittingstermijn voor leden van de Wmo-raad bedraagt maximaal vier jaar en loopt gelijk aan de zittingsduur van de gemeenteraad. Herbenoeming is mogelijk voor twee zittingsperiodes.

Artikel 4. Taken voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de Wmo-raad maakt deel uit van de Wmo-raad en heeft stemrecht. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 2.

    De voorzitter wordt gekozen uit de Wmo-raad en op voordracht van de Wmo-raad door het college benoemd.

  • 3.

    De voorzitter:

  • a.

    fungeert als onafhankelijk en technisch voorzitter;

  • b.

    heeft affiniteit en enige bekendheid met het vakgebied;

  • c.

    maar heeft geen specifiek inhoudelijk aandachtsgebied onder zijn/haar hoede;

  • d.

    beschikt over beleidsmatig en zakelijk inzicht;

  • e.

    is aanspreekpunt van de Wmo-raad;

  • f.

    heeft als taak om de structuur van de Wmo-raad te bepalen en de taken te verdelen.

Artikel 5. Vergaderingen, middelen en faciliteiten

  • 1.

    De Wmo-raad vergadert minimaal twee keer per jaar of zoveel meer als waartoe zij besluit.

  • 2.

    De vergaderingen zijn in de regel openbaar.

  • 3.

    De gemeente stelt de Wmo-raad een jaarlijks budget beschikbaar ter voorziening in de kosten ter uitvoering van de werkzaamheden. Daarbij kan gedacht worden aan kosten voor deskundigheidsbevordering, onkostenvergoeding voor secretariaat, kosten van aanschaf van literatuur, kosten van inschakeling van deskundige dan wel secretariële ondersteuning en overige bestuurskosten.

  • 4.

    De toekenning van middelen door de gemeente aan de Wmo-raad geschiedt op basis van de subsidieverordening.

  • 5.

    Naast de reguliere vergaderingen vindt minimaal eenmaal per jaar overleg plaats tussen de Wmo-raad en vertegenwoordigers van het college van de gemeente Rijnwaarden.

  • 6.

    De gemeente stelt voor de vergaderingen van de Wmo-raad vergaderfaciliteiten beschikbaar.

Artikel 6. Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften of regels geven, nadat de Wmo-raad daarover is gehoord.

  • 2.

    Wijziging of intrekking van deze verordening vindt alleen plaats nadat de Wmo-raad daarover is gehoord.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Rijnwaarden in haar openbare vergadering van 2 november 2010

De griffier, de voorzitter,