Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Inrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingInrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater
CiteertitelInrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2019Nieuwe regeling

04-12-2018

gmb-2018-271240

Tekst van de regeling

Intitulé

Inrichtingsplan 2019 weekmarkt centrum binnenstad te Oudewater

Artikel 1. Plaats en markttijden

  • 1.

    In het centrum van de Binnenstad te Oudewater wordt op woensdag een weekmarkt gehouden van 10.00 uur tot 17.00 uur, zoals aangegeven op bijbehorende kaart (bijlage 2);

  • 2.

    Tussen 10:00 en 17:00 mogen er op de weekmarkt goederen worden verkocht;

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan het college op grond van onvoorziene en bijzondere omstandigheden bepalen dat de markt niet zal plaatsvinden dan wel tijdelijk zal plaatsvinden op een andere plaats, dag en/of tijd en indien nodig vergunninghouders een andere standplaats toewijzen dan die waarvoor zij vergunning hebben.

Artikel 2. Afgelasting markt

  • 1.

    Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, er direct gevaar dreigt voor de vergunninghouder, marktbezoekers en/of objecten in de nabijheid van het marktterrein, waardoor de openbare orde in gevaar komt of schade kan worden toegebracht aan derden, kan de marktmeester besluiten:

    • a.

      de vergunninghouder te verplichten de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen te treffen;

    • b.

      de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

    • c.

      de markt niet te laten aanvangen;

    • d.

      de markt onmiddellijk te beëindigen.

  • 2.

    Indien Koningsdag gevierd wordt op een woensdag, wordt de weekmarkt afgelast

Artikel 3. Inrichting van de markt en branche-indeling

  • 1.

    De afmeting van de standplaats is bepaald op 4 strekkende meter of een veelvoud daarvan.

  • 2.

    Het college kan bij de toewijzing van de standplaatsen afwijken van de standaardmaten.

  • 3.

    De artikelgroepen of branches, alsmede het maximum aantal standplaatsen per branche is vastgesteld zoals weergegeven op bijlage 1.

Artikel 4. Gebruik standplaats

  • 1.

    Op de markt kan uitsluitend met eigen materiaal een standplaats worden ingenomen.

  • 2.

    Indien het eigen materiaal is voorzien van installaties waarin gekookt, gebakken, gebraden en/of gefrituurd of waarmee verwarmd kan worden, moet een bewijs van veiligheid van het te gebruiken eigen materiaal, evenals de te gebruiken apparatuur, worden overlegd.

  • 3.

    Het genoemde bewijs wordt jaarlijks opnieuw overlegd, waarbij de laatste keuring van het materiaal niet langer dan één jaar geleden heeft plaatsgevonden.

  • 4.

    De vergunninghouder mag tijdens de markten geen andere artikelen verkopen dan waarvoor hem vergunning is verleend.

  • 5.

    De vergunninghouder mag tijdens de markten geen artikelen uitstallen, verkopen of afleveren op een andere plaats dan waarvoor hem vergunning is verleend.

  • 6.

    Het is mogelijk borden, vlaggen, kraamverlengingen e.d. aan de luifels van de kramen aan te brengen zolang de veiligheid en het functioneren van de markt hierdoor niet worden belemmerd. Dit ter beoordeling van de marktmeester.

  • 7.

    De aanrijdroutes dienen te allen tijde ten minste 3.50 meter breed te zijn.

  • 8.

    Tijdens de markturen mag de vergunninghouder niet de doorgang in de wandelgangen op de langs het marktterrein op enigerlei wijze hinderen of belemmeren. Dit ter beoordeling van de marktmeester.

  • 9.

    Het is de vergunninghouder verboden voor de verlichting van de standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting.

  • 10.

    Het is de vergunninghouder verboden de standplaats als opslagruimte te gebruiken.

Artikel 5. Marktcommissie

Voordat het college overgaat tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats aan een nieuwe vergunninghouder wordt de aanvraag aan de marktcommissie voorgelegd.

Artikel 6. Registratie sollicitanten en toetsing

  • 1.

    Door burgemeester en wethouders wordt ten behoeve van de toewijzing van vrijkomende vaste standplaatsen een sollicitantenlijst bijgehouden, waarop in volgorde van schriftelijke aanmelding de gegadigden voor een standplaats, onderverdeeld naar branche, zijn vermeld.

