Organisatie | Strijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Strijen houdende regels omtrent tarieven marktstandplaatsen Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2019 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2018 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 13-12-2018 |
De raad van de gemeente Strijen;
gelezen het bijgaande raadsvoorstel d.d. 4 december 2018 inzake Belastingverordeningen 2019;
overwegende, dat de ‘Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2018’ geactualiseerd moet worden;
Gelet op artikel 229, lid 1 van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld Strijen 2019
De rechten worden geheven van degenen door wie dan wel ten behoeve van wie een standplaats wordt ingenomen.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
De heffingsgrondslag voor de berekening van de rechten als bedoeld in artikel 1 van deze verordening is de oppervlakte die door de belastingplichtige in gebruik wordt genomen.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van een standplaats is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de naar jaartarieven geheven rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De rechten worden niet geheven van degene die een standplaats inneemt uitsluitend gebezigd voor een non-profit instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffingen de invordering van de standplaatsrechten.