Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2010 gemeente Etten-Leur. |
Citeertitel | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2010 gemeente Etten-Leur. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg |
Deze regeling vervangt de maatregelen- en handhavingsverordening 2006
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2010 | 21-05-2012 | Nieuwe regeling | 22-12-2009 Etten-Leurse Bode, 10-01-2010 | SL |
De raad van de gemeente Etten-Leur;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009, met overneming van de daarin vermelde motieven;
Gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, artikel 8a en artikel 18 van de Wet werk en bijstand;
De volgende Maatregelen- en handhavingsverordening Wet werk en bijstand 2010 gemeente Etten-Leur.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Het opleggen van een maatregel
Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid, van de Wet structuur uitvoerings-organisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt met inbegrip van de verplichtingen die in de beschikking tot toekenning of voortzetting van de bijstand zijn opgenomen, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt overeenkomstig deze verordening een maatregel opgelegd.
Artikel 3 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het bedrag waarmee de bijstand wordt verlaagd en, als dit van toepassing is, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 4 Afzien van het opleggen van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel als:
de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte of teveel bijstand is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Hoofdstuk 2 Gedragingen die leiden tot een maatregel
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV-Werkbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van die registratie;3.
Artikel 7 Indien belanghebbende blijk heeft gegeven van verwijtbaar gedrag dat niet nader is geregeld in deze verordening, wordt met inachtneming van artikel 18 van de wet een maatregel opge-legd die wordt afgestemd op de individuele situatie.
In afwijking van het eerste lid kan van het opleggen van een maatregel worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder een schriftelijke waarschuwing is gegeven
Burgemeester en wethouders passen periodiek de hoogte van de maatregelen, genoemd in deze verordening, met uitzondering van de maatregelen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c, artikel 10, derde lid, en artikel 11 van deze verordening, aan aan de hand van de prijsindexcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De bedragen na indexering worden afgerond op een veelvoud van € 5. Het afdelingshoofd Samenleving is hiervoor gemandateerd.
Artikel 8 Niet tijdig verstrekken van gegevens
Als een belanghebbende de verplichting op grond van artikel 17 van de wet met inbegrip van de verplichtingen die in de beschikking tot toekenning of voortzetting van de bijstand zijn opgenomen, niet is nagekomen door informatie die van belang is voor de verlening van bijstand of de voortzetting daarvan niet binnen de door het college daartoe gestelde termijn te verstrekken, wordt met toepassing van artikel 54 van de wet en onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening, een maatregel opgelegd van € 100,00 gedu-rende één maand.
Van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het eerste lid kan worden afgezien en worden volstaan met een schriftelijke waarschuwing ter zake het niet binnen de daartoe gestelde termijn verstrekken van informatie, tenzij het niet tijdig verstrekken van inlichtingen plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven met toepassing van het bepaalde in dit artikellid of het bepaalde in artikel 9, vierde lid, van deze verordening.
Artikel 9 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen
Als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet met inbegrip van de verplichtingen die in de beschikking tot toekenning of voortzetting van de bijstand zijn opgenomen, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, wordt de maatregel afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag.
Onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening wordt de maatregel op de volgende wijze vastgesteld:
bij een benadelingsbedrag van € 4.000,= of hoger: een maatregel van € 1000,00. Is de maatregel van € 1000,00 genoemd onder d hoger dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm per maand, dan wordt de maatregel beperkt tot de van toepassing zijnde bijstandnorm gedurende één maand.
Van het opleggen van een maatregel als bedoeld in het derde lid kan worden afgezien en worden volstaan met een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk na-komen van de inlichtingenplicht plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven met toepassing van het bepaalde in dit artikellid of het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van deze verordening.
Indien de maatregel als bedoeld in dit artikel als gevolg van beëindiging van de bijstand niet kan worden opgelegd op de wijze zoals vermeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening kan het besluit tot toekenning van bijstand op grond van artikel 54 derde lid van de wet worden herzien. Bij de herziening wordt rekening gehouden met het bedrag van de maatregel, alsmede met de terugvordering van de daardoor teveel of ten onrechte verstrekte bijstand. De herziening kan niet worden toegepast over een ander tijdvak dan waarop de verwijtbare gedraging betrekking heeft.