  • 2.

    Om voor inschrijving op de sollicitantenlijst in aanmerking te komen, dienen gegadigden te voldoen aan diversen bepalingen zoals inschrijving KVK en de bepalingen zoals beschreven in artikel 10 van de Marktverordening 2019.

  • 3.

    In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de gegadigde niet voldoet aan deze bepalingen.

  • 4.

    Indien sprake is van een onvoldoende registratie van sollicitanten of bij onvoldoende aanbod kan aanvullend een werving worden gestart.

  • 5.

    Aan een registratie op de sollicitantenlijst kunnen geen rechten en plichten worden ontleend.

  • 6.

    De marktcommissie toetst de sollicitanten ter vaststelling wie van hen de grootste bijdrage kan leveren aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt. De toetsing vindt plaats volgens een puntensysteem.

  • 7.

    De marktcommissie hanteert de volgende toetsingscriteria:

    • a.

      Criteria ten aanzien van het artikel (per criterium maximaal 3 punten):

      • het product/artikel is ter vervanging in het bestaande aanbod;

      • het product/artikel is ter aanvulling /uitbreiding op het bestaande aanbod;

      • het product/ artikel is nieuw.

    • b.

      Criteria ten aanzien van de sollicitant (per criterium maximaal 3 punten):

      • sollicitant beschikt over goede referenties;

      • sollicitant is klantvriendelijk en kent een goede service;

      • sollicitant doet aan promotie.

    • c.

      Criteria ten aanzien van de kwaliteit van de kraam/ verkoopwagen (per criterium maximaal 3 punten):

      • de kraam/ verkoopwagen kent een goede uitstraling;

      • de producten/artikelen worden goed gepresenteerd;

      • de kraam/ verkoopwagen ziet er hygiënisch en goed verzorgd uit;

      • de kraam/ verkoopwagen voldoet aan de juiste maatverhoudingen.

Artikel 7. Tijdstip van het innemen van de standplaats en aan- en afvoer van goederen

  • 1.

    Vervoermiddelen die niet noodzakelijk zijn voor directe verkoop moeten voor het aanvangstijdstip van en gedurende de markt van het marktterrein zijn verwijderd.

  • 2.

    De marktmeester kan van het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen voor zover de vervoermiddelen de verkoopactiviteiten op het marktterrein niet nadelig beïnvloeden.

  • 3.

    Dagplaatshouders moeten hun vervoermiddelen die niet noodzakelijk zijn voor de directe verkoop uiterlijk een uur na het aanvangstijdstip van de markt van het marktterrein hebben verwijderd.

Artikel 8. Gebruik van geluidsapparatuur

  • 1.

    Het gebruikmaken van geluidsapparatuur is alleen toegestaan na verleende schriftelijke toestemming.

  • 2.

    Overige standplaatshouders of bezoekers van de markt mogen van het gebruik van de geluidsapparatuur geen hinder ondervinden.

Artikel 9. Meet- en weegwerktuigen

De vergunninghouder is, onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, verplicht:

  • a.

    Voor zover goederen per maat of gewicht worden verkocht, ervoor te zorgen dat de gebruikte meet- en/of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren;

  • b.

    Het weegwerktuig zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats te plaatsen, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar ís.

Artikel 10. Afval, Hygiëne en reiniging van de standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder is verplicht wanneer aan hem een vergunning is verleend om op zijn standplaats eet- en drinkwaren te verkopen welke direct voor consumptie gereed zijn, aan de voorzijde van de marktkraam of eigen materiaal voldoende korven of bakken te plaatsen voor het verzamelen van afval. Dit afval dient, overeenkomstig het overige bedrijfsafval, door de vergunninghouder afgevoerd te worden.

  • 2.

    Een vergunninghouder die handel drijft in artikelen van een branche waaruit zou kunnen voortvloeien dat de ondergrond en omgeving van zijn standplaats vervuild raakt, dient maatregelen te treffen om dit te voorkomen. De te treffen maatregelen behoeven de voorafgaande goedkeuring van de marktmeester en worden kort daarna uitgevoerd.

Artikel 11. Veiligheid van toestellen en installaties

  • 1.

