Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Regeling Kunst in de Openbare Ruimte

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling Kunst in de Openbare Ruimte
CiteertitelRegeling Kunst in de Openbare Ruimte
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

regeling vervangt het Protocol Kunst in de Openbare Ruimte

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-2018nieuwe regeling

04-12-2018

gmb-2018-271519

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling Kunst in de Openbare Ruimte

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

 

Gelezen het voorstel van BO Economie en Cultuur, registratienummer 2018-36587;

 

Gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

onder gelijktijdige intrekking van het Protocol Kunst in de Openbare Ruimte vast te stellen de volgende Regeling Kunst in de Openbare Ruimte:

 

Regeling Kunst in de Openbare Ruimte

 

Krachtens artikel 84 Gemeentewet zijn burgemeester en wethouders bevoegd commissies in te stellen. Deze regeling vervangt het Protocol Kunst in de Openbare Ruimte (2001).

 

Hoofdstuk 1 Adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving

Artikel 1.1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    professionele kunst: podiumkunsten, audiovisuele kunst en literatuur, uitgevoerd of beoefend door personen, die over professionele vaardigheden beschikken op basis van een afgeronde studie aan een in de Europese Unie erkende kunstvakopleiding, dan wel deze vaardigheden volgens Burgemeester en Wethouders aantoonbaar anderszins hebben verworven;

  • b.

    beeldende kunsten en vormgeving: beeldhouwkunst, schilderkunst, glaskunst, keramiek, fotografie, grafische vormgeving, edelsmeedkunst, textielkunst, mengvormen van de genoemde disciplines en vormen met toepassing van moderne technologieën;

  • c.

    de adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving (BKV): de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde commissie die het college desgevraagd van advies dient inzake toepassingen van beeldende kunst in de openbare ruime.

 

Artikel 1.2 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden. Bestaat de commissie uit vier of vijf leden, dan benoemen burgemeester en wethouders een van deze leden tot voorzitter.

  • 2.

    De leden worden door het college voor een termijn ten hoogste twee jaar benoemd. Zij kunnen eenmaal voor een aaneensluitende periode van twee jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De leden hebben op persoonlijke titel zitting in de commissie. Zij zijn onafhankelijk van de instellingen, organisaties en andere aanvragers van wie zij verzoeken om initiatiefvoorstellen te beoordelen.

  • 4.

    De leden van de commissie zijn deskundig op een of meer terreinen van advisering van die commissie. Bij de samenstelling van de commissie wordt ernaar gestreefd dat de gezamenlijke deskundigheid van de leden zoveel mogelijk het gehele adviesterrein bestrijkt en daarbinnen zo evenwichtig mogelijk verdeeld is.

  • 5.

    De commissie kan zich ad-hoc laten bijstaan door externe deskundigen, indien naar het oordeel van de commissie de adviesaanvraag een specifieke deskundigheid vergt die niet of niet voldoende bij de leden van die commissie aanwezig is. Omgekeerd wordt de commissie vertegenwoordigd door een lid in de vergadering van de Welstands- en Monumentencommissie, indien in deze vergadering projecten, voorstellen etc. over beeldende kunst in de openbare ruimte aan de orde zijn en nadat de commissie haar advies daarover heeft uitgebracht.

  • 6.

    De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris van team Economie en Cultuur. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht bij de beoordeling van en advisering over subsidieaanvragen.

  • 7.

    De leden kunnen te allen tijde een ontslag op eigen verzoek indienen.

 

Artikel 1.3 Taken

  • 1.

    De adviescommissie beeldende kunst en vormgeving (BKV) is de belangrijkste externe adviseur inzake realisering van beeldende kunst in de openbare ruimte. De adviescommissie heeft tot taak het college te adviseren:

    • a.

      Het verstrekken van een opdracht om een kunstwerk te vervaardigen:

      • over een mogelijke kunstena(a)r(es) en mogelijke objecten welke in aanmerking komen voor een opdracht;

      • over stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het te vervaardigen kunstwerk

    • b.

      Initiatieven, voorstellen en schenkingen van derden voor het plaatsen en realiseren van kunstwerken in de openbare ruimte:

      • over stijl, originaliteit, kwaliteit, duurzaamheid e.d. van het aangeboden kunstwerk

      • over het aanvaarden of weigeren van een door de derde partij aangeboden kunstwerk

      • over de mogelijke locaties voor de plaatsing van het aangeboden kunstwerk

    • c.

      Het beheer en onderhoud van bestaande kunstobjecten in de openbare ruimte:

      • over het plaatsen en verplaatsen van kunstwerken binnen het grondgebied van de gemeente in geval van zowel gemeentelijke initiatieven als initiatieven van derden (waaronder schenkingen).

  • 2.

    In haar advies spreekt de commissie haar oordeel uit over de artistiek-inhoudelijke kwaliteit van voorgenoemde opdrachten, initiatieven, voorstellen of schenkingen.

  • 3.

