Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting op kabels en leidingen 2019

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van Precariobelasting op kabels en leidingen 2019
CiteertitelVerordening precariobelasting 2019 op kabels en leidingen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt Verordening precariobelasting 2018 op kabels en leidingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201901-01-2020nieuwe regeling

13-11-2018

gmb-2018-270282

664

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting op kabels en leidingen 2019

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

De Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting

op kabels en leidingen 2019

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      maand: een kalendermaand;

    • b.

      jaar: een kalenderjaar;

    • c.

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een (rechts-)persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

    • d.

      kabels en leidingen: kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie of andere materialen

 

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

 

 

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die de kabels en leidingen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

  • De belasting wordt niet geheven ter zake van:

    • a.

      kabels en leidingen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop de kabels en leidingen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

    • b.

      kabels en leidingen waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

    • c.

      buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater.

 

Artikel 5 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende kilometer, per jaar € 636,36 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

 

 

Artikel 6 - Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende kilometer als een volle strekkende kilometer aangemerkt.

 

Artikel 7 - Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 8 - Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 - Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

 

Artikel 10 – Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de precariobelasting worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 11 - Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

 

Artikel 13 - Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening precariobelasting 2018”, vastgesteld bij raadsbesluit van 31 oktober 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2019.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2019 op kabels en leidingen’.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg d.d. 13 november 2018

de griffier, de voorzitter,

mr. G.A. van Egmond, K. Tigelaar