Artikel 10 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Indien belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet wordt een maatregel opgelegd die wordt afgestemd op de periode dat de belangheb-bende als gevolg van zijn of haar gedraging eerder of langer recht heeft op bijstand.
Indien de belanghebbende anderszins blijk heeft gegeven van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan en belanghebbende ver-zoekt als gevolg van deze gedraging bijzondere bijstand wordt een maatregel opgelegd van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm gedurende 1 maand.
Artikel 11 Zeer ernstige misdragingen
Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambte-naren, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening een maatregel opgelegd van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm gedurende een maand.
Artikel 12 Nadere verplichtingen
Indien aan belanghebbende een of meerdere verplichtingen als bedoeld in artikel 55 van de wet zijn opgelegd en deze niet in voldoende mate worden nagekomen, wordt onverminderd artikel 2, tweede lid, van deze verordening een maatregel opgelegd van € 200,00 gedurende een maand.
Hoofdstuk 3 Samenloop, recidive en herhaalde recidive
Artikel 14 Samenloop van gedragingen
Als een belanghebbende zich gelijktijdig schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 2, eerste lid, inhouden, wordt voor het bepalen van de hoogte van de maatregel uitgegaan van cumulatie van de genoem-de bedragen.
Artikel 15 Recidive en herhaalde recidive bij niet of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid
De hoogte van de maatregel als bedoeld in artikel 7 van deze verordening wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij met toepassing van het bepaalde in artikel 6 en 7 van deze verordening een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in artikel 6 van deze verordening. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde categorie als bedoeld in artikel 6 van deze verordening, wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld. Dit totdat de hoogte van de te verdubbelen maatregel gelijk is aan of (in theorie) hoger is dan de bijstandsnorm.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van hogere categorie als bedoeld in artikel 6 van deze verordening, wordt de maatregel, die op grond van de arti-kelen 6 en 7 van deze verordening is aangewezen op grond van die gedraging, in hoogte verdubbeld. Indien sprake is van een verwijtbare gedraging van de derde categorie, wordt de maatregel van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm gedurende een maand die op grond van de artikelen 6 en 7 van deze verordening is aangewezen op grond van die gedraging, in duur verdubbeld.
Als door toepassing van het bepaalde in artikel 7 van deze verordening een maatregel van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm is opgelegd, wordt de duur van de maatregel steeds met één maand verhoogd, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een zodanige maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie als bedoeld in artikel 6 van deze verordening.
Artikel 16 Recidive en herhaalde recidive bij niet tijdig verstrekken van gegevens
De hoogte van de maatregel als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze verordening wordt verdubbeld, als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij met toepassing van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van deze verordening een maatregel is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze verordening. Met een besluit waarmee een maatregel is toegepast wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze verordening wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Artikel 17 Recidive en herhaalde recidive bij verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen
De hoogte van de maatregel als bedoeld in artikel 9, tweede en derde lid wordt verdub-beld, als de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een met toepassing van artikel 9 van deze verordening maatregel is opgelegd, opnieuw zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw zijn inlichtingenplicht niet of niet behoorlijk nakomt, wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Artikel 18 Recidive en herhaalde recidive bij zeer ernstige misdragingen
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 11 van deze verordening een maatregel is opgelegd opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 11 van deze verordening wordt de maatregel van de gehele van toepassing zijnde bijstandsnorm in duur verdubbeld. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 11 van deze verordening, wordt de duur van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Artikel 19 Recidive en herhaalde recidive bij onvoldoende nakomen nadere verplichtingen
De hoogte van de maatregel als bedoeld in artikel 12 van deze verordening wordt ver-dubbeld, als de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij met toepassing van het bepaalde in artikel 12 van deze verordening een maatregel is opgelegd, de op grond van artikel 55 van de wet opgelegde verplichtingen opnieuw in onvoldoende mate nakomt. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdub-beld opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging als bedoeld in artikel 12 van deze verordening wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze verorde-ning. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.