Organisatie | Maasgouw |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent het kwijtschelden van gemeentelijke belastingen Regeling kwijtschelding Maasgouw 2019 |
Citeertitel | Regeling kwijtschelding Maasgouw 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Kwijtscheldingsbesluit Maasgouw 2018.
Deze regeling wordt voor het eerst toegepast op 1 januari 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2018 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 13-12-2018 |
De raad van de gemeente Maasgouw,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, alsmede de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding bij gemeentelijke belastingen;
vast te stellen het volgende besluit:
”Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Maasgouw 2019”
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend:
In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm en 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.
Artikel 4. Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5. Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.