Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2019
CiteertitelBesluit maatschappelijke ondersteuning 2019
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpBesluit maatschappelijke ondersteuning 2019

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 2.1.2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  3. artikel 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-01-2020Nieuwe regeling

27-11-2018

gmb-2018-270781

2018016549

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bloemendaal;

gelet op de artikelen 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4 van de Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015;

besluit vast te stellen:

 

Besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2019

 

Hoofdstuk 1 Eigen bijdrage Wmo

Artikel 1 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening dan wel persoonsgebonden budget (pgb).

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is geen eigen bijdrage verschuldigd voor een collectieve vervoersvoorziening, het bezoekbaar maken van de ruimte en voorzieningen in algemene ruimten.

  • 3.

    De bijdrage, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen.

Artikel 2 Periode van de bijdrage

  • 1.

    Belanghebbende is zolang hij gebruik maakt van de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning, begeleiding of kortdurend verblijf of zolang hij hiervoor een pgb ontvangt, per periode van 4 weken een bijdrage verschuldigd.

  • 2.

    Voor een voorziening die door het college in bruikleen wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per periode van 4 weken een bijdrage verschuldigd.

  • 3.

    Voor een voorziening die door het college in eigendom wordt verstrekt is belanghebbende

    • a.

      bij een voorziening met een kostprijs tot € 500,00 gedurende 13 perioden van 4 weken een bijdrage verschuldigd;

    • b.

      bij een voorziening met een kostprijs vanaf € 500,00 tot € 750,00 gedurende 26 perioden van 4 weken een bijdrage verschuldigd;

    • c.

      bij een voorziening met een kostprijs vanaf € 750,00 gedurende 39 perioden van 4 weken een bijdrage verschuldigd.

  • 4.

    Belanghebbende is voor een voorziening die door het college in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor incidentele kosten, gedurende 39 perioden van 4 weken een bijdrage verschuldigd.

  • 5.

    In situaties waarin dit besluit niet voorziet, stelt het college de duur van de bijdrage vast, waarbij wordt aangesloten bij het bepaalde in dit artikel.

Hoofdstuk 2 Omvang persoonsgebonden budget

Artikel 3 Omvang persoonsgebonden budget

  • 1.

    De omvang van het persoonsgebonden budget voor diensten is afhankelijk van het soort hulp dat wordt ingehuurd. Hierbij maakt het college onderscheid tussen een hulp werkzaam voor een professionele zorgaanbieder en een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgaanbieder. In het laatste geval wordt het persoonsgebonden budget met 25% verlaagd.

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget is maximaal gelijk aan de goedkoopste oplossing in natura.

Artikel 4 Diensten

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor diensten wordt vastgesteld op basis van de volgende tarieven:

     

 

Wmo maatwerkvoorzieningen

Eenheid

Tarief instelling

Tarief particulier

1.

Gezinsbegeleiding

uur

66,60

---

2.

Fasehuis/kamertrainingscentrum

etmaal

191,92

---

3.

Begeleiding ambulant (a)

Licht

Middel

Zwaar

 

uur

uur

uur

 

48,84

52,80

64,51

 

36,63

39,60

48,38

4.

Dagbesteding

Licht

Middel

Zwaar

 

dagdeel

dagdeel

dagdeel

 

39,44

48,39

57,33

 

---

---

---

5.

Kortdurend verblijf

Basis

Plus

 

etmaal

etmaal

 

147,60

198,42

 

---

---

6.

Huishoudelijke ondersteuning

A. het realiseren van een schoon en leefbaar huis en

het beschikken over een schone was

B. als A, aangevuld met het beschikken over maaltijden

 

week

 

week

 

50,49

 

98,57

 

37,87

 

73,92

7.

HO + begeleiding

A. het realiseren van een schoon en leefbaar huis en het beschikken over een schone was

B. als A, aangevuld met het beschikken over maaltijden en/of het verzorgen van kinderen

 

week

 

week

 

64,43

 

120,45

 

48,32

 

90,33

8.

HO intensief

week

76,62

---

  • 2.

