Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Etten-Leur |
Citeertitel | Maatregelen- en handhavingsverordening Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Etten-Leur |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-01-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 22-12-2009 Etten-Leurse Bode, 11-01-2010 | SL/Onbekend |
De raad van de gemeente Etten-Leur;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009, met overneming van de daarin vermelde motieven;
Gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en onderdeel c, en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;
De volgende Maatregelen- en handhavingsverordening Wet investeren in jongeren 2010 gemeente Etten-Leur.
Artikel 2. Het opleggen van een maatregel
Onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, overeenkomstig deze verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede lid of derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer ernstig misdraagt.
Artikel 3. Berekeningsgrondslag
De maatregel wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
Artikel 4. Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het bedrag waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 5. Afzien van het opleggen van een maatregel
Onverminderd artikel 41, tweede lid, van de wet, ziet het college af van het opleggen van een maatregel indien:
de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte inkomensvoorziening is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden;
In afwijking van het eerste lid kan de maatregel met terugwerkende kracht worden opgelegd, als de inkomensvoorziening over een periode in het verleden nog niet is uitbetaald, dan wel het opleggen van een maatregel in de toekomst niet of niet geheel mogelijk is wegens beëindiging van de inkomensvoorziening. Oplegging van een maatregel met terugwerkende kracht is slechts mogelijk voorzover de ingangsdatum daardoor niet voor de datum van de gesanctioneerde gedraging komt te liggen.
HOOFDSTUK 2. GEDRAGINGEN DIE LEIDEN TOT EEN MAATREGEL
Artikel 7. Niet nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet
In afwijking van het eerste lid kan van het opleggen van een maatregel worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting als bedoeld in artikel 45 van de wet plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jongere een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 8. Schending inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente
In afwijking van het eerste lid kan van het opleggen van een maatregel worden afgezien en worden volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, plaatsvindt binnen een periode van een jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de jongere een schriftelijke waarschuwing is gegeven.
Artikel 9. Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente
Indien de maatregel als gevolg van beëindiging van de inkomensvoorziening niet kan worden opgelegd op de wijze als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze verordening wordt het besluit tot vaststelling van de inkomensvoorziening op grond van artikel 40, derde lid, van de wet herzien. Bij de herziening wordt rekening gehouden met het bedrag van de maatregel, alsmede met de terugvordering van de daardoor teveel of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening. De herziening kan niet worden toegepast over een ander tijdvak dan waarop de verwijtbare gedraging betrekking heeft.
HOOFDSTUK 3. SAMENLOOP, RECIDIVE EN HERHAALDE RECIDIVE
Indien sprake is van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in de wet genoemde verplichtingen, wordt voor iedere gedraging een afzonderlijke maatregel opgelegd. Deze maatregelen worden gelijktijdig opgelegd, tenzij dit gelet op artikel 2, tweede lid, van deze verordening niet verantwoord is.
Artikel 12. Opnieuw niet nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet
In afwijking van het bepaalde in artikel 7, eerste lid, van deze verordening kan de hoogte van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd met toepassing van artikel 7 van deze verordening, opnieuw één van de verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet schendt. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de jongere binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld, opnieuw één van de verplichtingen bedoeld in artikel 45 van de wet schendt, wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld. Dit totdat de hoogte van de te verdubbelen maatregel gelijk is aan of (in theorie) hoger is dan de Wij-norm.
Artikel 13. Opnieuw schenden van de inlichtingenplicht zonder benadeling gemeente
In afwijking van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van deze verordening kan de hoogte van de maatregel worden verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij met toepassing van artikel 8 van deze verordening een maatregel is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbare aan te merken gedraging als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze verordening. Met een besluit waarbij een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in hoogte is verdubbeld, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde als verwijtbaar aan te merken gedraging als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze verordening, wordt de hoogte van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld. Dit totdat de hoogte van de te verdubbelen maatregel gelijk is aan of (in theorie) hoger is dan de Wij-norm.
Artikel 14. Opnieuw schenden van de inlichtingenplicht met benadeling van de gemeente
De duur van de maatregel als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van deze verordening wordt verdubbeld, indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van het bepaalde in artikel 9, eerste, tweede en derde lid, van deze verordening een maatregel is opgelegd, opnieuw de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 44, eerste lid van de wet niet of niet behoorlijk nakomt. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien, is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de jongere binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in duur is verdubbeld, opnieuw de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet niet of niet behoorlijk nakomt, wordt de duur van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Indien de maatregel als gevolg van beëindiging van de inkomensvoorziening niet kan worden opgelegd op de wijze als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze verordening wordt het besluit tot vaststelling van de inkomensvoorziening op grond van artikel 40, derde lid, van de wet herzien. Bij de herziening wordt rekening gehouden met het bedrag van de maatregel, alsmede met de terugvordering van de daardoor teveel of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening. De herziening kan niet worden toegepast over een ander tijdvak dan waarop de verwijtbare gedraging betrekking heeft.
Artikel 15. Opnieuw ernstig misdragen
Indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij met toepassing van artikel 10 van deze verordening een maatregel is opgelegd opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet wordt de maatregel - in afwijking van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van deze verordening – in duur verdubbeld. Als een besluit in bezwaar of beroep wordt herzien, is het laatste in bezwaar of beroep genomen besluit bepalend voor de recidive.
Indien de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van het besluit waarbij de maatregel met toepassing van het eerste lid van dit artikel in duur is verdubbeld opnieuw zeer ernstig misdraagt als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet wordt de duur van de bij het laatste besluit opgelegde maatregel opnieuw verdubbeld.
Gelet op het bepaalde in artikel 12, onderdeel c, van de wet biedt het college jaarlijks aan de raad een handhavingsplan aan met het daarin te voeren beleid op het gebied van handhaving, bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren en de te verwachten resultaten.
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze verordening. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.