    Elektrische installaties, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak-, kook-enm frituurinstallaties dienen zodanige eigenschappen te hebben dat het gebruik ervan geen branden/of explosiegevaar oplevert. Dit betekent dat:

    • a.

      de elektrische installatie in de verkoopinrichting voldoet aan NEN 101 en de eisen van de energieleverancier;

    • b.

      toestellen en installaties uitgevoerd zijn conform Europese veiligheidsregels (waaronder de zogenaamde 'machinerichtlijn') en voorzien zijn van het CE-keurmerk;

    • c.

      gasgestookte toestellen en installaties die na oplevering door de fabrikant (conform Europese veiligheidsregels/CE) nog aan een installatieproces worden onderworpen, vóór de eerste ingebruikneming gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig ie zijn binnen de verkoopinrichting; de keuring kan feitelijk een onderdeel zijn van het installatieproces;

    • d.

      bij gebruik van gas als brandstof en een slang als verbinding uitsluitend een goedgekeurde slang van maximaal 10 meter lang wordt gebruikt; als richtlijn wordt een vervangingsduur van 2 jaar gehanteerd, tenzij het bevoegd gezag op basis van een visuele inspectie anders aangeeft (NEN 8020-41);

    • e.

      bij gebruik van gas als brandstof de gasfles voorzien is van een door de aangewezen keuringsinstantie erkend keurmerk en ten hoogste 10 jaar oud is;

    • f.

      een adequate rookgasafvoervoorziening gerealiseerd is bij toestellen en installaties die dat behoeven; de bij bakken, braden en frituren vrijkomende dampen dienen via een onbrandbaar, hittebestendig en gasdicht rookafvoerkanaal waarin een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter is geplaatst, te worden weggeleid (tenzij het om een elektrische frituurpan van maximaal 4 liter gaat dan wel een kookketel met een inhoud van niet meer dan 25 liter);

    • g.

      afsluiters in vaste gasleidingen goed bereikbaar zijn en aangebracht aan het einde van elke aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel en in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas;

    • h.

      bij gebruik van gas als brandstof uitsluitend aardgas, propaangas, butaangas of gasolie wordt gebruikt, en dus geen LPG.

Artikel 12. Veilig gebruik van toestellen en installaties

  • 1.

    Elektrische installaties, verlichtingstoestellen, verwarmingstoestellen en bak-, kook- en frituurinstallaties dienen zodanig gebruikt te worden dat daardoor geen brand- en/ofexplosiegevaar ontstaat. Dit betekent dat:

    • a.

      elektriciteitskabels zodanig worden opgehangen dan wel onder matten worden weggeborgen dat het publiek er niet mee in aanraking kan komen;

    • b.

      toestellen en installaties zodanig geplaatst worden dat ze niet in aanraking komen met gemakkelijk brandbare stoften en goederen;

    • c.

      gasgestookte verwarmingstoestellen met een open verbranding zodanig afgesteld zijn dat er een optimale verbranding plaatsvindt;

    • d.

      bij gebruik van gas als brandstof ten hoogste 115 liter waterinhoud gas bij de verkoopinrichting aanwezig is. Een losse gasfles mag een waterinhoud hebben van ten hoogste 40 liter;

    • e.

      gasflessen zodanig zijn opgesteld dat het publiek er niet bij kan, sprake is van goede ventilatie, zij beschermd zijn tegen omvallen (kantelen) en aanrijden;

    • f.

      toestellen voor koken, bakken, braden en frituren op een plaat van onbrandbaar materiaal dat warmte slecht geleidt (NEN 6065 klasse 2), zijn geplaatst en wanden binnen een afstand van 0,30 meter van de toestellen op dezelfde manier bekleed zijn;

    • g.

      toestellen en installaties schoon en vetvrij worden gehouden;

    • h.

      installaties voor koken, bakken, braden en frituren tenminste jaarlijks aan onderhoud worden onderworpen en tweejaarlijks gekeurd worden door een erkende installateur; van deze keuring dient een rapport aanwezig te zijn binnen de verkoopinrichting;

    • i.

      bij gebruik van een installatie voor koken, bakken, braden en frituren, voor iedere pan of

    • j.

      frituurbak een goed passend metalen deksel aanwezig is;

    • k.

      flessen en tanks mogen tot slechts 809fc worden gevuld. Een lege fles moet altijd met een gesloten afsluiter worden bewaard;

    • l.

      afsluiters moeten tegen beschadigingen zijn beschermd. Indien de bescherming bestaat uit een afneembare dop, moet deze bij niet aangesloten flessen zijn opgeschroefd.

