Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de markt 2019 (Marktverordening Oudewater 2019)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de markt 2019 (Marktverordening Oudewater 2019)
CiteertitelMarktverordening Oudewater 2019
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Marktverordening Oudewater 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147 van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Inrichtingsplan 2019 weekmarkt Oudewater

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2019Nieuwe regeling

13-12-2018

gmb-2018-271230

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de raad van Oudewater houdende regels voor de markt 2019 (Marktverordening Oudewater 2019)

 

De raad van de gemeente Oudewater;

 

 

gelezen het voorstel d.d. 6 november 2018 van:

- burgemeester en wethouders

 

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

artikelen 147 en 149

 

 

b e s l u i t:

 

Vast te stellen de

 

Marktverordening Oudewater 2019

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaand onder:

  • a.

    markt: de warenmarkt, die krachtens besluit van het college wordt gehouden op de dagen en plaatsen die in het inrichtingsplan worden genoemd;

  • b.

    marktterrein: de gehele oppervlakte aan openbare of voor het publiek toegankelijke grond, die bij besluit van het college voor het uitoefenen van de markthandel is aangewezen. De grenzen van het marktterrein worden in het inrichtingsplan aangegeven;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van een markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking is gesteld aan de vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: de niet ingenomen vaste standplaats die per marktdag mag worden ingenomen;

  • f.

    vergunning- of standplaatshouder: ieder die van het college een vergunning heeft gekregen om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

  • g.

    standwerker: iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen;

  • h.

    marktmeester/toezichthouder: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • i.

    anciënniteitlijst: een doorlopend genummerde lijst van de betreffende markt met vermelding van en in volgorde van de datum waarop een hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen;

  • j.

    branche: een hoofd- of sub branche van een door burgemeester en wethouders te bepalen assortiment van waren of goederen;

  • k.

    marktgeld: het heffen van rechten ter zake van het genot van door of vanwege he gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats op de door het college ingestelde markt;

  • l.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Oudewater.

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt.

Artikel 2. Inrichtingsplan

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een inrichtingsplan voor de markt vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      aanduiding van de dag en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      een kaart van de markt.

  • 2.

    Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      de grenzen van de markt;

    • b.

      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste standplaatsvergunning;

    • c.

      voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

    • d.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning;

    • e.

      indien van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.

  • 3.

    De wijze waarop vrijgekomen vaste standplaatsen worden bekendgemaakt.

Artikel 3. Vent en sampleverbod, beperking gedrukte stukken

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen, waren of consumptieartikelen ter promotie of verkoop rond te lopen of te rijden, anders dan via een vaste-of dagstandplaats.

  • 2.

    Van het verbod in het eerste lid kan het college ontheffing verlenen, voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet-en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

  • 3.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt, gedrukte of geschreven stukken alsmede samples, monsters en anderen goederen die vallen onder het begrip commerciële handelsreclame onder het publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken, anders dan via een vaste- of dagstandplaats.

Artikel 4. Verplaatsen of afgelasten van de markt

  • 1.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden de markt verplaatsen of afgelasten.

  • 2.

    Het college bepaalt in welk geval er sprake is van een bijzondere omstandigheid.

Artikel 5. Mandaatverboden

Het college is bevoegd tot het vaststellen van het inrichtingsplan.

De bevoegdheid tot het wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning leiden, kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Artikel 6. Marktcommissie

  • 1.

    Voordat het college overgaat tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een vaste standplaats aan een nieuwe vergunninghouder wordt de aanvraag aan de marktcommissie voorgelegd.

Artikel 7. Registratie sollicitanten

  • 1.

    Door burgemeester en wethouders wordt ten behoeve van de toewijzing van vrijkomende vaste standplaatsen een sollicitantenlijst bijgehouden, waarop in volgorde van schriftelijke aanmelding de gegadigden voor een standplaats, onderverdeeld naar branche, zijn vermeld.

  • 2.

    Om voor inschrijving op de sollicitantenlijst in aanmerking te komen, dienen gegadigden te voldoen aan diversen bepalingen zoals inschrijving KVK en de bepaling zoals beschreven in artikel 10.

  • 3.

