Organisatie | Meierijstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling re-integratie en sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen gemeente Meierijstad |
Citeertitel | Regeling re-integratie en sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen gemeente Meierijstad |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | re-integratie en sanctiebeleid |
met de inwerkingtreding van deze regeling vervallen de eerdere regelingen van de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2018 | nieuwe regeling | 13-11-2018 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad;
• gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;
• gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;
• gelet op hoofdstuk 10c en 10d van de CAR-UWO;
• na overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg;
besluit de volgende regeling vast te stellen:
Regeling re-integratie en sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen gemeente Meierijstad
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
de ambtenaar die op grond van artikel 8:3, 8:6 of 8:8 van de CAR-UWO is of wordt ontslagen en die zich in de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering of de periode van de nawettelijke uitkering bevindt, alsmede de ambtenaar die zich in de periode van de reparatie-uitkering bevindt;
Tijdens de re-integratiefase en de periode van aanvullende, reparatie- of nawettelijke uitkering doen de medewerker en de werkgever al hetgeen redelijkerwijs mogelijk is om zo spoedig mogelijk een nieuwe baan te vinden voor de medewerker en te voorkomen dat de medewerker aangewezen raakt of blijft op een uitkering als bedoeld in deze regeling.
De werkgever stelt in overleg met de medewerker vast welke re-integratieactiviteiten worden ingezet. In een re-integratieplan worden de gekozen re-integratieactiviteiten beschreven (maatwerk). Als re-integratieactiviteiten kunnen worden ingezet (niet limitatief):
Voor de uitvoering van de re-integratieactiviteiten kan een externe partij worden ingeschakeld. De externe partij verricht bepaalde re-integratieactiviteiten of een heel re-integratietraject, danwel faciliteert het uitvoeren van re-integratieactiviteiten door de medewerker. Als externe partij kunnen worden ingeschakeld (niet limitatief):
Het verplichtingen- en sanctieregime van de Werkloosheidswet is naast en tezamen met het gemeentelijk verplichtingen- en sanctieregime als opgenomen in hoofdstuk 10c en 10d van de CAR-UWO, overeenkomstig van toepassing op de aanvullende, reparatie- en nawettelijke uitkering.
In individuele gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist het college.
Voor de toepassing van deze regeling ten aanzien van de griffier en de op de griffie werkzame ambtenaren is de raad bevoegd.
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling re-integratie en sanctiebeleid bovenwettelijke uitkeringen gemeente Meierijstad” en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking. Alsdan vervallen alle eerdere regelingen van de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel met betrekking tot het onderwerp van deze regeling.
Aldus besloten in de vergadering van 13 november 2018.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad
De secretaris,
Drs. M.G.C. Wilms –Wils RA
De burgemeester,
ir. C.H.C. van Rooij
Deze regeling is van toepassing bij de volgende ontslaggronden:
Deze regeling kan ook van toepassing zijn bij een ontslag op grond van artikel 8:8 van de CAR-UWO: dit is een ontslag op grond van een andere reden dan een ontslag als bedoeld in artikel 8:1 t/m 8:7 van de CAR-UWO. Dit is afhankelijk van de gemaakte afspraken bij ontslag.
Deze regeling is niet van toepassing bij ontslag op eigen verzoek, ontslag wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, ontslag wegens arbeidsongeschiktheid of ontslag op grond van artikel 8:7 van de CAR-UWO.
In het re-integratiebeleid gaat het belang van werk (werkgelegenheid) voor het belang van een uitkering (inkomensvoorziening). Daarom zijn de medewerker en de werkgever verplicht al hetgeen redelijkerwijs mogelijk is te doen om zo spoedig mogelijk een nieuwe baan te vinden voor de medewerker. Daarmee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat de medewerker aangewezen raakt of blijft op een uitkering als bedoeld in deze regeling. Dit is in lijn met de ontwikkelingen die zich voordoen binnen de wettelijke sociale zekerheid.
De werkgever stelt in overleg met de medewerker vast welke re-integratieactiviteiten worden ingezet. Voor de uitvoering van de re-integratieactiviteiten kan een externe partij worden ingeschakeld.
Als werkloosheid van de medewerker, ondanks alle re-integratieinspanningen, niet voorkomen kan worden, zal de medewerker na ontslag in principe een beroep kunnen doen op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Daarnaast kan de medewerker in aanmerking komen voor een bovenwettelijke uitkering. Dit kan gaan om een of meer van onderstaande uitkeringen:
Tijdens de periode van een WW-uitkering is het sanctieregime van de Werkloosheidswet van toepassing. Voor de overige uitkeringsperioden stelt het college een sanctiebeleid vast. Op grond van het sanctiebeleid kunnen sancties worden toegepast op de uitbetaling van de uitkering.
Het verplichtingen- en sanctieregime van de Werkloosheidswet is naast en tezamen met het gemeentelijk verplichtingen- en sanctieregime als opgenomen in hoofdstuk 10c en 10d van de CAR-UWO, overeenkomstig van toepassing op de aanvullende, reparatie- en nawettelijke uitkering.