    • m.

      het gebruik van een reduceer (drukregelaar) ouder dan 5 jaar is verboden;

    • n.

      het verbruikstoestel mag alleen op de standplaats in werking zijn. Tijdens het transport moeten de afsluiters van de gasflessen te allen tijde gesloten zijn. bij het wisselen van gasflessen mogen de branders niet in werking zijn;

    • o.

      in het geval er sprake is van personeel: personeel dient voldoende te zijn opgeleid om te kunnen werken met de installatie.

Artikel 13. Elektriciteit

De vergunninghouder is verplicht voor zover hij gebruik maakt van elektrische energie deze te betrekken vanuit door het college beschikbaar gestelde middelen. De gemeente brengt de kosten van elektriciteitsgebruik in rekening op basis van jaarlijks vastgestelde privaatrechtelijke tarieven.

Artikel 14. Bakken en braden

  • 1.

    De bakinstallatie (oliebak) moet zodanig zijn geconstrueerd dat bij bijvoorbeeld overbruisen over de rand, of door de kieren om de rand, olie of vet niet in de verbrandingsruimte kan komen.

  • 2.

    De toestellen moeten vast op de vloer of tafel staan opgesteld en moeten tegen omvallen of omstoten worden beschermd.

  • 3.

    Elk bak- en braadtoestel moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of thermokoppel met een maximaal ingestelde waarde van 190 graden Celsius.

  • 4.

    Een eventueel opgesteld gaskomfoor moet zijn opgesteld op een plaat van onbrandbaar en slecht geleidend materiaal.

  • 5.

    Het draagvlak onder bak- en braadtoestellen moet tenminste 0,1 meter buiten de toestellen onbrandbaar zijn, dan wel zijn bekleed met een onbrandbaar en de warmte slecht geleidend materiaal. De wanden en tentdoeken, in de nabijheid waarvan toestellen zijn geplaatst, moeten tot op 1 meter van het toestel onbrandbaar zijn of op dezelfde wijze zijn bekleed.

  • 6.

    Nabij de bak- en braadapparatuur moet een draagbaar blustoestel aanwezig zijn van tenminste 6 kg poeder, 5 kg koolzuursneeuw of gelijkwaardige bluscapaciteit. Het blustoestel dient goed bereikbaar te zijn.

  • 7.

    Een draagbaar blustoestel moet zijn voorzien van een geldig rijks keurmerk en dient jaarlijks conform NEN 2559 te worden onderhouden .Het blustoestel moet zijn voorzien van een label of sticker waarop de laatste controledatum is aangegeven.

  • 8.

    Losse verwarmingstoestellen met open vuur anders dan van gas zijn verboden.

Artikel 15. Afvoer van verbrandingsgassen en dampen

  • 1.

    Binnen een afstand van 0,3 meter van de afvoerleiding van de bakdampen of de

    • 1.

      verbrandingsgassen mogen geen brandbare stoffen aanwezig zijn, tenzij deze bekleed zijn met een onbrandbaar en slecht warmtegeleidend materiaal.

    • 2.

      De verbrandingsgassen van de bak- en braadtoestellen moeten door middel van afvoerleidingen van onbrandbaar en hittebestendig materiaal worden afgevoerd. De wand- en dak doorvoeringen moeten zijn uitgevoerd met een dubbelwandige nisbuis.

    • 3.

      Een afvoer van de bakdampen en verbrandingsgassen in één leiding is toegestaan, mits de verbrandingsgassen op de plaats van samenkomst geen hogere temperatuur hebben dan 200 graden Celsius.

    • 4.

      De filters van de luchtreinigingsinstallatie dienen zo vaak gereinigd/vervangen te worden als voor de goede werking noodzakelijk is.

Artikel 16. Samenstelling en benoeming Marktcommissie

  • 1.

    Er is een marktcommissie bestaande uit:

    • a.

