Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende regels omtrent burgeragendering en burgerinitiatief Verordening op de Burgeragendering en het Burgerinitiatief gemeente Utrecht 2018 |
Citeertitel | Verordening op de Burgeragendering en het Burgerinitiatief gemeente Utrecht 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op het Burgerinitiatief gemeente Utrecht (raadsbesluit 14 januari 2016).
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-01-2019 | nieuwe regeling | 06-12-2018 |
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het initiatiefvoorstel van 27 september
gelet op artikel 149 Gemeentewet.;
overwegende dat het wenselijk is om het instrument Burgeragendering in te voeren en de procedure voor burgerinitiatieven te verduidelijken;
Besluit vast te stellen de volgende
Verordening op de burgeragendering en het burgerinitiatief in gemeente Utrecht 2018
Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, ingezetenen van de gemeente van 12 jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad (Kieswet, artikel B3) alsmede statushouders die ingeschreven zijn in de gemeentelijke basisregistratie personen.
Indien de voorzitter van de raad de burgeragendering of het burgerinitiatief ontvankelijk verklaart, plaatst de voorzitter dit op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
De raad verzoekt het college om ten behoeve van de inhoudelijke commissiebehandeling zijn mening omtrent het burgerinitiatief aan de raad kenbaar te maken. Indien het college zich niet met het burgerinitiatief kan verenigen, kan het de raad adviseren het voorstel niet te aanvaarden dan wel na wijziging te aanvaarden.
Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of wordt dit op gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt. De initiatiefnemers nemen bij een burgeragendering aan het eind van de behandeling kennis van de conclusies.