Organisatie | Goes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2019 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening binnenhavengeld 2019 |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2018 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 20-12-2018 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Vaartuig: alle soorten van drijvende lichamen die vanwege hun drijfvermogen worden gebruikt dan wel bestemd zijn of geschikt zijn voor het dragen en eventueel vervoeren van personen, dieren, stoffen (al dan niet vloeibaar), gassen, goederen of voorwerpen, al dan niet met het vaartuig één geheel uitmakende, en ook caissons, pontons, baggermolens, zuigers en dergelijke drijvende lichamen.
Termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt:
1 dag:een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende om 00.00 uur;
14 dagen:een tijdvak van 14 achtereenvolgende etmalen;
1 maand:een tijdvak van 30 achtereenvolgende etmalen;
1 halfjaar:een tijdvak van 6 achtereenvolgende kalendermaanden;
1 jaar:een tijdvak van 12 achtereenvolgende kalendermaanden;
Onder de naam binnenhavengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van de gemeentelijke haven door vaartuigen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de haven.
Het binnenhavengeld wordt geheven van de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
Het binnenhavengeld is verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen of bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het binnenhavengeld dat geheven wordt op de wijze als bedoeld in artikel 8, lid 1, worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel in geval de kennisgeving ter post wordt bezorgd binnen een maand na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 11 Restitutie en overschrijving
Van het binnenhavengeld dat wordt geheven per jaar, per half jaar dan wel per winterseizoen, wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel maanden van het betaalde bedrag als er inzake die periode na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle maanden overblijven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande, dat, indien het laatstgenoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengeld.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Goes in zijn openbare vergadering van 20 december 2018.
de griffier,
drs. B.C. vanDoornum
de voorzitter,
drs. M. Mulder MSc.