      Vier marktkooplieden, die een vaste standplaats op de markt hebben, aangewezen door de marktkooplieden op een door burgemeester en wethouders te bepalen wijze;

    • b.

      Twee door de ondernemersvereniging te Oudewater aan te wijzen leden;

    • c.

      Twee horecaondernemers uit de binnenstad van Oudewater, aan te wijzen door burgemeester en wethouders;

    • d.

      een lid van het college van burgemeester en wethouders, aan te wijzen door dat college, welk lid tevens voorzitter is;

    • e.

      De marktmeester, als adviserend lid.

  • 2.

    De voorzitter heeft geen stemrecht tijdens vergaderingen van de marktcommissie met uitzondering van het bepaalde in artikel 17 lid 2.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan tot secretaris van de commissie.

  • 4.

    De commissieleden worden benoemd voor vierjaren. De leden kunnen na afloop van deze termijn terstond worden herbenoemd.

  • 5.

    Een commissielid die, conform lid I ,gekozen is op grond van een bepaalde functie of in een bepaalde kwaliteit houdt op lid van de commissie te zijn, zodra hij ophoudt deze functie of kwaliteit te hebben.

  • 6.

    De benoeming van een plaats, die is opengevallen, geschiedt zo spoedig mogelijk na dat openvallen.

  • 7.

    Hij, die ter vervulling van een openstaande plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd moest aftreden.

Artikel 17. Adviestaak Marktcommissie

  • 1.

    Burgemeesters en wethouders vragen alvorens een beslissing ter zake te nemen of ter zake een voorstel aan de raad te doen, advies aan de marktcommissie over:

    • a.

      wijziging of intrekken van de Marktverordening Oudewater 2019;

    • b.

      wijziging of intrekking van de verordening inzake de marktgelden;

    • c.

      wijziging of intrekking van het inrichtingsplan voor de weekmarkt van Oudewater;

    • d.

      de toewijzing van vaste standplaatsen.

  • 2.

    De vergaderingen van de marktcommissie vinden in het openbaar plaats, tenzij de marktcommissie op voorstel van tenminste twee aanwezige leden of de voorzitter anders beslist. De deuren worden in ieder geval gesloten indien over personen wordt beraadslaagd of besloten. Ingeval van staken van stemmen over een voorstel tot het sluiten van de deuren beslist de stem van de voorzitter.

  • 3.

    De secretaris doet openbare kennisgeving van een te houden vergadering van de commissie op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

 

 

 

Oudewater, 4 december 2018

Burgemeester en wethouders van Oudewater,

Secretaris Burgemeester

Ir. W. Tempel mr. drs. P Verhoeve

Bijlage 1 Branchering weekmarkt (woensdag) Oudewater 2019, locatie binnenstad

 

 

Aantal strekkende meters

Aantal strekkende meters

 

Geplaats per productgroep

Maximum aantal per productgroep

Food

Dit betreft de (stand)plaatsen aangeduid met de nummers:

  • 1.

    1 t/m 5

  • 2.

    8 t/m 10

  • 3.

    13 t/m 18

  • 4.

    22 t/m 23

  • 5.

    30 t/m 34

  • 6.

    43 t/m 45

  • 7.

    51 t/m 53

 

Bijvoorbeeld: aardappelen, kaas en zuivel, noten, zuidvruchten, zoetwaren en visproducten.

     

85,5

     

85,5

Bloemen en planten

Dit betreft de (stand)plaatsen met de nummers:

  • 1.

    19 t/m 21

  • 2.

    35 t/m 37

  • 3.

    46 t/m 50

     

45

     

45

Textiel

Dit betreft de (stand)plaatsen met de nummer:

  • 1.

    11 t/m 12

  • 2.

    24 t/m 29

  • 3.

    51 t/m 53

 

Bijvoorbeeld: kleding, schoeisel en lederwaren.

           

53,5

           

53,5

Overige non food

Dit betreft de (stand)plaatsen met de nummers:

  • 1.

    6 t/m 7

  • 2.

    38 t/m 42

 

Bijvoorbeeld: dierbenodigdheden, sieraden, haarmode, drogisterijartikelen, wenskaarten, hobbyartikelen en schoonmaakartikelen.

             

28

             

28

Totalen

212

212

 

 

Bijlage 2 Tekening standplaatsen markt binnenstad Oudewater