Organisatie | Zoetermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent vergoeding dienstreizen Uitvoeringsregeling Vergoeding dienstreizen |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Vergoeding dienstreizen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling Vergoeding dienstreizen van 1 januari 2012.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 06-12-2018 | 0637375040 |
De tekst van de aangepaste Uitvoeringsregeling Vergoeding dienstreizen luidt als volgt:
de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vastgestelde reisregeling Buitenland (te vinden op www.overheid.nl) die van toepassing is op de reisperiode.
Wanneer de medewerker, met toestemming van het bevoegd gezag, een dienstreis maakt met een eigen motorvoertuig, dient de medewerker ervoor zorg te dragen dat dit voertuig voldoet aan de als normaal te stellen eisen van veiligheid en technische betrouwbaarheid. Daarnaast dient het motorvoertuig deugdelijk verzekerd te zijn, inclusief een ongevallen- en inzittendenverzekering.
Indien de medewerker in diensttijd een bekeuring ontvangt voor overtredingen dan wel een misdrijf pleegt op grond van onder andere de Wegenverkeerswet, komen de, al dan niet financiële, gevolgen hiervan voor rekening van de medewerker; ongeacht of de reis kan worden aangemerkt als een dienstreis; ongeacht of het feit met openbaar vervoer of een eigen vervoermiddel dan wel met een door de gemeente Zoetermeer ter beschikking gesteld vervoermiddel is gepleegd.
Op de verstrekte vergoeding(en) zijn naast de bepalingen zoals opgenomen in deze uitvoeringsregeling de voor het betreffende jaar van toepassing zijn fiscale maatregelen zoals opgenomen in de werkkostenregeling (handboek loonheffing van de belastingdienst) van toepassing. Voor zover bepaalde reis- en verblijfskostenvergoedingen in een kalenderjaar fiscaal bovenmatig zijn, bepaalt het bevoegd gezag op het moment van het betalen van de vergoeding of de verschuldigde loonbelasting van deze bovenmatige vergoeding wordt verrekend middels het bruteren van het loon van de werknemer of aan het eindheffingsloon van de werkgever wordt toegevoegd.
Artikel 4 Vergoeding van de reiskosten met een eigen vervoermiddel
Het bevoegd gezag kan de medewerker toestemming verlenen om voor de dienstreis gebruik te maken van een eigen vervoermiddel. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel bedraagt de vergoeding de maximaal fiscaal vrijgestelde vergoeding per afgelegde kilometer die ten tijde van het maken van de dienstreis van toepassing is (zie bijlage).
Artikel 5 Werken in de avonduren
De medewerker die in dienstopdracht ook in de avond moet werken en die tussen 17.00 uur en 19.00 uur in de omgeving van de plaats van tewerkstelling een avondmaaltijd nuttigt, heeft recht op een vergoeding conform artikel 6 lid 1 sub b. In dat geval kan geen dienstreisvergoeding zoals bedoeld in het vorige lid gedeclareerd worden.
Een vaste reissom wordt in ieder geval herzien zodra een wijziging van betekenis optreedt in de omstandigheden die tot het toekennen van die reissom hebben geleid zoals wijziging in af te leggen dienstreiskilometers en/of reisdagen, een functiewijziging of verwachte langere afwezigheid. De medewerker is verplicht hiervan mededeling te doen aan het bevoegd gezag.
Artikel 9 Tijdelijke tewerkstelling elders
Indien en zodra is te voorzien dat de medewerker tijdelijk, voor een periode van minstens vier weken, gedurende meer dan de helft van de voor hem gebruikelijke werkdagen de werkzaamheden in of vanuit één bepaalde plaats buiten de plaats van tewerkstelling moet gaan verrichten, heeft de medewerker voor het afleggen van het traject tussen zijn woning en de plaats van de tijdelijke tewerkstelling alsmede voor eventuele pensionkosten die vanwege de tijdelijke tewerkstelling worden gemaakt, aanspraak op een vergoeding voor reis- en pensionkosten op grond van de bepaling van of krachtens hoofdstuk 18 CAR/UWO.
De werkgever is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.
Het GO heeft op 6 december 2018 instemming verleend.
Ondertekening, Zoetermeer
De secretaris,
B.J.D. Huykman
de burgemeester,
Ch.B. Aptroot