Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut 2019 |
Citeertitel | Treasurystatuut 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Treasurystatuut 2019 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | Nieuwe regeling | 11-12-2018 | D00143973 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden,
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), Wet Houdbare Overheidsfinancien (wet Hof), Schatkistbankieren voor decentrale overheden en de Financiële verordening gemeente Uden;
Het treasurystatuut bevat het beleidskader voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Onder treasury wordt verstaan: “Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. In het treasurystatuut worden de uitgangspunten, doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd. Daarnaast beschrijft het de financiële kaders voor financieringen, uitzettingen, derivaten gebruik, en het verstrekken van leningen en garanties aan derden.
In de financiële verordening gemeente Uden zijn de financiële beleidskaders op hoofdlijnen opgenomen. Volgens artikel 24 (financiële organisatie) van de financiële verordening wordt het beleid en interne regels verder uitgewerkt in een treasurystatuut.
Dit statuut betreft met name een actualisatie van het vorige statuut uit 2012. Veel onderwerpen zijn dan ook nog steeds van kracht. De belangrijkste wijzigingen betreffen:
Lijst van afkortingen/begrippen
In dit statuut wordt verstaan onder:
Het treasurystatuut van de gemeente Uden heeft tot doel een formeel kader te scheppen waar binnen de financierings- en beleggingsactiviteiten (schatkistbankieren) van de organisatie dienen plaats te vinden. In het statuut zorgen de vier elementen sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden in hun samenhang voor duidelijkheid en transparantie in het treasuryproces.
Artikel 3: Risicobeheer en financiering
De houding van de gemeente Uden ten aanzien van financiële risico’s is defensief en risicomijdend. De treasuryfunctie van de gemeente Uden is naar haar aard ondergeschikt aan de uitvoering van de publieke taak. Het risicobeleid zal erop gericht zijn toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven.1 De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico’s van de gemeente. Defensief en risicomijdend houden in ieder geval in:
Artikel 4: Planning&Controlcyclus
De gemeente Uden gebruikt de jaarlijkse financiële beleidscyclus voor het vaststellen van het treasurybeleid, voor het afleggen van verantwoording over dat beleid en voor bijstelling van het beleid door het jaar heen. De beleidscyclus kent een programmabegroting, tussentijdse rapportages en een programmarekening.
Artikel 4.2 Programmabegroting
Jaarlijks wordt de meerjarenbegroting opgesteld door de verschillende afdelingen onder verantwoordelijkheid van het college. De financieringsparagraaf en het financieringsbeleid maken onderdeel uit van de programmabegroting. De financieringsparagraaf wordt opgesteld door de adviseur financiële bedrijfsvoering en geeft aan wat de organisatie voorstaat met betrekking tot de treasuryactiviteiten in het komend jaar;
De programmarekening wordt opgesteld door de verschillende afdelingen onder verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd middelen. In het jaarverslag van de programmarekening wordt de financieringsparagraaf opgenomen. De financieringsparagraaf wordt opgesteld door de adviseur financiële bedrijfsvoering en geeft aan welk beleid de organisatie heeft uitgevoerd met betrekking tot de treasuryactiviteiten in het afgelopen jaar. In de financieringsparagraaf van de programmarekening zullen dezelfde onderwerpen aan de orde komen als die genoemd zijn bij de financieringsparagraaf van de programmabegroting (artikel 4.2). Op deze wijze kan het uitgevoerde treasurybeleid getoetst worden aan de hand van het voorgenomen beleid, zoals omschreven in de begroting, en het daaraan gekoppelde mandaat.
Artikel 5: Uitvoering van het beleid
Artikel 5.1 Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot de treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Artikel 5.3 Opnemen/uitzetten van gelden op de kapitaalmarkt/geldmarkt
Voor lange financiering (langer dan één jaar) geldt dat de adviseur financiële bedrijfsvoering het aantrekken/uitzetten van middelen kan voorbereiden. Het college is bevoegd om transacties af te sluiten (indien deze niet opgenomen zijn in de treasuryparagraaf van de begroting). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
Artikel 5.4 Administratieve organisatie
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd in dit statuut. Hierbij is een functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarde:
De autorisatie (college van B&W/afdelingshoofd middelen), de uitvoering (adviseur financiële bedrijfsvoering), de registratie (medewerker MID-FA) en de controle (risicobeheersing gedurende hele jaar door de adviseur planning&control en interne controle door onafhankelijke medewerker) geschieden door afzonderlijke functionarissen.
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasuryfunctie (in artikel 2.1). Vervolgens geeft het bestuur in het statuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelswijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet Fido. Middels de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasuryactiviteiten dienen te worden uitgevoerd.
De treasuryparagraaf in de begroting geeft de plannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meer gegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het statuut. Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen, garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. De treasuryparagraaf in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.
Dit statuut betreft met name een actualisatie van het vorige statuut. En veel onderwerpen zijn dan ook nog steeds van kracht. De belangrijkste wijzigingen betreffen:
Verplicht schatkistbankieren: het is niet meer toegestaan om te beleggen, overtollige middelen dienen uitgezet worden bij de schatkist van het Rijk.
Het gewijzigde Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) in 2017, waaronder de notitie Rente van de Commissie BBV.
Decentrale overheden zijn vanaf 15 december 2013 verplicht om hun overtollige middelen aan te houden bij het Rijk. Dit heet schatkistbankieren (SKB). Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën. Publiek geld verlaat de schatkist niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van die publieke taak.
Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in 2017 en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden is de toerekening van rente een belangrijk aandachtspunt. Hoe met de rente moet worden omgegaan bij de grondexploitatie staat beschreven in de notitie grondexploitatie.
In de notitie Rente 2017 van de Commissie BBV wordt ingegaan op de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. Doelstelling van deze notitie is het bevorderen van een eenduidige handelwijze met betrekking tot rente door gemeenten (harmonisering), stimuleren dat gemeenten de (verwachte) werkelijke rentelasten opnemen in de begroting en de jaarstukken en het eenduidig inzichtelijk maken van de wijze waarop de gemeenten met rente zijn omgegaan (transparantie). O.a. het opnemen van een renteschema in de financieringsparagraaf van de programmabegroting en -rekening maakt onderdeel uit van dit treasurystatuut.
Rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau.
De ratings gehanteerd door de verschillende kredietbeoordelaars zijn elk via hun eigen benadering bekomen. Daardoor kan dezelfde bank verschillende ratings krijgen. Standard & Poor's evenals Fitch werken met categorieën A tot D, Moody's werkt met categorieën A tot C.
Hoe hoger een bank wordt gewaardeerd, hoe beter is zijn kredietwaardigheid. Hieronder de verschillende ratings: