Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2019 |
Citeertitel | Verordening havengeld Bunschoten 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De ‘Verordening havengeld Bunschoten 2018’ van 7 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2018 | 15-11-2019 | Nieuwe regeling | 13-12-2018 |
Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een ligplaats of het voor anker gaan in de gemeentelijke haven.
Als er meerdere potentiële belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsevenredigheid
Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in het belastingjaar, na het einde van de belastingplicht nog volle dagen overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangende vaartuig over de nog niet verstreken periode van de lopende termijn verschuldigde havengeld op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde havengeld over die periode voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemd havengeld lager is dan het betaald, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.
Artikel 10 Wijze van heffing en tijdstip van betaling
Belastingaanslagen van het havengeld voor jaarbedragen waarvoor de belastingschuldige een machtiging tot automatische incasso heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.
Artikel 12 Nadere regels door het dagelijks bestuur van GBLT
Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden.