Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2019 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
Beleidsregels Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp 2019
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2018 | RIS 858 |
HOOFDSTUK 1 BEGRIPPEN EN VORMEN VAN ONDERSTEUNING
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan:
Hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2 van de Jeugdwet, eerste lid, van de Jeugdwet dan wel de behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet;
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder voorzieningen verstaan:
Maatwerkvoorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Jeugdwet; ook wel individuele voorziening genoemd, of zoals opgenomen in de Wmo 2015 een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
Artikel 4. Toegang maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Het college bepaalt met inachtneming van de Wmo (artikel 2.3.1. tot en met 2.3.5) en de Jeugdwet (artikel 2.3) bij nadere regeling, zoals opgenomen in de beleidsregels, op welke wijze in samenspraak met de cliënt, jeugdige of zijn ouders wordt vastgesteld of de cliënt, jeugdige of zijn ouders voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt.
Artikel 6. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt, een jeugdige of zijn ouders, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt, jeugdige of zijn ouders ondervindt, voor zover de cliënt, jeugdige of zijn ouders deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt, jeugdige of zijn ouders in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven,of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt, jeugdige of zijn ouders met psychische of psychosociale problemen en de cliënt, jeugdige of zijn ouders die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt, jeugdige of zijn ouders deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt, jeugdige of zijn ouders aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt, jeugdige of zijn ouders in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht tijdens het onderzoek of voor de beoordeling van de aanvraag om een maatwerkvoorziening.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
voor cliënt, jeugdige en zijn ouders, geldt dat voor ondersteuning, vanuit hun sociale netwerk en/of andere informele zorg een tarief van € 20,- per uur gehanteerd wordt wanneer er sprake is van boven gebruikelijke hulp. Uitzondering hier op is logeeropvang in het sociale netwerk. Er is sprake van informele zorg wanneer de hulpverlener niet aan de vereiste opleidingsnormen voldoet, die voor een professional werkzaam vanuit zorg in natura gelden. De vereiste opleidingsnormen zijn te vinden in de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Dalfsen 2019 en in de bijlage van het pgb plan en op de website.
beschermd wonen: de hoogte van een pgb beschermd wonen wordt bepaald op basis van een naar aard en omvang oplopend budget en bedraagt maximaal 81% van de maximale subsidiabele kosten van de maatwerkvoorziening beschermd wonen in natura en op een door de inwoner opgesteld Pgb-plan over hoe hij het persoonsgebonden budget gaat besteden.
Het pgb mag niet worden aangewend voor de betaling van tussenpersonen, belangenbehartigers, bemiddelings- en coördinatietaken alsmede begeleidings- of administratiekosten in verband met het pgb. Er is geen verantwoordingsvrij bedrag. Cadeautjes en feestdagenuitkeringen mogen ook niet uit het pgb worden bekostigd. Wanneer geen passende voorziening in natura beschikbaar is, én niet door de gemeente alsnog gecontracteerd kan worden, én de jeugdige en/of zijn ouder(s) niet in staat is op verantwoorde wijze uitvoering te geven aan het pgb, dan zal de gemeente een coördinator (zorg in natura) aanwijzen of (al dan niet tijdelijk) toestaan dat een pgb-bureau voor ondersteuning wordt ingeschakeld. Er vindt daarbij in ieder geval functiescheiding plaats tussen de coördinatortaken en het bieden van daadwerkelijke hulp.
Artikel 10. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen (alleen Wmo)
Op de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is op basis van de bijzondere bijstand (participatiewet) een volledige vergoeding mogelijk voor cliënten met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Van het inkomen daarboven wordt 35 % in aanmerking genomen als draagkracht, waarbij het vermogen in de woning niet in aanmerking wordt genomen.
Artikel 10a. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen inclusief pgb’s (alleen Wmo)
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 10b. Afwijkende eigen bijdragen
In afwijking van artikel 10a, tweede lid geldt een afwijkende eigen bijdrage voor:
Opm. Het aantal kilometers wordt via de kortste route van herkomst naar bestemming bepaald
Opm. Het aantal kilometers wordt via de kortste route van herkomst naar bestemming bepaald
Artikel 13. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen, door:
voor zover van toepassing, erop toe te zien dat de kwaliteit van de voorzieningen en de deskundigheid van beroepskrachten tenminste voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de in de toepasselijke sector erkende keurmerken 2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen.
Artikel 14. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden (Code verantwoordelijk Marktgedrag)
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor door derden te leveren diensten, zoals maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, als bedoeld in artikel 2.6.4 van de Wmo en artikel 2.11 van de Jeugdwet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:
HOOFDSTUK 5 HERZIENING, WIJZIGING EN TERUGVORDERING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING EN JEUGDHULP
Artikel 15. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en misbruik of oneigenlijke gebruik van de Wmo 2015.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft herzien of ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 15a. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de Wmo 2015 of artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d of e van de Jeugdwet
HOOFDSTUK 6 KLACHTEN, MEDEZEGGENSCHAP EN INSPRAAK
Artikel 17. Medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning
1. Aanbieders stellen een regeling vast voor de medezeggenschap van cliënten, jeugdigen of zijn ouders over voorgenomen besluiten van de aanbieder welke voor de gebruikers van belang zijn.2. Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op de naleving van de medezeggenschapsregelingen van aanbieders door periodieke overleggen met de aanbieders en een jaarlijks cliënt ervaringsonderzoek.
Artikel 18. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen, zoals bedoeld in artikel 2.10 van de Jeugdwet en artikel 2.1.3 Wet maatschappelijk ondersteuning 2015.