    In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de gegadigde niet voldoet aan deze bepalingen.

  • 4.

    Indien sprake is van een onvoldoende registratie van sollicitanten of bij onvoldoende aanbod kan aanvullend een werving worden gestart.

  • 5.

    Aan een registratie op de sollicitantenlijst kunnen geen rechten en plichten worden ontleend.

Artikel 8. Toetsing

  • 1.

    De marktcommissie toetst de sollicitanten ter vaststelling wie van hen de grootste bijdrage kan leveren aan de verbetering en/of het behoud van de kwaliteit van de markt. De toetsing vindt plaats volgens een puntensysteem.

  • 2.

    De marktcommissie hanteert de volgende toetsingscriteria:

a. Criteria ten aanzien van het artikel (per criterium maximaal 3 punten):

Het product/artikel is ter vervanging in het bestaande aanbod;

Het product/artikel is ter aanvulling /uitbreiding op het bestaande aanbod;

Het product/ artikel is nieuw.

b. Criteria ten aanzien van de sollicitant (per criterium maximaal 3 punten):

Sollicitant beschikt over goede referenties;

Sollicitant is klantvriendelijk en kent een goede service;

Sollicitant doet aan promotie.

c. Criteria ten aanzien van de kwaliteit van de kraam/ verkoopwagen (per criterium maximaal 3 punten):

de kraam/ verkoopwagen kent een goede uitstraling

de producten/artikelen worden goed gepresenteerd.

De kraam/ verkoopwagen ziet er hygiënisch en goed verzorgd uit

de kraam/ verkoopwagen voldoet aan de juiste maatverhoudingen.

Artikel 9. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden, op een markt zonder of in afwijking van een vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ee andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt.

  • 5.

    Aan een van de hiervoor genoemde vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten. Iemand die een vaste-standplaatsvergunning heeft komt in principe niet in aanmerking voor een andere vergunning voor dezelfde markt.

  • 7.

    degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

  • 8.

    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning uiterlijk een half uur voor de aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of dien plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 10. Indieningvereisten

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking, een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die schriftelijk een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij aantoont dat hij persoonlijk, dan wel de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is of deel uitmaakt:

    • a.

      staat ingeschreven in het Handelsregister;

    • b.

      staat ingeschreven bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel en daarvan een registratiebewijs toont;

    • c.

      een afschrift van een geldig legitimatiebewijs heeft ingediend.

  • 2.

    Bij toewijzing van een standplaats dient de vergunninghouder persoonlijk, of de rechtspersoon waarbij hij in loondienst is bij voortduring te voldoen aan de eisen genoemd in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 11. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze aantoonbaar ten minste drie jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

Artikel 12. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 11.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

    • c.

      als van de vergunning gedurende ten minste één maal per twee weken en tenminste vier maal per kwartaal geen gebruik is gemaakt; of

    • d.

      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4.

    Als de vergunninghouder of zijn vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een half uur voor aanvang van de markt heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 13. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

  • 1.

    De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.

  • 2.

    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger en wordt ten minste 4 weken voorafgaand aan de afwezigheid van de vaste standplaatshouder ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen, standwerkers en bediening

Artikel 14. Dagplaatsvergunning

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op de markt. Dit kan in de volgende situatie:

    • a.

      het is bepaald in het inrichtingsplan of;

    • b.

      de plaats wordt niet ingenomen door een houder van een vaste standplaatsvergunning of;

    • c.

      een vergunning is vervallen en is nog niet vergeven of;

    • d.

      de vergunninghouder niet in staat is de standplaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroep vereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag, bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van indiening van de aanvragen.

  • 5.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 15. Standwerkvergunning

  • 1.

    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 14, tweede tot en met vijfde lid.

  • 2.

    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 16. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich op de markt doen bijstaan door één of meer andere personen.

Artikel 17. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 18. Markttijden in acht nemen

  • 1.

    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur en 30 minuten voor de aanvang (10.00 uur) en meer dan 1 uur en 30 minuten na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2.

    Het is verboden voor vergunninghouders om voor 10.00 uur en na 17.00 uur goederen te verkopen.

  • 3.

