Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Geen.
artikel 228a van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 31-12-2019 | Nieuwe regeling | 18-12-2018 | R18-82 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;
b. gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud van de gemeente;
c. verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf voor levering van water betrekking heeft.
d. water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, oppervlaktewater of grondwater.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Ingeval de verbruiksperiode, als onder sub 2 bedoeld, niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. wordt de verbruikte hoeveelheid water kubieke meters in de in de vorige volzin bedoelde verbruiksperiode gedeeld door het aantal dagen waarover de verbruiksperiode betrekking heeft. Het hierbij verkregen gemiddeld dagverbruik in liters wordt afgerond op hele liters waarbij 0,5 liter of meer naar boven wordt afgerond. Vervolgens wordt dit afgeronde dagverbruik in liters vermenigvuldigd met 365 dagen. Deze uitkomst in liters wordt omgerekend naar kubieke meters waarbij 0,5 kubieke meters of meer naar boven wordt afgerond op hele kubieke meters.
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid bedraagt per m³ waterverbruik:
Belastingtijdvak 1 januari 2019 t/m 30 juni 2019: € 1,07 per m³ waterverbruik;
Belastingtijdvak 1 juli 2019 t/m 31 december 2019: € 1,06 per m³ waterverbruik;
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel volle kalendermaanden van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat tijdvak, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand volgend op de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.