Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van Edam-Volendam houdende de vaststelling van regels over de heffing en invordering van marktgeld (Verordening marktgeld 2019) |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Raadsvoorstel |
Deze regeling vervangt de Verordening marktgeld 2018.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 13-12-2018 | D-1823677 |
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op de voor markt aangewezen plaats gedurende de voor markt aangewezen tijd.
Het marktgeld wordt geheven van degene die van een standplaats als bedoeld in artikel 1 gebruik maakt of het genot daarvan heeft.
Artikel 3 Maatstaf van de heffing
Het marktgeld wordt geheven naar de totale ingenomen frontbreedte van de standplaats in strekkende meters, daaronder begrepen de plaats voor kisten, karren en andere voorwerpen.
Het marktgeld voor de markt in Volendam bedraagt per strekkende meter (m1):
per dag € 2,55 met een minimum van € 7,65
Het marktgeld voor de markt in Edam bedraagt per strekkende meter (m1):
per dag € 1,65 met een minimum van € 4,95
Het marktgeld voor de markt in Oosthuizen bedraagt per strekkende meter (m1):
per dag € 1,50 met een minimum van € 4,50
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Het marktgeld is verschuldigd op het tijdstip waarop het gebruik van een standplaats een aanvang heeft genomen met dien verstande dat bij heffing over een tijdvak het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het tijdvak.
Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderkwartaal of het kalenderjaar, en de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde respectievelijk twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld, als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.