Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent tarieven persoonsgebonden budget Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2019 |
Citeertitel | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning 2018.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 19-03-2020 | nieuwe regeling | 11-12-2018 | 1752192 |
Hoofdstuk 2 Bedragen persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen WMO
Artikel 2 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning basis, speciaal en thuisondersteuning luiden per periode van vier weken:
* Om de hoogte van het pgb voor Huishoudelijke ondersteuning basis en basis intensief per 2019 (minimaal) gelijk te laten zijn aan 2018 wordt - positief afwijkend van de verordening - bij het non-professionele tarief een percentage van 59% gehanteerd (in plaats van 55%) en bij het zzp tarief 74% gehanteerd (in plaats van 70%).
Artikel 3 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per periode van vier weken:
Artikel 4 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding groep
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding luiden per periode van vier weken:
Artikel 5 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen (scheiden wonen en zorg)
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen luiden per etmaal:
* Er worden per 1-1-2015 geen nieuwe indicaties meer in ZZP 1 of 2 afgegeven.
Artikel 6 Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschut wonen LVB
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor beschut wonen LVB luiden per etmaal:
Artikel 7 Bedragen voor het persoonsgebonden budget overige maatwerkvoorzieningen
De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:
*Bij maaltijdvoorziening en kindverzorging wordt vanwege de ophanden zijnde aanbesteding aansluiting gezocht bij de tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal, omdat deze producten in de uitvoering het meest lijken op elkaar.
Indien met de bedragen genoemd in artikel 2, 3 en 4 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd met de volgende tarieven per uur/dagdeel:
*Voor de aanvullende tarieven bij huishoudelijke ondersteuning Speciaal en Thuisondersteuning is voor het informele en zzp tarief aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Voor het aanvullend tarief bij Huishoudelijke ondersteuning Basis is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 125% van het wettelijk minimumloon.
Artikel 8 Omvang van het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen
Het persoonsgebonden budget bedraagt, rekening houdend met de kosten voor verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode, ten hoogste:
Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel: 7).
De restwaarde van het hulpmiddel kan worden teruggevraagd en wordt als volgt bepaald:
Hoofdstuk 3 Overgangsregelingen persoonsgebonden budget
Artikel 9. Overgangsregeling persoonsgebonden budget beschermd wonen thuis
Cliënten met een indicatie voor beschermd wonen, afgegeven voor 1 januari 2015, die niet in een instelling of wooninitiatief wonen en voor wie geen indicatie voor begeleiding is of kan worden gesteld, ontvangen in verband met het overgangsrecht tot 31 december 2019, of tot het aflopen van de afgegeven indicatie een persoonsgebonden budget op basis van beschermd wonen.
Voor de cliënten genoemd in artikel 11 lid 1 en in uitzonderlijke gevallen voor nieuwe cliënten, gelden de volgende pgb bedragen:
Indien geen of slechts gedeeltelijke professionele zorg/ondersteuning wordt ingezet bij de overgangsregeling beschermd wonen thuis, zal een korting worden toegepast op de in lid 2 genoemde bedragen, die kan oplopen tot 20%. Dit is afhankelijk van de mate waarop professionele hulp wordt ingezet.
Hoofdstuk 4 Bedragen voor vervoer en voor verhuiskosten.
Artikel 10. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
De vergoeding voor het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) is gebaseerd op een kilometerprijs van € 0,28 en bedraagt op jaarbasis in principe:
Personen die een maatwerkvoorziening ontvangen in de vorm van het CVV, moeten een bijdrage betalen in het CVV in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt bedraagt € 0,78 per zone voor 65- en € 0,51 voor 65+.
De vergoeding voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer bedragen op jaarbasis maximaal:
De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:
Voor zover echtgenoten of partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25, 50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.
Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.
Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV wordt aan hen ieder maximaal toegekend:
Voor zover echtgenoten of partners beiden geen gebruik kunnen maken van het regulier openbaar vervoer, maar wel van het CVV, en één van hen kiest voor de financiële tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen auto, wordt aan ieder van hen maximaal 50% toegekend van het maximumbedrag voor het gebruik van de eigen auto.
Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kan het aantal zones met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.
Hoofdstuk 5 Bijdrage in de kosten van een voorziening
Artikel 13. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget is verleend, is een bijdrage verschuldigd.
Het bepaalde in de voorgaande lid blijft buiten toepassing als:
De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:
De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:
De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.
De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.
Een cliënt is voor woonvoorzieningen met een kostprijs onder € 500,00 geen bijdrage verschuldigd.
Artikel 14. Hoogte kostprijs voor berekening bijdrage maatwerkvoorzieningen
De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12a van de Verordening, in natura bedraagt voor:
De hoogte van de kostprijs voor berekening van de bijdrage, als bedoeld in artikel 12a van de Verordening, voor de maatwerkvoorziening vervoer in natura voor:
De bijdrage op het persoonsgebonden budget is maximaal het verstrekte (jaar)budget.
De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor begeleiding en dagbesteding geleverd door een professional is maximaal 38%* van het verstrekte (jaar)budget.
De bijdrage op het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen geleverd door een professional is maximaal 38%** van het verstrekte (jaar)budget.
* Dit percentage is berekend door het bedrag dat bij zorg in natura per uur maximaal betaald wordt aan eigen bijdrage (€ 22,20) te delen door het aanvullend uurtarief voor een pgb Begeleiding Individueel speciaal door een instelling.
** Dit percentage is berekend door het bedrag dat bij zorg in natura per dag maximaal betaald wordt aan eigen bijdrage (€ 34,20) te delen door het bedrag per dag voor een pgb Beschermd wonen zzp 3 exclusief dagbesteding.
De hoogte van de bijdrage in de kosten voor verblijf in de opvang wordt vastgesteld en geïnd door de opvanginstellingen. De instellingen die opvang verlenen zijn Stichting De Binnenvest, Stichting Vrouwenopvang Rosa Manus en Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen. Het uitgangspunt is dat voor de cliënt in ieder geval de norm voor zak- en kleedgeld, zoals genoemd in artikel 23 van de Participatiewet, beschikbaar blijft.
Voor woonvoorzieningen wordt de gemiddelde kostprijs gemeld bij het CAK tenzij de werkelijke kosten van de voorziening lager zijn.
Hoofdstuk 7 Overige bepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit
Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Leiden 2019, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.