Organisatie | Roerdalen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roerdalen houdende regels omtrent individuele studietoeslag Verordening individuele studietoeslag gemeente Roerdalen 2018 |
Citeertitel | Verordening individuele studietoeslag gemeente Roerdalen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Individuele Studietoeslag gemeente Roerdalen 2015.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2018 | 01-09-2018 | nieuwe regeling | 13-12-2018 | Z18-005304 |
Artikel 4. Toekenning en verstrekking individuele studietoeslag
Een individuele studietoeslag wordt aan een belanghebbende toegekend voor zolang de betreffende persoon voldoet aan de voorwaarden voor de individuele studietoeslag als bedoeld in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 13 december 2018.
De gemeenteraad van Roerdalen,
De griffier,
R.J.J. Notermans
De voorzitter,
mr. M.D. de Boer-Beerta
Met de invoering van de Participatiewet is een studieregeling in de Participatiewet geïntroduceerd.
Hiermee heeft het college de mogelijkheid mensen, van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen, een individuele studietoeslag te verstrekken als ze studeren. Het afronden van een studie versterkt de positie op de arbeidsmarkt. Een diploma is een bewijs tegenover werkgevers dat iemand gemotiveerd is en veel in zijn mars heeft.
Mensen met een arbeidshandicap hebben volgens de regering een extra steuntje in de rug nodig als het gaat om studeren. Voor hen is de drempel om te lenen een stuk hoger, omdat de kans op een baan later lager is. Een studieregeling stimuleert mensen om toch de stap te zetten om naar school te gaan of een studie te gaan volgen. Ook biedt het een financiële compensatie voor het feit dat het voor deze groep vaak moeilijk is om de studie te combineren met een bijbaan (TK 2013-2014, 33 161, nr. 125, p. 2).
De individuele studietoeslag moet worden aangemerkt als een vorm van bijzondere bijstand (artikel 5, onderdeel d, van de Participatiewet). De individuele studietoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor mensen van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn het minimumloon te verdienen.
De Participatiewet legt de gemeenteraad de verplichting op in een verordening regels vast te stellen over het verlenen van een individuele studietoeslag. Deze verordeningsopdracht is neergelegd in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet. De regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de hoogte en de frequentie van de betaling van de individuele studietoeslag (artikel 8, derde lid, van de Participatiewet).
Voorwaarden individuele studietoeslag
Een persoon die behoort tot de doelgroep voor ondersteuning bij de arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet kan een aanvraag indienen voor een individuele studietoeslag. Artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet spreekt overigens zowel over verzoek als aanvraag. Het college kan op een dergelijk verzoek – gelet op de individuele omstandigheden van een persoon - een individuele studietoeslag verlenen. Hiervoor is vereist dat deze persoon op de datum van de aanvraag:
Dat een persoon recht moet hebben op studiefinanciering of een WTOS-tegemoetkoming, betekent niet dat deze persoon ook daadwerkelijk studiefinanciering of een tegemoetkoming moet ontvangen. Het recht op studiefinanciering bestaat, afhankelijk van iemands gekozen opleiding, leeftijd en inkomen. Of van dit recht gebruik gemaakt wordt is niet in de Participatiewet geregeld en is geen vereiste voor het ontvangen van een individuele studietoeslag op grond van de Participatiewet. Voor het recht op een individuele studietoeslag is het dan ook voldoende dat een persoon recht heeft op studiefinanciering of een tegemoetkoming. De persoon zal - als aanvrager van de toeslag - aannemelijk moeten maken dat hij recht op studiefinanciering of een tegemoetkoming heeft, bijvoorbeeld door een beschikking van DUO of door een bewijs van inschrijving bij een bepaalde opleiding te overleggen.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het college kan aan deze personen, op een daartoe strekkend verzoek, een individuele studietoeslag verlenen (artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet). Een persoon dient op de datum van de aanvraag aan de voorwaarden te voldoen zoals genoemd in artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet. Het verzoek moet worden ingediend binnen het betreffende schooljaar.
Om onduidelijkheid te voorkomen over de wijze waarop het verzoek moet worden ingediend, bepaalt artikel 2 van deze verordening wat onder verzoek moet worden verstaan. In beginsel wordt een verzoek gedaan middels een door het college beschikbaar gesteld formulier. Een verzoek wordt dan gezien als een aanvraag zoals bedoeld in de Awb. Het gaat dan om een schriftelijke aanvraag die wordt ondertekend door de aanvrager en ten minste de naam en het adres van de aanvrager bevat, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. De aanvrager verschaft ook de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. Een mondeling verzoek kan hiermee dus niet worden aangemerkt als een verzoek om individuele studietoeslag zoals bedoeld in artikel 36b van de Participatiewet.
Artikel 36b, eerste lid, van de Participatiewet regelt in welke gevallen het college op verzoek van een persoon, gelet op diens individuele omstandigheden, een individuele studietoeslag kan verlenen. Dit is het geval indien een persoon op de datum van de aanvraag:
Met betrekking tot het laatst genoemde criterium beoordeelt het college aan de hand van beschikbare gegevens van het Uitvoeringsinstituut Werkgeversverzekeringen (UWV), eventuele eerdere medische keuringen en informatie vanuit het netwerk, zoals bijvoorbeeld school, of een persoon hieraan voldoet. Indien dit onvoldoende uitsluitsel geeft, wordt advies van een arbeidsdeskundige ingewonnen.
Artikel 4. Toekenning en verstrekking individuele studietoeslag
Een studietoeslag wordt toegekend voor een periode van 12 maanden voor een schooljaar. Deze toegekend. toeslag wordt maandelijks in gelijke bedragen uitbetaald.
Start de persoon halverwege het schooljaar, dan wordt na rato van het nog te volgen schooljaar
Artikel 5. Hoogte individuele studietoeslag
In artikel 5 van deze verordening is de hoogte van de individuele studietoeslag geregeld. Hierbij wordt de studietoeslag per persoon die voldoet aan de voorwaarden toegekend.
Bij de bepaling van de hoogte van de individuele studietoeslag is aangesloten van een advies van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en de CNV Jongeren van 8 februari 2018.
Deze vakbonden constateren dat studenten met een functiebeperking meer kosten maken dan hun studiegenoten maar minder in staat zijn om dit te compenseren met werk. De LSVb en de CNV Jongeren zien een belangrijke rol weggelegd voor de gemeenten om de drempel om te studeren voor arbeidsgehandicapten te verlagen.
De vakbonden zijn van mening dat een stabiele en redelijke gemeentelijke individuele studietoeslag cruciaal is voor deze groep studenten. Het bedrag ad € 3.600,= per jaar komt aan deze wens tegemoet.
Indien gehuwden allebei afzonderlijk voldoen aan de voorwaarden voor een individuele studietoeslag, dan komen zij daarvoor afzonderlijk in aanmerking.
In het derde lid is een indexeringsbepaling opgenomen. Deze bepaling voorkomt dat de verordening telkens opnieuw moet worden vastgesteld, enkel voor indexatie van de bedragen. In het derde lid wordt aangegeven dat indexering moet plaatsvinden ten opzichte van het bedrag van 2018. Dit zorgt ervoor dat per 1 januari 2019 de geïndexeerde bedragen gebruikt kunnen worden zonder dat de verordening opnieuw moet worden aangepast.