Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand (WWB) gemeente Valkenburg aan de Geul |
Citeertitel | Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB gemeente Valkenburg aan de Geul |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 147, Wet werk en bijstand artikel 8 en 30
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 28-06-2010 Heuvelland Actueel week 28 | Onbekend |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL
gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 25 mei 2010;
gezien het advies van de commissie Cultuur, sociale zaken, Welzijn en Onderwijs (CSWO)
gelet op artikel 147 van de gemeentewet;
gelet op artikelen 8 en 30 van de Wet werk en bijstand;
vast te stellen: Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand (WWB)
Artikel 1 Reikwijdte en begripsomschrijving
1.Deze verordening is van toepassing op de in de Wet werk en bijstand genoemde
alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden, voor zover dezen de leeftijd van 27 jaar
hebben bereikt, doch jonger dan 65 jaar.
de ongehuwde, of degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is, die geen tot zijn last komende kinderen heeft en geen gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad (ouder-kind) of een bloedverwant in de tweede graad (broer–zus) indien er bij een van de bloed-verwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
de ongehuwde of degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is, die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad indien er bij een van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte;
Indien een eigen woning of een eigendomswoonwagen wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en/of de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan: de rioolrechten, het eigenaarsaandeel van de onroerende zaakbelasting, de opstalverzekering ,het eigenaarsaandeel van de waterschapslasten, kosten van groot onderhoud en ingrijpende reparaties (overeenkomstig de door het ministerie van V.R.O.M. gehanteerde tabel "vaststelling exploitatiekosten woningbouwcorporaties".
het minimumloon per maand, genoemd in artikel 8 eerste lid, onderdeel a van de Wet minimumloon en minimum vakantietoeslag, verhoogd met aanspraak op vakantiebijslag waarop een werknemer op grond van artikel 15 van die wet over dat minimumloon ten minste aanspraak kan maken, na aftrek van de daarvan in te houden loonbelasting, premies volksverzekeringen en het werknemersaandeel ziekenfondspremie.
g.niet ten laste komend eigen kind:
het inwonend eigen kind of stiefkind kind met inkomsten van ten minste 36% van het netto minimumloon .
is degene die, vanwege de noodzakelijke 24 uurs thuiszorg samen met een ander de woning bewoont, omdat hij/zij anders aangewezen zou zijn op beroepsmatige hulp zoals verzorging in een erkend bejaardentehuis of in een andere erkende inrichting ter verpleging of verzorging.
is de inwonende persoon die de verzorgingsbehoeftige de noodzakelijke 24-uurs thuiszorg biedt;
degene die op al dan niet commerciële basis een deel van de woning bewoont, waarin tevens de hoofdhuurder dan wel de eigenaar van de woning zijn hoofdverblijf heeft;
de overige begrippen die in deze verordening voorkomen hebben de betekenis zoals in de Wet werk en bijstand is aangegeven.
Artikel 6 Verlaging schoolverlaters
De norm en/of toeslag bedoeld in artikel 21 en 25 van de wet wordt voor schoolverlaters gedurende zes maanden na beëindiging van het onderwijs of de beroepsopleiding verlaagd met 25% van het netto minimumloon.
Een cumulatie van de verlagingen op grond van de artikelen 5 en 6 is ingevolge artikel 30 lid 2 onder b van de Wet werk en bijstand uitgesloten.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen de bijstand afstemmen op de feitelijke behoefte in het individuele geval, indien toepassing van de bepalingen in deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard zal leiden.