Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE ARNHEM 2019 |
Citeertitel | Verordening Jeugdhulp gemeente Arnhem 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Verordening Jeugdhulp gemeente Arnhem 2019 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 06-02-2020 | nieuwe regeling | 28-11-2018 | 278707 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 september 2018, nummer 278707,
gelet op de artikelen 2.9, 2.12 en 8.1.1, vierde lid van de Jeugdwet en de artikelen 1 en 6a.7 van de Regeling Jeugdwet en artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet;
De Verordening Jeugdhulp gemeente Arnhem 2019 vast te stellen, conform bijgevoegd concept.
Indien het college van oordeel is dat met het inzetten van een overige voorziening of een andere voorziening de noodzaak tot het verlenen van een individuele voorziening wordt weggenomen, en die overige of andere voorziening voor de jeugdige open staat,
ziet het college af van het verlenen van een individuele voorziening.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan de jeugdige aan wie een pgb wordt verstrekt de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, op voorwaarde dat door de jeugdige voldoende gemotiveerd is dat dit tot betere en efficiëntere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan het betrekken van de jeugdhulp van een persoon buiten het sociale netwerk, gelet op
Artikel 9 Verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 11 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een jeugdige een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 12 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking en terugvordering
Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doet een jeugdige op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft herzien of ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van degene die opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens heeft verschaft geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening in natura of het ten onrechte genoten pgb.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze verordening indien onverkorte toepassing daarvan leidt tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.