Subsidieregel 2. muziek- en toneelverenigingen

Programma

Maatschappelijke participatie

Product

Kunst en cultuur

Definities

Jeugdlid: actieve jongere beneden de 19 jaar.

Peildatum: de peildatum voor het vaststellen van het aantal jeugdleden is 01 januari van het te betalen subsidiejaar.

Doelstelling

Inwoners kunnen deelnemen aan en kennis nemen van amateurkunstbeoefening, zoals zang, muziek en toneel in verenigingsverband en of breed toegankelijke en openbare voorstellingen.

Subsidievorm

Jaarlijkse en eenmalige subsidie

Subsidienorm

1.Verenigingen voor zang, muziek en toneel ontvangen een jaarlijkse subsidie, die als volgt is opgebouwd, met inachtneming van het subsidieplafond:

a.1% van de stichtingskosten, met een maximum van €5.450,-;

b.20% van het op van het op peildatum binnengekomen contributiebedrag;

c.per jeugdlid:

i.indien er een eigen accommodatie is €11,35;

ii.indien er geen eigen accommodatie is €13,51;

d.vergoeding in de kosten van bevoegde training en leiding tot een maximum van € 454,-;

e.vergoeding van coulissen en kostuums tot een maximum van € 454,- op vertoon van rekeningen;

f.verenigingen die Onroerende zaakbelasting (Ozb) betalen, ontvangen een jaarlijkse tegemoetkoming van 100% op grond van de Ozb-aanslag van het tweede jaar voorafgaande aan het subsidiejaar;

Subsidiecriteria

1.De vereniging is (indien beschikbaar) aangesloten bij een regionale, provinciale of landelijke ondersteuningsorganisatie.

2.De vereniging mag geen mensen uitsluiten van lidmaatschap en moet volgens haar statuten eventuele inkomsten en baten inzetten ten behoeve van de eigen vereniging.

Verdeelregels

1.Indien het subsidieplafond wordt verlaagd, worden de afzonderlijke subsidies verlaagd met een evenredig percentage als waarmee het subsidieplafond wordt verlaagd.

Intrekking

Gelijktijdig met het in werking treden van de subsidieregel muziek- en toneelverenigingen wordt ingetrokken de deelverordening voor muziek, zang en toneelverenigingen 1987.