Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning Haaksbergen (4.15e) |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg & welzijn |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-05-2020 | nieuwe regeling | 28-11-2018 | 4.15e |
Deze verordening geeft aan hoe de gemeente Haaksbergen invulling geeft aan:
a. het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,
b. het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving en
c. het bieden van beschermd wonen en opvang.
De gemeenteraad van Haaksbergen;
Voorstel van het college van 30 oktober 2018
Bepaling van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.
Vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2 Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning
Het college bepaalt met inachtneming van de artikelen 2.3.1 tot en met 2.3.5 van de Wmo 2015 bij nadere regels op welke wijze in samenspraak met de cliënt wordt vastgesteld of de cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt.
Artikel 3 Criteria voor een maatwerkvoorziening
kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek waarover het college nadere regels vaststelt, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college:
kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek gebaseerd op de bepalingen van de verordening van de centrum gemeente Enschede, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de Wmo 2015 verstrekt het college geen pgb voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
De maximale hoogte van een pgb voor:
een zaak wordt bepaald op de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;
Artikel 6 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura en in de vorm van pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt. De hoogte van de eigen bijdrage is gebaseerd op het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en wordt bepaald door het CAK. Cliënt is geen eigen bijdrage verschuldigd voor de maatwerkvoorziening maatschappelijke deelname in de vorm van een scootmobielpool en de maatwerkvoorziening maatschappelijke deelname in de vorm van collectief vervoer.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 7 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Artikel 9 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 10 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de Wmo 2015.
Artikel 11 Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 12 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 13 Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regels waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente Haaksbergen bestaat.
Artikel 16 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen bij het beleid over de Wmo 2015 op de wijze zoals vast gelegd in de Verordening Participatieraad Haaksbergen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
De kwaliteitseisen die gelden voor aanbieders die maatwerkvoorzieningen in de vorm van een pgb leveren, zijn naast de op grond van de Wmo 2015 geldende kwaliteitseisen:
Kwaliteitseisen m.b.t. de doelmatigheid
Kwaliteitseisen m.b.t. veiligheid
Aanbieder zorgt dat afspraken en de wijze van vervoer (indien door de aanbieder zelf georganiseerd en niet behorend tot een maatwerkvoorziening Wmo 2015) zijn vastgelegd en dat deze duidelijk zijn voor personeel en cliënten, daarbij in acht genomen dat is bepaald hoe en waarmee een cliënt zich verplaatst en de daarbij behorende risico's.
Kwaliteitseisen m.b.t. leefklimaat en fysieke omgeving
Kwaliteitseisen m.b.t. bedrijfsvoering
Verklaring omtrent het gedrag (VOG)
Aanbieder legt op eerste verzoek van het college een verklaring omtrent het gedrag over als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor beroepskrachten en andere personen die beroepsmatig met zijn cliënten in contact kunnen komen. Deze verklaring mag niet eerder zijn afgegeven dan 3 maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. Deze verklaring moet dan binnen 9 weken na verzoek van het college worden overgelegd. De eis van de VOG is van toepassing op natuurlijke personen. Alle beroepskrachten en andere personen die namens aanbieder direct en indirect cliëntencontact hebben, moeten een geldige VOG kunnen overleggen. Met indirect contact wordt bedoeld ondersteunend personeel dat werkzaam is op de locatie waar de hulp wordt verleend. Dit ondersteunend personeel is niet direct betrokken bij de hulp aan cliënten, echter is wel werkzaam in de omgeving van de cliënten.
Minimum opleidingsniveau personeel
Kwaliteitseisen m.b.t. doelmatigheid