Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent tarieven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond Verordening precariobelasting Noordwijk 2019 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting Noordwijk 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting Noordwijk 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2018 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 13-12-2018 |
Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 13 december 2018
De raad van de gemeente Noordwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2019
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel zoals bedoeld in artikel 5:17* van de Algemene Plaatselijke verordening Noordwijk;
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen die aanwezig zijn op aanvraag van Noordwijkse ingezetenen of in Noordwijk gevestigde verenigingen en stichtingen (ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel) in het kader van de artikelen 5:15* (venten), 5:18* (standplaats), en 2:25* (evenement) van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk dan wel op basis van een vergunning (op basis van welk artikel van de verordening dan ook) voor het houden van een straatbarbecue, verenigingsactiviteit, buurtfeest of soortgelijke kleinschalige activiteit ter verhoging van de buurt- of wijksamenhang, waarvan de opbrengst volledig ten goede komt aan een liefdadig, godsdienstig of ander levensbeschouwelijk doel en/of wordt aangewend ten behoeve van een in Noordwijk gevestigde vereniging of stichting, ingeschreven in de registers van de Kamer van Koophandel, met een ideële doelstelling.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere of langere periode heeft voorgedaan. In het geval van een kortere periode bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het zevende lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare
raadsvergadering van 13 december 2018
G.C.I. Kager,
Griffier
J. Rijpstra,
voorzitter
* of de bepaling volgens de dan vigerende Algemene plaatselijke verordening
Toelichting op artikel 13 Overgangsrecht van de Verordening precariobelasting Noordwijk 2019
De in artikel 13, tweede en derde lid bedoelde besluiten betreffen de:
‘Beleidsregels ambtshalve vermindering gemeentelijke belastingen Noordwijk’, vastgesteld op 14 maart 2017.
Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Verordening Precariobelasting 2019
Behorende bij raadsbesluit van 13 december 2018