    Ingeval de commissie beraadslaagt en adviseert wordt aan de commissie toegevoegd een lid van de Welstands- en Monumentencommissie dat affiniteit heeft met beeldende kunst in de openbare ruimte. Omgekeerd wordt de commissie vertegenwoordigd door een lid in de vergadering van de Welstands- en Monumentencommissie, indien in deze vergadering projecten, voorstellen etc. over beeldende kunst in de openbare ruimte aan de orde zijn en nadat de commissie haar advies daarover heeft uitgebracht.

  • 4.

    Per aanvraag legt de commissie haar advies schriftelijk vast en zendt deze aan burgemeester en wethouders.

 

Artikel 1.4 Werkwijze

  • 1.

    Adviesaanvragen aan de adviescommissie BKV zullen door de indiener worden geformuleerd. In deze adviesaanvragen dient rekening gehouden te worden met de intenties van waaruit het project wordt geformuleerd; de locatie(s) die aan de orde is/zijn; de rol die het kunstwerk moet spelen; het in beginsel beschikbare budget; de wijze waarop inspraak van de buurt aan de orde komt.

  • 2.

    De commissie vergadert zo vaak als dat voor de advisering over de ingediende adviesaanvraag nodig is.

  • 3.

    De leden beraadslagen gezamenlijk over de vaststelling van het advies aan burgemeester en wethouders. Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen, waarbij geldt dat daar tenminste drie leden bij betrokken zijn, en dat ieder lid één stem heeft. Het advies wordt door de betrokken leden ondertekend. Ingeval de commissie uit vier leden bestaat en de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 4.

    De commissie regelt zelf haar vergaderorde.

  • 5.

    De vergaderingen, vergaderstukken en het advies van de commissie zijn niet openbaar.

 

Artikel 1.5 Vergoeding

De leden van een commissie ontvangen een vergoeding voor:

  • 1.

    het bijwonen (inclusief het voorbereiden) van de vergaderingen van de commissie;

  • 2.

    de gemaakte reiskosten in verband met het bijwonen van vergaderingen van de commissie, op basis van de kosten voor openbaar vervoer.

Burgemeester en wethouders stellen telkens voor een periode van twee jaar de vergoeding per vergadering vast.

 

Hoofdstuk 2 Beheer en onderhoud

Artikel 2 Werkwijze onderhoud

  • 1.

    Het beheer en onderhoud van beeldende kunst in de openbare ruimte zal (conform meerjarenplanning 2018-2021) in 2019 worden opgedragen aan een nog vast te stellen partij. Op basis van de uitgevoerde schouw naar de staat van onderhoud van de in Maastricht aanwezige kunstwerken in de openbare ruimte en de onderhoudspraktijk over de afgelopen jaren (zie bijlage), wordt een onderhoudsplan opgesteld. Deze schouw kan gezien worden als nulmeting. In de meerjarenplanning 2018-2021 is reeds een realistische kostenraming opgenomen.

  • 2.

    Dit beheer- en onderhoudsplan zal tweejaarlijks worden geactualiseerd. Bij de oplevering van kunstwerken (als bedoeld in artikel 7) die op basis van deze regeling tot stand komen, worden onderhoudstrajecten inclusief kostenraming opgesteld. Deze worden aan het onderhoudsplan en de meerjarenplanning toegevoegd.

 

Hoofdstuk 3 Algemeen

Artikel 3.1 Financiën

  • 1.

    Kunst in de openbare ruimte wordt in principe gefinancierd door de initiatiefnemer. Als het hierbij gaat om een intern, gemeentelijk initiatief wordt dit project gefinancierd uit het gemeentelijk budget voor kunst in de openbare ruimte. Het totaalbudget voor kunst in de openbare ruimte, inclusief beheer en onderhoud, is ondergebracht in programma 5 van de begroting.

  • 2.

    Het beschikbare budget wordt ingezet voor het realiseren van nieuwe kunstwerken en het beheer en onderhoud van bestaande kunstwerken. Bij elk nieuw kunstproject worden binnen het budget ook middelen voor het onderhoud gereserveerd.

 

Artikel 3.2 Opdrachtgeverschap en eigendom

  • 1.

    De gemeente Maastricht heeft als opdrachtgever van kunstwerken in de openbare ruimte een bijzondere rol. De opdrachtgever kadert de opdracht in en stelt enkele randvoorwaarden;

  • 2.

    de vaststelling van het doel van het werk, een omschrijving van de fysieke omgeving en (indien van toepassing) beperkingen aan het te vervaardigen kunstwerk met betrekking tot materiaalkeuze, materiaalgebruik, grootte en budget. Ook dient er bepaald te worden of het gaat om tijdelijke- of permanente kunst. De gemeente als opdrachtgever streeft ernaar om vormgevingsprocessen te initiëren die een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de leefomgeving.

  • 3.

    De gemeente is als opdrachtgever ook eigenaar van het werk. Het is aan de gemeente als beheerder van de openbare ruimte om te bepalen of werken verplaatst of vernietigd worden.

  • 4.

    Aanvaarding door de opdrachtgever gebeurt door middel van het standaard opleveringsdocument.

 

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht d.d. 4 december 2018.

 

De secretaris,

P.J. Buijtels

 

De burgemeester,

J.M. Penn-te Strake