Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Overbetuwe houdende regels omtrent de heffing en invordering van reinigingsheffingen Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2019 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2018.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 11-12-2018 | 18rb000129 |
De raad van de gemeente Overbetuwe;
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2018;
gehoord het advies van de voorbereidende vergadering van 27 november 2018;
gelet op artikel(en) 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en 15.33 van de Wet milieubeheer;
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel waarvoor ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Als tegemoetkoming in de kosten kan de belastingplichtige voor de afvalstoffenheffing in aanmerking komen voor het tarief ‘overige inzamelsystemen’, opgenomen in hoofdstuk 1, artikel 1.3 onder c van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien hij als gevolg van een chronische ziekte of medische beperking van hemzelf of van personen die behoren tot zijn huishouden, extra huishoudelijke afvalstoffen moet aanbieden zoals stoma-, incontinentie- en dialysemateriaal.
De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor dit tarief moet jaarlijks een daartoe strekkende aanvraag indienen bij de heffingsambtenaar. Hierbij moet een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden gevoegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of medische beperking medisch afval wordt aangeboden. Indien geen advies van een huisarts of medisch specialist kan worden overlegd, moet met een eigen schriftelijke verklaring aannemelijk worden gemaakt, dat gebruik wordt gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft, onder overlegging van bijvoorbeeld op naam gestelde aankoopnota’s van de (online) apotheek waar de materialen of hulpmiddelen zijn aangeschaft.
De belasting, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 5 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid geldt, als het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen of andere heffingen minder bedraagt dan € 50,- of meer is dan € 45.000,-, dat deze aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten, bedoeld in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in de hoofdstukken 4 en 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 18 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid geldt, als het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen of andere heffingen minder bedraagt dan € 50,- of meer is dan € 45.000,-, dat deze aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen
Artikel 19 Nadere regels door burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 20 Intrekking oude regeling
De Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2018, zoals vastgesteld bij besluit van 4 december 2017, en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2019.
De Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2018 en de daarbij behorende tarieventabel blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2019 hebben voorgedaan.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering
van 11 december 2018.
DE RAAD VOORNOEMD,
de wnd. griffier,
mr. A.M.P. Raijmakers.
de voorzitter,
drs. A.S.F. van Asseldonk.
Bijlage Tarieventabel 2019 behorende bij de Verordening reinigingsheffingen gemeente Overbetuwe 2019
Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1 tot en met 4 bedraagt
de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen op een
daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats, per keer:
Behoort bij besluit van de gemeenteraad d.d. 11 december 2018, nr. 10c