    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 09.30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 19. Markt schoonhouden

  • 1.

    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2.

    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Artikel 20. Afbreken markt ten gevolge van bijzondere omstandigheden

1. Indien bij aanvang van de markt, of gedurende de tijdsperiode waarop de markt wordt gehouden, weersinvloeden, of calamiteiten e.d. de orde op de markt kunnen verstoren, of er direct gevaar dreigt voor de marktplaatshouder, het publiek en/of objecten op of in de nabijheid van het marktterrein, kan de burgemeester:

a. De houder van een standplaats verplichten de noodzakelijk voorzorgsmaatregelen te treffen;

b. Beslissen de markt anders op te stellen c.q. in te richten;

c. Beslissen de markt niet te laten aanvangen of beslissen de markt onmiddellijk te beëindigen.

2. Van de in het vorige lid bedoelde situatie(s) is in ieder geval sprake indien:

a. Er voor aanvang van de markt sprake is van weersomstandigheden met windkracht 8 beaufort of meer, dan wel deze en andere weersomstandigheden op korte termijn worden voorspeld (zoals bijvoorbeeld hevige sneeuwval of ijzel);

b. Er tijdens de markt sprake is van snel verslechterende weersomstandigheden zodanig dat sprake is van storm of orkaankracht, dan wel deze weersomstandigheden op korte termijn, voor het einde van de markt, worden voorspeld;

c. De houder van een standplaats is indien een situatie zich voordoet als omschreven in dit artikel verplicht de aanwijzingen van de marktmeester onverwijld op te volgen.

Artikel 21. Weigeringsgronden

  • 1.

    Het college weigert de vergunning voor een vaste marktplaats in het geval alle vaste marktplaatsen zijn vergund of er geen plaats is volgens de brancheringslijst, opgenomen als bijlage bij het Inrichtingsplan.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning voor een vaste marktplaats voorts indien:

    • a.

      de Marktcommissie een negatief advies uitbrengt;

    • b.

      de aanvrager onvolledige gegevens overlegt;

    • c.

      de aanvrager eerder beschikte over een vergunning en het naar aanleiding daarvan verschuldigde marktgeld dat wordt geheven op grond van artikel 229, lid 1, onderdeel a. en b. van de Gemeentewet, juncto de Verordening marktgeld, niet heeft voldaan.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 22. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 23. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder of diens vervanger gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht, belemmert in het uitoefenen van hun functie dan wel de door de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met toezicht, gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 24. Dagplaatsen en standwerkersplaatsen

  • 1.

    De persoon die bij de marktmeester een verzoek doet tot het innemen van een dagplaats of standwerkersplaats, kan door het college van de toewijzing worden uitgesloten indien:

    • a.

      hij niet in het Handelsregister staat ingeschreven;

    • b.

      hij onjuiste of onvolledige gegevens overlegt;

    • c.

      het bepaalde bij of krachtens deze verordening eerder heeft overtreden;

    • d.

      zich eerder schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog;

    • e.

      de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht, belemmert in het uitoefenen van hun functie, dan wel de door de marktmeester en of de bij besluit van het college aangewezen personen belast met het toezicht, gegeven aanwijzingen niet opvolgt;

    • f.

      niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229, lid 1, onderdeel a. en b. van de gemeentewet, juncto Verordening marktgeld.

  • 2.

    Indien het verzoek door de marktmeester wordt gehonoreerd, verstrekt deze een afschrift van het betalingsbewijs.

  • 3.

    Het college kan degene die een dagplaats of standwerkersplaats heeft ingenomen en geen betalingsbewijs kan tonen, gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 25 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Marktverordening Oudewater 2015 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De krachtens de Marktverordening Oudewater 2009 en 2015 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten worden ingetrokken per 1 januari 2021.

  • 3.

    Een krachtens de Marktverordening Oudewater 2009 en 2015 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4.

    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening Oudewater 2009 en 2015 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

  • 5.

    Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 26. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Marktverordening Oudewater 2019".

Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2019.

 

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Oudewater in zijn openbare vergadering,

gehouden op 13 december 2018.

De griffier, De burgemeester,

mr. A. van der Lugt mr. drs. P. Verhoeve