    Voor zover het periodetarief niet toereikend is, wordt een maatwerkvoorziening toegekend met een max uurtarief van € 24,04 per uur voor huishoudelijke ondersteuning, € 28,01 per uur voor huishoudelijke ondersteuning met begeleiding en voor huishoudelijke ondersteuning intensief € 30,65 per uur voor een professionele zorgaanbieder. In het geval de ondersteuning wordt geleverd door een hulp niet werkzaam voor een professionele zorgbaanbieder bedragen deze tarieven respectievelijk € 18,03, € 21,00 of € 32,04.

Artikel 5 Rolstoel

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.

Artikel 6 Vervoersvoorziening

Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van de gekapitaliseerde tegenwaarde van de huurprijs inclusief onderhoud, reparatie en verzekering van de goedkoopst adequate voorziening zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald over een periode van 6 jaar.

Artikel 7 Woonvoorziening

  • 1.

    Het persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening wordt vastgesteld op basis van de door de aanvrager ingediende en door of vanwege het college geaccepteerde offerte.

  • 2.

    Het persoonsgebonden budget in de kosten van onderhoud en keuring van stoelliften, (rolstoel)plateauliften, woonhuisliften en hefplateauliften wordt als volgt vastgesteld:

     

Type lift

Beginkeuring

Frequentie periodieke keuring

Kosten

Excl. BTW*

Frequentie

periodieke onderhoud

Stoellift

Ja

1 x per 4 jaar

€ 225,00

1 x per jaar

(Rolstoel)plateau lift

Ja

1 x per 4 jaar

€ 225,00

1 x per jaar

Woonhuislift

Ja

1 x per 1,5 jaar

€ 272,00

2 x per jaar

Hefplateaulift

Ja

1 x per 1,5 jaar

€ 277,00

2 x per jaar

* De opgenomen bedragen bestaan uit kosten voor de keuring door het Liftinstituut, alsmede de kosten van de noodzakelijke assistentie door de onderhoudsfirma.

 

  • 3.

    De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de kosten van onderhoud of reparatie is gelijk aan de werkelijke kosten.

Artikel 8 Primaat van de verhuizing

Het primaat van verhuizing wordt niet toegepast voor zover de kosten van de te treffen woonvoorzieningen niet uitkomen boven € 8.660,00.

Artikel 9 Terugbetaling persoonsgebonden budget woningaanpassing

De terugbetaling van het verstrekte persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing van € 20.400 of meer wordt vastgesteld op basis van het onderstaande aflossingsschema:

 

Percentage

Moment van verkoop

100

binnen 1 jaar

90

na 1 jaar

80

na 2 jaar

70

na 3 jaar

60

na 4 jaar

50

na 5 jaar

40

na 6 jaar

30

na 7 jaar

20

na 8 jaar

10

na 9 jaar

0

na 10 jaar

Hoofdstuk 3 Tegemoetkoming voor kosten (rolstoel)taxi, verhuiskosten en sportrolstoel

Artikel 10 Tegemoetkoming voor kosten vervoer

  • a.

    Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een taxi bedraagt € 2.270,00 per jaar.

  • b.

    Het normbedrag voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt € 3.405,00 per jaar.

Artikel 11 Tegemoetkoming voor kosten vervoer bewoners Wlz-instellingen

De normbedragen voor de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een auto, taxi of rolstoeltaxi voor bewoners van Wlz-instellingen bedragen per jaar:

 

Bij kilometers per jaar

Normbedrag gebruik

auto

Normbedrag gebruik

Taxi

Normbedrag gebruik

rolstoeltaxi

van 375 tot 750

€ 227,00

€ 454,00

€ 681,00

van 750 tot 1500

€ 454,00

€ 908,00

€ 1.362,00

van 1500 tot 2250

€ 681,00

€ 1.362,00

€ 2.043,00

van 2250 tot 3000

€ 908,00

€ 1.816,00

€ 2.724,00

vanaf 3000

€ 1.135,00

€ 2.270,00

€ 3.405,00

Artikel 12 Tegemoetkoming verhuis- en herinrichtingskosten

De tegemoetkoming voor verhuis- en herinrichtingskosten bedraagt € 2.595,00.

Artikel 13 Tegemoetkoming sportvoorziening

De tegemoetkoming voor een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.817,50 voor een periode van 3 jaar.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14  

Het besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2018 per 1 januari 2019 in te trekken.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit maatschappelijke ondersteuning Bloemendaal 2019.

 

Vastgesteld bij collegebesluit in de vergadering van 27 november 2018.

De burgemeester,

De secretaris,