Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning

 

VERORDENING OP DE AMBTELIJKE BIJSTAND EN DE FRACTIEONDERSTEUNING

(Vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2002)

Artikel 1  

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a

  ambtelijke bijstand: het in de Gemeentewet bedoelde recht op ambtelijke bijstand voor elk lid van de gemeenteraad;

• b

  fractieondersteuning: het in de Gemeetewet bedoelde recht op ondersteuning voor de ni de gemeenteraad vertegenwoordigde groeperingen, bekend als raadsfracties.

Artikel 2  

• 1

  Ambtelijke bijstand bestaat uit de mogelijkheid voor elk raadslid op verzoek te verkrijgen:

  • a

    advies en hulp bij het ontwerpen an initiatiefvoorstellen, amendementen en moties;

  • b

    informatie door middel van inzage of kopie van documenten, welke bij de gemeente berusten;

  • c

    informatie over gemeentelijke onderwerpen door middel van een op schrift gesteld antwoord, zoals bijvoorbeeld per email;

  • d

    informatie over gemeentelijke onderwerpen door middel van een mondeling antwoord.

• 2

  Onder eindverantwoordelijkheid van de griffier wordt ambtelijke bijstand verleend door de griffier of een griffie-ambtenaar of - in overleg tussen de griffier en de gemeentesecretaris - door gemeente-ambtena(a)r(en) van buiten de griffie.

• 3

  Wanneer de in lid 1 onder b, c of d bedoelde bijstand verstrekking zou betreffen van informatie, welke als niet-openbaar kan worden aangemerkt, wordt - gelet op de belangen van de gemeente - de informatie niet verstrekt, tenzij de griffier dan wel de gemeentesecretaris - zulks al naar gelang het onderwerp - van oordeel is dat de belangen door verstrekkiing niet of nauwelijks kunnen worden geschaad.

Artikel 3  

• 1.

  Fractieondersteuning strekt ter versterking van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taken van de raad.

• 2.

  Op basis van fractieondersteuning kunnen raadsfracties kosten vergoed krijgen, bijvoorbeeld voor het inhuren van een fractie-assistent, voor initiatieven ter invulling van de volksvertegenwoordigende taak, voor excursies van de raadsfractie, voor het inhuren van extern advies, voor kantoorkoste.

• 3.

  De fractieondersteuning mag:

  • -

    uiteraard geen vergoeding betreffen, welke geacht wordt inbegrepen te zijn in de vergoedingen - hoe ook genaamd - welke een raadslid vanwege zijn raadslidmaatschap ontvangt;

  • -

    niet worden aangewend voor een verkiezingscampagne en promotiedoeleinden.

• 4.

  Fractieondersteuning bestaat per kalenderjaar voor elke raadsfractie uit de mogelijkheid van vergoeding van gemaakte kosten tot:

  • a

    een bij raadsbesluit vast te stellen of te wijzigen bedrag per raadsfractie; verhoogd met

  • b

    een bij raadsbesluit vast te stellen of te wijzigen bedrag per fractieraadszetel.

• 5.

  In de kalenderjaren, waarin gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden, hebben de bedoelde bedragen voor een/zesde gedeelte betrekking op de oude zittingsperiode en voor vijf/zesde gedeelte op de nieuwe zittingsperiode van de raad.

• 6.

  Wanneer binnen een raadsfractie een afsplitsing plaatsvindt waardoor het aantal raadsfracties wordt vergroot, geldt met ingang van de datum van afsplitsing tot het einde van de desbetreffende zittingsperiode van de raad, dat

  • a.

    in afwijking van het vierde lid de fractieondersteuning voor de nieuwe, raadsfractie per kalenderjaar slechts bestaat uit de mogelijkheid van vergoeding van gemaakte kosten tot per fractieraadszetel het in lid 4, onder b, bedoelde bedrag; derhalve zonder het in lid 4, onder a, bedoelde bedrag per raadsfractie;

  • b.

    dit voor de oude, kleiner geworden raadsfractie uiteraard slechts gevolg heeft voor de berekening van het in lid 4, onder b, bedoelde bedrag wegens het lagere aantal fractieraadszetels.

• 7.

  De vorenbedoelde bedragen van fractieondersteuning worden van gemeentewege zo spoedig mogelijk na aanvang van een kalenderjaar naar de raadsfracties overgeboek.

• 8.

  Elke raadsfractie zendt binnen twee maanden na afloop van een kalenderjaar, dan wel binnen twee maanden na afloop van een zittingsperiode van de raad, aan de raad een gespecificeerde verantwoording van de besteding van de beschikbaar gestelde bedragen. Voorzover die bedragen naar het oordeel van de raad niet volledig zijn gebruikt, dan wel niet volledig zijn besteed overeenkomstig de hiervoor in dit artikel bedoelde bestemming, vindt onverwijlde terugbetaling aan de gemeente plaats.